Wat we kunnen verwachten van nieuw materiaal van Práva Kollektiv hoef ik u niet meer te vertellen (een korte zoekterm op deze eigenste site volstaat om dat punt hard te maken), wie het Práva Kollektiv is weten we 8 jaar nadat ze met Arkhtinn voor het eerst van zich lieten horen nog steeds niet bij Addergebroed. Ikzelf leerde het gebeuren pas kennen tijdens het offensief dat ze in 2017 lanceerden en waarmee ze alle andere projecten (Voidsphere, Mahr, HWWAUOCH en Pharmakeia) met een Howitzer mijn playlist in bliezen, en vanaf het jaar nadien ook steevast een felbevochten plek in mijn jaarlijst wisten op te eisen. Dit jaar geen vijf, maar twee releases vanuit het anonieme maar felbesproken kamp. Less is more?
Nu moet ik toegeven dat Arkhtinn voor mij steeds de vreemde eend in de bijt is geweest binnen het onbekend gezelschap. Alle andere projecten trokken in 2017 meteen mijn aandacht (Mahr bleef naar mijn mening nadien wat achterop), maar Arkhtinn… Enerzijds lag de oorspronkelijke formule me niet: demo’s met twee nummers waarvan het ene allesverschroeiende black metal, het ander (naar mijn oren) oersaaie ambient. Zelfs de A-kanten deed ik smadelijk af als Darkspace klonen – al was dat meer gekscherend bedoeld dan dat ik ze echt als schaamteloze kopieën wilde afdoen, daarvoor was hun vakmanschap ontegensprekelijk te hoog. De eerste full-length maakte komaf met de ambient en passeerde dus vaker eens de playlist. Niettemin was het pas de “Astrophobia” split met Starless Domain waarop ik pas echt aangenaam verrast werd door de gezichtsloze entiteit. Godzijdank heeft Arkhtinn ook op “二度目の災害” de ambient achterwege gelaten en voor het eerst brengen ze mij een mokerslag van jewelste toe.
Waar Arkhtinn in mijn oren vaak zoekende was – inderdaad de Darkspace-regionen van het genre aftastend – lijken ze hier echt een eigen sound gevonden te hebben. Eens de laatste morsecodes richting de mensheid in beide nummers zijn uitgedoofd (Track 1: “Captain’s log. Entry 258. We found it. The void. The crew are going into madness. Request help.” – Track 2: “Captain’s log. Entry 262. Fear no more. Fear no more. For it is infinite. It is I. I am it.”) komt de omvattende nietige grootsheid van het universum als vanouds op ons afgestormd, zoals steeds gestuwd door eindeloos ratelende computerdrumbarrages, gedragen door fuzzy en in de achtergrond verstopte gitaren en overstemd door het inhumane gekrijs van de (ik vermoed twee) vocalist(en) – en synths. Uiteraard speelt synth een rol in deze stijl, maar Arkhtinn ziet het niet minimalistisch, maar groots. Niet verdrinkend in ijzig niets, maar even warm als de weinige lichtstralen die leven – hoop? – meedragen doorheen het eindeloze nihil. Mocht je denken dat het hier plots om Mesarthim-achtige warme ‘spacey’ black hebben ben je aan het verkeerde adres, gezien Arkhtinn met hun meer uitgekiend geluid waarin gitaar en toetsen soms amper te onderscheiden zijn nietsontziender uit de hoek komt dan ooit.
In het eerste luik “一番” worden we heftig de kosmos ingekatapulteerd waarbij de synths meer dan ooit een dreigende toon aannemen en ons met een ongemakkelijk gevoel opzadelen, dat algauw een terechte voorbode lijkt te zijn van een passage die ons verder en genadeloos voortstuwt en algauw triomfantelijke proporties aanneemt. Maar: rond de dertiende minuut krijgt Arkhtinn mij pas echt mee: een artilleriebombardement waar de toetsen haast speels doorheen dansen – maar dan op een manier die zodanig opgejaagd is dat je niet anders kan dan op het puntje van je stoel te zitten. Wanneer deel één van het tweeluik na een kwartier even adempauze inlast, komt Arkhtinn met wat het meest triomfantelijk klinkend stuk black metal van dit jaar moet zijn. Ik laat ondertussen stilaan mijn skepsis varen.
De beschrijving van nummer één hierboven is een casusillustratie, want wat nummer twee betreft is het verhaal eigenlijk hetzelfde: ondanks dat de start van het nummer me even doet aarzelen drijven de keys, die hier bijna de rol van operette-vocalen op zich nemen, ons verder het eindeloze maar warm geïllustrerde vacuüm in meesleuren, zo komt opnieuw de afrekening: iets voor halfweg ontbloot Arkhtinn opnieuw venijnig haar tanden in een genadeloze afrekening van zij die dachten er even comfortabel bij te gaan zitten: het bloedstollend gekrijs is er een grimmige aanmaning toe. En dan hebben we het nog niet over de infarctverwekkende finale gehad waarin alle puzzelstukken bijeenvallen.
Sinds de nieuwe Práva releases het levenslicht zagen spendeerde ik reeds een twintigtal luisterbeurten – in zowel meer als minder nuchtere staat – met de nagelnieuwe Arkhtinn, en de plaat blijft me achtervolgen. Ik heb zelfs het gevoel deze langspeler met mijn geneuzel onrecht aangedaan te hebben, dus ik kan enkel een mea culpa slaan: mijn skepsis was ongegrond, Arkhtinn anno 2021 heerscht.
CAS: 89/100
Arkhtinn – 二度目の災害 (Amor Fati Productions 2021)
1. 一番
2. 二番