Soms moet je niet ver zoeken om wat interessants tegen de borst te stoten. En wetend dat bands uit het post-metal genre niet erg dik gezaaid zijn in België, is het onvermijdelijk om Grown Below te (om het met een politiek incorrect woord te zeggen) neger-en. Zopas hebben ze hun tweede langspeler, “The other sight” op ons losgelaten. Reden genoeg om drummer Jokke en gitarist Lennart aan de tand te voelen. (Flp)

Omdat er geen review van “The other sight” staat op Addergebroed en ik een beetje lui ben: zou je “The other sight” eens willen vergelijken met zijn voorganger “The long now“?
JOKKE: Hey FLP, allereerst bedankt voor het interview! We zien “The other sight” als een perfectionering van de sound en muziekstijl die we op de vorige plaat “The long now” ten gehore brachten, hoewel we ook van mening zijn dat er toch duidelijke verschillen hoorbaar zijn tussen beide platen. Zo is de nieuwe plaat minder “doomy”, zijn de vrouwenvocalen verdwenen en in de plaats van de viool als extra ingrediënt hebben we nu gekozen voor blazers in het nummer “New throne”, die overigens werden ingespeeld door Dries van Saille. Bovendien liggen de extremen op de nieuwe plaat verder uit mekaar. “New throne” bevat erg stevige passages en een melodieus middenstuk. “My triumph” gaat dan weer wat meer de ambient-toer op maar ontpopt zich tot een epische climax met zelfs korte black metal passages. “Phantoms” is de meest toegankelijke song binnen ons oeuvre, met heel wat cleane zang en postrock invloeden. “Reverie” tenslotte gaat rustig van start maar mondt uit in een doomapotheose. We zien ook dat de songvoorkeur bij onze fans heel uiteenlopend is en daar kan ik perfect mee leven: voor ieder wat wils.
In feite bestaat Grown Below al sinds 2007, maar toen luisterend naar de naam Timer. Waarom eigenlijk de overschakeling naar Grown Below?
JOKKE: Ik vervoegde de band Timer nadat ze een tweetal demo’s hadden opgenomen en hun sound nog veel meer stoner- en grunge-invloeden bevatte. Ze hadden echter een song “Snowhaze” die veel langer en melodieuzer was dan de rest van hun songmateriaal en ze wilden verder gaan in deze richting. Toen hun drummer ermee kapte, heb ik de band vervoegd en doken we al vrij snel de studio in om de plaat “Yet here we stand” op te nemen. Ondertussen begon vooral Matthijs ook meer naar extreme metal te luisteren (dat is mijn aandeel in de band, haha) waardoor de songs die hij schreef toch wel een pak zwaarder en meer “doomy” uitvielen. Onze gitarist Jens verliet op dat moment de band en werd vervangen door Nicholas, met wie we “The long now” hebben opgenomen. Vlak na de opnames verliet ook hij de band en besliste Matthijs om zelf de gitaar te hanteren (wat eigenlijk logisch was gezien hij de songs schrijft en er de natuurlijke klik is met zijn broer Lennart, onze andere gitarist). We zagen dit als een nieuwe start en we vonden dat de naam Timer niet meer zo goed paste bij de nieuwe stijl, vandaar dus de naamswijziging.
Zanger Matthijs gooide een poosje terug grote ogen toen hij vriend en vijand verraste met zijn uitzonderlijk zangtalent in The Voice van Vlaanderen. Heeft zijn deelname een invloed gehad op de band?
JOKKE: Om te beginnen moet je begrijpen dat zijn deelname aan The Voice eigenlijk volledig los stond van de band, maar dat de programmamakers natuurlijk wilden inspelen op het feit dat een goede zanger als Matthijs daarnaast ook grunt en screamt bij een metalband. Uiteindelijk heeft zijn deelname aan dat televisiecircus de band niet echt veel opgebracht op gebied van shows of dergelijke. De aanbiedingen die we kregen om live te spelen hebben we allemaal afgeketst omdat het dan meer over pensenkermissen en braderijen ging en dat we onszelf als band daar toch niet echt mee wilden associëren. Er zal natuurlijk wel een kort effect geweest zijn, maar je weet ook dat wat vandaag scoort op TV, morgen alweer verleden tijd is. Er zijn wel wat meer mensen die ons nu volgen, maar het is nu ook weer niet zo dat de eerste rijen vol met gillende tienermeisjes staan ofzo, haha.
Zelf was ik wat teleurgesteld in de cleane zang op “The other sight“. Vergeleken met wat ik op tv gehoord had en wat hij presteert in zijn solopoject Wolf Pause vind ik hem in Grown Below enorm zeurend klinken. De screams daarentegen zijn onaards goed. Hoe zien jullie dit?
JOKKE: Hhhmm, smaken verschillen zeker? Ik vind Matthijs een enorm zangtalent dat met het grootste gemak switcht van cleane zang of kopstem naar ruwe grunts en screams. Ik geef je wel enigszins gelijk in het feit dat het gebruik van de cleane zang bij Grown Below anders is dan bij zijn soloproject Wolf Pause. Bij Grown Below is de zang eerder een extra instrument en meer verweven in de muziek en doordat we niet bepaald vrolijke muziek maken, klinkt zijn stem misschien wat ingetogener, meer in mineur en voor sommige mensen wat zeurend. Bij Wolf Pause draait het natuurlijk allemaal om Matthijs en zijn stem en daar pakt hij dan natuurlijk ook meer mee uit.
Het artwork van de nieuwe zilverling brengt een haast scifi-afbeelding op een erg duistere manier. Wat is het verband tussen het artwork en de teksten of concept van de band?
JOKKE: Lennart is de man die zich bezig houdt met de teksten en het concept dat beide platen verbindt en vermits het artwork verwijst naar het verhaal ga ik deze vraag naar hem doorspelen.
LENNART: Ik ga mijn best doen om hier een zo kort mogelijk maar toch volledig antwoord op te voorzien. Om te beginnen bij de teksten dan maar, moet je vooral weten dat “New throne” het begin is van het einde, en daarmee bedoel ik letterlijk het einde van de mens maar ook het einde van de vorige plaat. De vorige plaat eindigt wanneer de protagonist verdwijnt achter de deuren van de tijd. Tijd is niet meer. Dat was een allegorie op het einde van de wereld, 2012, etc. Als je goed luistert, kan je op de laatste tonen van de laatste track op “The long no“’, “Malklara”, horen hoe een sprankel hoop zich een weg baant naar het oor van de luisteraar. Natuurlijk is dit een grijze zone, maar de laatste zin op de vorige plaat luidt: “I will forever roam”. Die eeuwigheid wordt weergegeven in die allerlaatste track. Een open einde dus. Dit tweede album is geïnspireerd op dezelfde idee, maar breidt een einde aan het tweeluik. Omdat ik mezelf ook niet wilde herhalen en het hele ‘einde-van-de-wereldgedoe’ ook afgezaagd werd, zocht ik naar een andere invalshoek om dit twee-eiige tableau toch enigszins te vervolledigen. Ik heb de Maya-literatuur doorwroet (die ik niet als inspiratie voor “The long now” heb gebruikt, overigens, uitgezonderd het idee van 2012) en leerde over verschillende zaken die ik in een modern jasje heb gestoken. Kort samengevat gaat “The other sight” over het individu dat prevaleert over de gemeenschap en hoe het egocentrisme steeds meer onze maatschappij de dieperik injaagt. Dat is het omgekeerde van wat bij de Maya’s (en bij uitbreiding alle andere oude beschavingen) centraal stond: de gemeenschap. De cover weerspiegelt dit ook, in de vorm van een figuur die afbrokkelt in vijf fases (de laatste fase is het hoopje as dat zich rond Grown Below heeft gevormd). De ik-figuur brokkelt af, de desintegratie van het individu oftewel: hoe de mens niet alleen erg fout bezig is, maar ook zichzelf en een deel van de natuur naar de verdoemenis helpt. Respectievelijk zijn deze verbrokkelende figuren ook de vijf eerste tracks (de laatste track staat voor de dood en moet ook gewoon niets anders dan dat weergeven). De weinige kale bomen langs links tonen de destructieve mens tegenover de natuur en toont op een ander niveau de leegte van zijn bestaan als regerend individu, de vallei langs rechts is de “Valo etend”, die de protagonist scheidt van de vrijheid, die besloten ligt in het één worden met de natuur en zijn medemens. “New throne” toont een hele figuur, die zich keizer waant over alles en iedereen. “My triumph” is van hetzelfde allooi, thans sluipt er toch een dualisme in: is het wel zo dat dit allemaal eenduidig is? Is er geen andere, op zichzelf staande waarheid? De protagonist meent uiteindelijk van niet, en probeert zijn twijfel weg te slikken. In het derde nummer, het instrumentale “Valo Etendi”, staat de protagonist voor een opening in zijn grot en kijkt hij naar buiten, hij laat zijn met twijfel gevulde blik zoeken over het landschap, dat bestaat uit een lange, uitgestrekte vallei. In “Phantoms” komt hij langzaamaan tot inkeer. Wat hij denkt te domineren zijn fantomen, geesten. Hij beseft dat zijn macht en individualisme geen steek houdt, omdat er niemand anders is in de grot. De waarheid is dat hij zelf naar deze grot is verbannen. Tenslotte volgt razernij in “Reverie”, en laten zijn woorden weinig aan de fantasie over: “This is my final rope”. Hij jaagt op zijn eigen schaduw. De inspiratie hiervoor komt van Plato’s allegorie van de grot (waarin personen een hun schaduwen vs. de werkelijkheid centraal staan) en dus ook de verhalen van de Maya’s. Daarin wordt o.a. verteld over Xibalba, de plaats van angst, waar twee broers naar verbannen worden. Ik ga er niet verder op in, want ik heb ook eigen dingen toegevoegd en verhalen gemengd, maar het komt erop neer dat de hoofdpersoon eerst koning in zijn eigen grot is en zich door zijn ik laat leiden, en dan verword tot een hoopje as, nadat hij beseft dat het ontberen van een groepsgevoel ervoor zorgt dat macht zich tegen hemzelf keert en uiteindelijk tot de ultieme en enige bevrijding.
Slow Burn Records uit fucking Rusland! Waarom zochten jullie een label zo ver van thuis? Dat kan toch niet gemakkelijk zijn. En zeg me niet dat er geen interesse was!
JOKKE: Toen we de promo’s van “The long now” naar labels verstuurden waren zij degenen die het snelst reageerden en het meeste interesse toonden. We checkten enkele andere bands op het label zoals Catacomb en Drawers en zagen dat er toch wel wat kwaliteit zat en dat de releases erg verzorgd waren. Aan de samenwerking met een Russisch label zijn zowel positieve als negatieve aspecten verbonden. Positief is dat we reviews krijgen van over de hele wereld (USA, Japan, Brazilië, Rusland en de landen uit het Oostblok) doordat ze toch wel een vrij goede naam hebben opgebouwd in het underground circuit. Nadeel is dan weer dat er geen toursupport is en dat ze ons ook niet kunnen helpen met het uitbrengen van de plaat op vinyl omdat er in Rusland geen vinylperserijen zijn en er het probleem is van hoge verzendingskosten en dergelijke. Uiteindelijk gaan we de vinylrelease zelf financieren en helpen de jongens van Consouling Sounds ons met de praktische zaken die eraan verbonden zijn. We hebben niet echt een contract afgesloten met Slowburn Records voor een bepaald aantal albums. We vroegen hen of ze het zagen zitten om ook de nieuwe plaat uit te brengen en vermits we een van hun beste verkopende bands zijn, was dat snel beklonken. Of de volgende plaat ook via hen gaat uitkomen weet ik niet.
Ik zie dat Grow Below een hele resem shows op de teller heeft staan. Gaande van high-profile shows tot kleinere shows in jeugdhuizen. Zijn jullie niet bang om zo een overkill aan shows te spelen?
JOKKE: Goh, zelf vind ik nu niet echt dat we zo veel shows spelen. We hebben inderdaad wel al enkele zeer leuke shows kunnen spelen waaronder Antwerp Metal Fest, Vlamrock, Rocktoberfest, de releaseshow van Musth, Metal in Theater e.d. en met enkele grotere bands samen op het podium gestaan (Year Of No Light, Switchblade, Aluk Todolo, Kongh, Tombs, Planks, Monomyth, Syndrome, Colaris en binnenkort spelen we samen met Indian en Inter Arma in Kavka in Antwerpen), maar de publieksopkomst is soms bedroevend laag. Ik denk dat er momenteel een overkill aan live concerten is. Alle bands die van hun muziek willen leven, gaan de hort op aangezien er van platenverkoop alleen niet meer te leven valt. Door het huidige economische klimaat beschikken velen niet over de nodige centjes om alle concerten mee te pikken die ze zouden willen, wat zich automatisch vertaalt naar lagere bezoekersaantallen. We hebben trouwens ook de indruk dat trage heavy muziek hier minder goed in de markt ligt dan in onze buurlanden. Tenzij je dan weer deel uitmaakt van The Church of Ra. Begrijp me niet verkeerd, ik heb erg veel respect voor die bands, maar als je niet tot hun kliekje behoort is het in België veel moeilijker om aan de bak te geraken. We hebben tot hiertoe slechts enkele buitenlandse optredens op onze teller staan (Nederland en Duitsland), maar zouden graag eens een tourtje doen in de Oostbloklanden. We krijgen erg positieve reviews uit die hoek en ik denk dat ze daar ook minder verwend zijn op vlak van aantal optredens. Ook Roadburn en Dunk! Fest staan op ons verlanglijstje.
Jullie zijn goed mee met de jonge gasten en weten uitstekend om te gaan met heel wat sociale media (Facebook, Twitter, Last.fm,…). Hoe belangrijk vinden jullie dit? En vinden jullie het niet vermoeiend om al die trends te volgen en te onderhouden?
JOKKE: Ik ben zelf de bompa van de band (de andere leden zijn gemiddeld 7 jaar jonger) haha, maar het klopt dat we behoorlijk actief zijn op sociale media. Het is vooral Lennart die zich daar mee bezig houdt. De taken binnen de band zijn eigenlijk verdeeld: Matthijs schrijft de songs, Lennart de teksten en houdt zich bezig met sociale media en het zoeken van optredens, ikzelf ben de boekhouder van de band en hou me ook bezig met Facebook, enkele fora en het zoeken van optredens. Jolan tenslotte, uhm…tja, die regelt de repetities haha (maar is tevens een begenadigd bassist hoor)!