Verhipsterd nog aan toe! Deuil is een nieuwe Belgische band die momenteel hoge toppen door de underground scheert. Duitsers programmeerden ze per abuis eens als zijnde Devil, volgens Vlamingen heet de band De Uil, maar het zijn Walen en dus is het gewoonweg Deuil. Ja jij, luierik, zoek maar op wat het betekent! Deuil uit Luik speelt een mengelmoes van black metal, drone & sludge. De twee nummers op deze 12″ knipogen ook meerdere malen erg verleidelijk naar de boompoepers van Wolves in the Throne Room. Mastermind Nicolas komt echter uit een heel andere scene, daar hij destijds het mooie weer maakte in de screamo band Isaïah, een genre dat ik niet dadelijk zou koppelen aan Deuil. Zowel “Acceptance” als “Rebuild” worden gekenmerkt door Tibetaanse keelgezangen (als intro) en harde passages die afwisselen met gitaardrones. Erg opvallend zij de andere keelgezangen, afkomstig uit het Belgische hoogland deze keer. Het lijken een soort dierlijke doodsrochels die al kermend het lichaam van zanger Renaud verlaten. Geen variatie in klank. Geen variatie in zanglijnen. Geen variatie in expressie. Maar boordevol emotie en pijn. Celeste heeft daaraan hetzelfde broertje dood. Ik weet het wel te appreciëren tot op zekere hoogte. Door Nicolas’ achtergrond heeft de band al een heel netwerk ter hunne beschikking en dat verklaart onder meer waarom Deuil al doorheen heel Europa heeft gespeeld. En er staat weeral een nieuwe tour gepland. Richting Spanje deze keer. Denk eraan jongens: als je Sinterklaas tegen het lijf loopt, zijn helpers zijn geen Zwarte Pieten, maar negerslaven. Je mag ze gerust ook zo aanspreken. Een mooie toekomst lonkt naar Deuil, want met contacten uit het verleden alleen geraak je er niet. De muziek op deze plaat is voortreffelijk, pakkend en doet het live uitstekend. Ook nog het vermelden waard is het knappe artwork, gemaakt door mister Business for Satan. Goede boel, dat Lehibou!
Flp: 81/100
Deuil – Acceptance/Rebuild (Wooaargh, Ruin Your Fun, Boue Records, Celestial Oak Productions, Lost Pilgrims Records, Nooirax, Dingelberry Records, Les Acteurs de L’Ombre, Revolvermann Records, Wolves and Vibrancy Records, WTYTPF, Emotionally Unstable Records 2013)
1. Acceptance
2. Rebuild
“All of my life I have been waiting for you”. ‘t Zal wel zijn! Met deze woorden trapt de nieuwe langspeler van de uit Salt Lake City afkomstige doom/stoner/sludge-band SubRosa af. Ik was al lange tijd geïntrigeerd door de hoes van de vorige plaat “No help for the mighty ones” maar nam nu pas de tijd om de band eens deftig gehoor te geven. Ik heb mijn hoofd net drie maal tegen de muur geramd van miserie, want godverdomme, waarom heb ik nooit eerder de moeite gedaan om me in het muzikale universum van deze dames en heren te verdiepen? De eerste song “The usher” klokt al meteen boven de 14 minuten af. Frêle vrouwenzang vergezeld van piano zet de plaat in gang om spoedig vergezeld te worden van viool en een cleane mannenstem. Even denk je dat je met een singer/songerwriter-achtige band te maken hebt die in een programma als “Duyster” niet zou misstaan, maar als na een drietal minuten de distorted gitaren invallen en een heuse doom pletwals op gang getrokken wordt, gaat mijn tikker nogal te keer. Halfweg de song passeren er nog fluiten en gaan de violen de psychedelische toer op. Njammie! De daaropvolgende track ‘”Ghost of a dead empire” is pure amp-worship. Loodzware riffs, drums als mokerslagen, een Oosters aandoende viool en hypnotiserende vrouwenzang vormen de benodigdheden voor een heuse trip richting doomparadijs. Volgend jaar ga ik er twee weken op vakantie! “Cosey Mo” trapt op een meer stoner/doomachtige manier af. Opnieuw duelleren de gitaren met de violen, maar in hun strijd om leven en dood is er geen winnaar, want in plaats van elkaar de loef af te steken vormen ze de perfecte blend, net zoals mijn heerlijke gin/tonic die ik aan het nuttigen ben terwijl ik in bijna complete duisternis van deze magische plaat aan het genieten ben. “Fat of the ram” is de hevigste song op de plaat waar ook hier de drie vrouwenstemmen de hypnotiserende en bezwerende proclamaties op je afvuren en de onrustige violen je brein binnendringen om de rust te verstoren. De apotheose van deze monstersong is opnieuw om duimen en vingers bij af te likken. Ook “Affliction” is een überslome doomparel waarbij de violen je weer een naargeestig gevoel van onbehagen bezorgen. Het 12 minuten durende “No safe harbour” vormt de majestueuze hekkensluiter van dit meesterwerk dat de recentste plaat van die andere female fronted doomband Windhand nog net overklast. De laatste dagen van 2013 tikken langzaam weg en net op de valreep dringt SubRosa tot de allerhoogste regionen van mijn eindejaarslijst door. Pure klasse! Staande ovatie!
JOKKE: 93/100
SubRosa – More constant than the gods (Profound Lore Records 2013)
1. The Usher
2. Ghosts of a dead empire
3. Cosey Mo
4. Fat of the ram
5. Affliction
6. No safe harbor
Had ik al ooit eens van Saffronkeira gehoord? Neen. Heb ik verstand van ambient muziek? Zeker niet. Is dit dan wel een hoogstaande bespreking? Laat me niet lachen! Op een dag was op de site van Denovali op zoek naar foto’s van kindjes, ik bedoel, de nieuwste Celeste. En stootte daarbij op de muziekspeler waaruit “Cause and effect” knalde. Nu ja, eerder transcendentaal het aura rondom mij zen inkleurde. Ware het niet dat mijn Nepalese monnikenbloed vliegensvlug reageerde, waren de sfeervolle lage drones me helemaal ontgaan. Saffronkeira kabbelt rustig en eenvoudig op de achtergrond, steeds onderbroken door trompetgekwetter van levende legende (nog nooit van gehoord) Mario Massa. Dit alles wordt echter zo subtiel gedaan zodat je helemaal meegezogen wordt in beide heren hun samenwerking. Meneer Caria (de man achter Saffronkeira) laat zijn soundscapes erg experimenteel klinken door heel wat industriële geluiden toe te voegen: piepjes, krassen, (zeer zeldzame) noisy beats, overstuurde klanken, clipping,… Maar nooit opvallend, nooit overdadig en nooit echt voorspelbaar. De lage tonen en bijhorende glitch vormen een zeer monotone en donkere ondergrond waarop Massa naar hartenlust improviseert. Dit werkt uitstekend! Zelden wordt het echt melodisch, maar als het in “Cause and effect” en afsluiter “Southnord” gebeurt, raakt het je diep vanbinnen. Om die reden zijn beide nummers ook de hoogtepunten op Saffronkeiras derde langspeler. “Cause and effect” is de ideale relaxmuziek als je in bad ligt. Of als je gepijpt wordt. Al kan ik dat laatste (nog) niet bevestigen.
Flp: 80/100
Saffronkeira/Maria Massa – Cause and effect (Denovali 2013)
1. Pity
2. The journey
3. The sacrifice
4. Screwing of thought
5. Altered stated
6. A separation
7. Cause and effect
8. Umorale
9. Variazione
10. Southnord
Wanneer een band een album uitbrengt dat dusdanig grandioos is, dan houdt je je hart vast bij de plaat die erop volgt. De verwachtingen zijn torenhoog en je bent geneigd te denken dat het toch alleen maar kan tegenvallen. Year of no light heeft zo’n album gemaakt in de vorm van “Ausserwelt” (2010). Een plaat die ik onder mijn favorieten van de laatste jaren en zelfs aller tijden schaar. Die kwam destijds, en komt nog steeds, op indrukwekkende wijze via mijn zintuigen binnen. Er zijn bands die me teleurgesteld hebben met opvolgers, maar in Year of no light had ik vertrouwen. Dit zijn rasmuzikanten; creatief, eigenwijs, verstaan hun instrument, durven risico’s te nemen en hebben oog voor detail. Die kwaliteiten zitten in het bloed en dat gooi je niet zomaar overboord, dat kruipt waar het gaan kan en wil zich uiten op de enige manier die het kent: in de muziek. We hebben even moeten wachten; een drietal split-albums, een live album, een heruitgave van debuutplaat “Nord” en een soundtrack bij de film “Vampyr” hebben onze honger moeten stillen voordat de derde studioplaat geboren werd. Maar het is dan zover: “Tocsin” is zijn naam. Na het album eindeloos gestreamd te hebben en sommige nummers live gehoord te hebben, heb ik ook de gearriveerde cd en lp een draai gegeven. En wat is het heerlijk dat mijn vertrouwen gegrond blijkt te zijn. Year of no light flikt het gewoon weer. Alweer een grandioos album. Alle ingrediënten die deze band uniek maken, zitten erin. Instrumentaal, sublieme opbouwen, perfecte timingen, bevredigende climaxen, de drie gitaren optimaal gebruikt om verschillende melodielijnen door elkaar te laten lopen en weer krachtig bij elkaar te brengen, contrasten van verlichtende melodie tegenover zwaar duister geweld, twee drummers die creatief zijn en van elkaar weg durven te gaan door een eigen pad en ritme te kiezen zonder elkaar uit het oog te verliezen en weer bij elkaar te komen om gezamenlijk te exploderen, sterke goed gedoseerde en in het geheel liggende soundscapes. Dit alles resulterend in een geheel van laag op laag en circulerende dynamiek. Elke keer dat je de plaat opzet hoor je weer wat anders. Zo komt opener “Tocsin” er rustig in met een sample aangevuld met drum en een cleane gitaar en bouwt de spanning langzaam op totdat de gitaren er YONL-style, zwaar en hard, in knallen en deze een tijdje aanhouden, waarna het tempo wordt opgeschroeft en het, zo mogelijk, nog zwaarder knalt. Aan het einde faden de tonen uit en meteen schiet “Géhenne” uit de startblokken. Een opvallend nummer dat met zijn 05:53 minimaal de helft korter duurt dan alle andere nummers van zowel “Ausserwelt” als “Tocsin”. Maar wat een powerhouse is dit zeg. Vanaf seconde één ligt het tempo hoog, strak en toch dynamisch. Catchy terugkerende gitaar melodieën in combinatie met twee drummers die werkelijk het onderste uit de kan halen en van swingende upbeat post-punk- achtige ritmes opbouwen naar uit de voegen knallende blastbeats. Man man geef die gasten een lintje. Live hakte dit nummer er gigantisch in en het zal me niet verbazen als dit een alltime favourite wordt voor fans. Derde nummer “Désolation” geeft dan weer even ruimte om op adem te komen, maar gaandeweg wordt je ook hier weer in een bepaalde sfeer gezogen. Alsof je in drijfzand terecht bent gekomen en tegenstribbelen geen zin heeft, gewoon mee laten gaan. “Stella rectrix” geeft je dan in het begin met wat luchtige synths het gevoel op adem te komen, maar al gauw beuken hier de loodzware riffs je om de oren en geraak je weer in doom-trance en kom je later in bombastische en hypnotiserende sferen totdat je aan het einde helemaal opgezweept en uitgeput neervalt. Wat een trip. Ook afsluiter “Alamüt” begint lekker chill en kabbelt zo door, maar zwelt zonder dat je er erg in hebt aan naar up-tempo drums en voor je het weet zit je alweer in een ijzersterk lang nummer dat zijn weerga niet kent. En na vijf nummers in 57:20min houdt het op. En druk ik weer op play. Wat een genot, wat een ultieme plaat. Beter of minder dan zijn voorganger? Daar ga ik niet over, dat is aan een ieder om te bepalen. Maar met een werkelijk geniale productie (recording en mixing Cyrille Gachet en mastering door Alan Douches) en gaaf artwork (Simon Fowler) is deze plaat voor mij helemaal af. Verder geen woorden meer nodig. Kopen. Plaat van het jaar!
TMP: 100/100
Year of no light – Tocsin (Debemur Morti Productions 2013) 1. Tocsin
2. Géhenne
3. Désolation
4. Stella Rectrix
5. Alamüt
Alcest, ik wist het nog wel te appreciëren ten tijde van “Souvenirs d’un autre monde” uit 2007. Al snel ging mijn interesse voor deze Franse chansonniers bergaf. Beide volgende albums namen me stevig met de ballen. Niet op een homo erotische manier, zoals Manowar dat doet, maar eerder zoals een onnozele nieuwe Westerse vrouw verpersoonlijkt door Grey’s anatomy, 50 tinten grijs en allerhande andere zaaddodende ruk. Toen ik laatst een foto van bandgoeroe Neige (that’s Snow, you bitches, yo) in vol pauwenkostuum zag, werd me nog eens duidelijk gemaakt dat Alcest muziek voor meisjes is. Met een gevoel van ik-zal-maar-eens-lekker-lachen-met-dit-nieuw-nummer-teenage-love klikte ik de You Tube link van “Opale” aan. De single die Alcests 4de langspeler inluidt, luisterend naar de roepnaam “Shelter”. Gelachen dat ik heb. Eerder glimlachen. Want dat is wat “Opale” met me doet. Jazeker, het klinkt extreem zacht en gevoelig, maar eerder positief hoopvol stemmend in plaats van stroperig en zeemzoetig, zoals heel wat shoegaze bands durven te klinken. De zang is zacht, de muziek is zacht en droomt lekker weg. De vrouw dacht dat Sigur Rós opstond. Normaal hoort ze te koken en haar lippen op elkaar te houden (dan toch), maar de vergelijking is toch wel treffend. Prophecy Productions verkoopt “Opale” als een 7” met enkel dit nummer erop. De B-zijde kan dienen als onderlegger. Aangezien ik geen Russische miljardair ben, zie ik ook niet het nut ervan in om een goede €15 neer te leggen voor slechts één nummer en 7 minuten verspilling aan vrije ruimte op goddelijk vinyl. Wél is mijn aandacht ruimschoots opgewekt en wil ik “Shelter” maar al te graag eens fatsoenlijk beluisteren en bij goedkeuring aanschaffen. Wachten tot 17 januari dan maar! Ondertussen speelt ik “Opale” nog een aantal miljoen keren.
Dit is mijn eerste kennismaking met de Tsjechische blackies Inferno (ik denk dat er in elk land op deze aardkloot wel een band rond loopt die onder deze naam actief is). Het einde van 2013 komt stilaan in zicht en op de valreep ontdek ik hier nog een paar platen die mijn eindejaarslijstje grondig door mekaar schudden. Op Metal Archives lezen we dat de band reeds sinds 1996 actief is en sindsdien een dertigtal releases op de mensheid heeft losgelaten, waarvan naast een hoop demo’s, splits en EP’s dit “Omniabscence filled by his greatness” full album nummer 6 is. Na een onheilspellend intro krijgen we 5 langgerekte nummers te verwerken die alle tussen de 7 en 11 minuten van je kostbare tijd vragen. Maar het is de moeite waard om hier tijd voor vrij te maken, zeker als je van een portie naargeestige en beklemmende black metal houdt in de stijl van Mayhem’s “De mysteriis dom sathanas” of het werk van een band zoals Ondskapt. De vrij lange nummers vervelen geen minuut, doordat de band erin slaagt om voortdurend met spanningsbogen te werken waarbij melodisch, soms dissonant, maar avontuurlijk gitaarwerk wordt afgewisseld met tragere mysterieuze passages en plotse acceleraties die op typische Zweedse toon voortrazen. De lage, donkere, van genoeg echo voorziene en in salpeterzuur gedrenkte vocalen van brulboei Adramalech maken het duivels plaatje verder af. De productie van de ondertussen erg gerenommeerde Necromorbus Studio past perfect bij dit soort kabaal en is gelukkig niet al té transparant, zodat er een mystieke sfeer en dreiging doorheen het album voelbaar blijft. Het erg knappe occulte artwork werd verzorgd door Teitan Arts, die zijn grafische kunsten ondertussen ook al voor die andere Tsjechische helden Cult Of Fire ter beschikking gesteld heeft. Om de één of andere duistere reden is deze band steeds onder mijn radar gebleven, maar daar komt vanaf nu verandering in. Of voorgaand werk van hetzelfde niveau is weet ik niet maar deze plaat gaat nog regelmatig toertjes draaien bij ondergetekende. Luistertip: “The vertical fissure of the most distant end”, maar via bijgevoegde YouTube link kan je ineens heel de plaat beluisteren.
JOKKE: 87/100
Inferno – Omniabscence filled by his greatness (Agonia Records 2013)
1. Pervasion…
2. The firstborn from murk
3. The funeral of existence
4. Revelations through the void
5. The vertical fissure of the most distant end
6. Metastasis of realistic visions
Recent brachten de Zweedse zelfkastijders Flagellant hun tweede album uit via het Duitse kwaliteitslabel World Terror Committee waar reeds enkele toppers van zwartmetalen doodseskaders onderdak vonden (denk maar aan fantastische acts zoals Ascension, Chaos Invocation, Acherontas, Adustum en Valkyrja). Op “Maledictum” krijgen we een brok donkere op orthodoxe leest geschoeide black metal voorgeschoteld die al bij al gemakkelijk verteerbaar is. Snelheidsrecords worden er hier voor de verandering eens niet verbroken. De onheilige drievuldigheid J – S – E wisselt veelal midtempo stukken met melodisch gitaarwerk (waarin de geest van Dissection meermaals ronddwaalt) af met sporadisch snellere passages waardoor er toch wel een zekere dynamiek in de nummers schuilgaat. Een verstaanbare lage scream die zelfs een beetje de death metal kant opgaat, proclameert de duivelsverzen. Verder hulde aan de bassist, want het basgeluid is duidelijk hoorbaar doorheen de vrij propere productie, wat bij veel collega’s niet het geval is. In “Domini canes”, “A rebirth in sterility” en “Rousing the serpent” passeren enkele geweldige riffs de revue waarbij het moeilijk weerstaan is om de headbang-modus niet aan te zetten. Het laatste nummer “Thirteen Cauldrons Boil” verdient nog een speciale vermelding omdat ik eerst van mening was dat dit een cover was. De song wijkt immers sterk af van de rest van het album, want de band geeft hier op een meer old school Bathoriaanse manier van jetje. Op zich horen we op “Maledictum” niets nieuws onder de zon, maar het klinkt wel verdomd lekker. Voor sommigen is het album met ruim 53 minuten misschien net ietsje aan de te lange kant, terwijl ík met een duivelse grijns op mijn tronie de repeatknop toch maar opnieuw indruk.
JOKKE: 85/100
Flagellant – Maledictum (World Terror Committee 2013)
1. From the abyss they shine
2. Towers of silence
3. Necromantic revelations
4. Domini canes
5. A rebirth in sterility
6. Horned shadows rise
7. Rousing the serpent
8. Thirteen cauldrons boil
Alvorens de nieuwste worp van Celeste tot in detail te ontleden, moet me eerst wat van het hart. Denovali Records gaat prat op zijn kunstzinnige en hoogstaande uitgaven en dito verpakkingen. “Animale(s)” zit verpakt in een 2x digipack. Beide cd’s duren samen iets meer dan een uur, dus passen ze perfect op één schuifje. Cut the crap en druk het dan ook op één schijfje! Of is dit een reden om de verkoopprijs de hoogte in te jagen? Een dubbelaar mag toch wat meer kosten? Buiten de foto’s op voor- en achterkant valt er niet veel te ontdekken. Oké, achter beide cd trays staat het bomvol met tekst. …als één lange zin, zonder leestekens en allemaal in hoofdletters. If you eat dyslexia for breakfast, it’ll still be a mean motherfucker to read. Onmogelijk! Titels van nummers? Afwezig! Een aanduiding welke cd welke is? Afwezig! Er zal wel een kunstzinnige of filosofische zaagreden voor zijn, maar als ik centen neerdok voor een fysische geluidsdrager verlang ik een meerwaarde t.o.v. een download. Hieraan heb je niks. Tot over enkele luisterbeurten.
Celeste weet steeds een ondoordringbare sound neer te poten. Hun productie haal je er zo uit. Het klinkt allemaal enorm vol en luid. Het is vaak (voor mij toch) een hele opgave om een volledig album in één ruk uit te lezen. Er is zeer weinig dynamiek aanwezig waardoor het geheel als een pletwals over je heen raast. Ik weet het wel te appreciëren, tot op een zekere hoogte, want na een tijdje ligt Celeste zwaar op je maag. Of oor. Of nerdbrilletje als je een hipster bent. “Animale(s)” is toch net iets je anders dan zijn voorgangers. Uiteraard is de obligatoire meervouds-s (staat zo in het Groene Boekje) aanwezig in de titel en wordt hun liefde voor strakke kindermeisjes nog eens in de picture gezet, maar muzikaal is de band (positief) geëvolueerd naar een tragere en sfeervol geluid. Nummer 2 (van cd 1 of 2, dat is onduidelijk) zet erg rustig in met erg veel black metalakkoorden. Het korte instrumentale tussendoortje, zijnde nummer 4 (van cd 1 of 2, dat is onduidelijk), is zelfs een heuse slak. Het hoogtepunt is voor mij nummer 6 (van cd 1 of 2, dat is onduidelijk), wederom een instrumentaaltje, maar erg afwijkend van de Celeste standaard; tergend traag, met veel ambience en zelfs blazerachtige synths die je zo meeslepen. Prach-tig! Ook het andere deel (cd 1 of 2, dat is onduidelijk) dekt volledig dezelfde lading. Meer dan ooit ligt de nadruk op onheilspellende akkoorden, maar het hardcoreverleden blijft onmiskenbaar aanwezig. Zo is Johan een pure screamo/metalcore krijser en flapt Antoine op zijn klopmachine zoals het een hardcoredrummer betaamt: vegen op de cimbalen en slechts toevallig begeleiden op de hi-hats of ride. Als muziek een universum is, dan is Celeste een zwart gat: het is fascinerend, krachtig, alles vernietigend en pekzwart. En als je te kort komt, krijg je op zijn minst koppijn (veronderstel ik). “Animale(s)” is voor mij de beste Celeste plaat tot op heden, maar laat me hem niet 5x na elkaar luisteren.
FLP: 80/100
Celeste – Animale(s) (Denovali 2013)
Band te lui om titel(s) fatsoenlijk te noteren? Ik te lui om ze ergens op het net te zoeken en te kopiëren.
Het lijkt alsof de stortvloed aan releases van “Cascadian” black metal bands stilaan voorbij is en het momenteel de orthodoxe black metal-benadering is die hoge toppen scheert en menig zwart-geblakerd zieltje weet te overtuigen. Hoewel het merendeel van de aanhangers van dat laatste subgenre woorden als “hip(ster)” en “trends” verfoeit kan je er niet om heen dat de meer occulte bands momenteel gretig aftrek vinden binnen de donkere krochten van de underground. Volledig terecht overigens. Of black metal bands het thematisch gezien over het aanbidden van de gehoornde hebben of eerder de grootsheid van de natuur aanroepen in hun rituele muziek, maakt ondergetekende niet veel uit. Zolang het maar oprecht is en de atmosfeer van de muziek me weet te overtuigen. Maar genoeg afgeweken. Onlangs stootte ik via Bandcamp op de tweede EP van de Amerikaanse éénmansband With The End In Mind, getiteld “Tresholder”. Het muzikale brein Alex F. laat zich echter bijstaan door Alex Mody op drums, Emily Metcalf op zang en cello en Jason Leher op fluit. Ja, u leest het goed: fluit. Verwacht hier nu geen hoempapa-metal, want dit extra instrumentarium wordt subtiel ingezet om de atmosferische “Cascadian” black metal extra kleur te geven. Na een kort intro wordt het gaspedaal meteen volledig ingedrukt en doet de hypnotiserende blastbeat vakkundig zijn werk. Halverwege de song (we zijn dan reeds 6 minuten ver) valt het tempo stil en brengt de breekbare stem van Emily, vergezeld van akoestische gitaar, je helemaal in vervoering. Deze ontroerende schoonheid staat in schril contrast met de hevige screams in de rest van het nummer. Daarna werkt een prachtige gitaarmelodie zich gestaag naar de voorgrond, om vervolgens terug alle remmen los te gooien en het slotstuk van de song in te zetten. De song vloeit over in het ambientachtige “The pantheon arches in all directions; endless” intermezzo. Feedback, akoestische gitaar en frèle vrouwenzang zorgen voor de juiste stemming alvorens over te gaan naar de laatste track van deze EP, getiteld “True weight of the things we must carry”. Ook hier schotelt de band je een heel dynamische en atmosferische black metal track voor waarbij distortion gitaren afgewisseld worden met ingetogen akoestisch gitaarwerk en subtiel fluitspel. Het is duidelijk dat Alex erg goed naar Wolves In The Throne Room heeft geluisterd, maar vermits deze band (voorlopig?) op een laag pitje staat, moeten liefhebbers van het genre deze band zeker eens checken. Eigenlijk onbegrijpelijk dat deze EP in eigen beheer uitgegeven werd. Als ik een platenlabel had, zou ik ze meteen tekenen. Je kan deze EP evenals de vorige EP trouwens (gratis) via hun Bandcamp downloaden. Doen!
JOKKE: 87/100
With The End In Mind – Tresholder (Eigen beheer 2013) 1.I. Tresholder
2. The pantheon arches in all directions; endless
3. II. True weight of the things we must carry