Zie daar! Een nieuwe Esoctrilihum. Asthâghul had vorig jaar nog maar zijn laatste full-length uitgebracht, maar dat is dan ook meteen één van de voordelen van een one-manband, blijkbaar. Jammer genoeg is het vaak een kwestie van kwantiteit boven kwaliteit, maar dat principe is tot dusver niet vaak van tel voor de mysterieuze Fransoos. Hij brengt sinds zijn inceptie in 2017 steevast minstens een langspeler per jaar uit, steevast op het magnifieke I, Voidhanger Records, en lengt die platen de laatste tijd ook aan met de obligatoire EP tussendoor.
Persoonlijk leerde ik dit veeleer enigmatische project kennen toen het uitstekende “The telluric ashes of the ö vrth immemorial gods” het daglicht zag, en wat voor een kennismaking was dat ook: de plaat walst op een oprecht uitputtende manier over je heen, doordrongen van extreem complexe songstructuren en onmenselijk variërende krijsen, geniale composities en een heel uniek karakter dat zich woest verzet tegen eender welke vorm van categorisatie. Het enige puntje van periodiek weerkerende kritiek (al voelt ‘kritiek’ veelal als een sterk woord), is dat de beste man er een sport van lijkt te maken zijn sonische schepsels uit te rekken tot net voor het breekpunt, wat vaker wel dan niet resulteert in langspelers van meer dan vijfenzeventig minuten. Het zou dus zowaar mogelijk zijn dat de beste man luistert naar de al dan niet constructief geformuleerde kritiek die hem ongetwijfeld occasioneel toegeworpen werd! “Consecration of the spiritüs flesh”, zijn nieuwste vleesgeworden aanslag op je gehoorstelsel, klopt af op amper veertig minuten! EP’s (uiteraard) terzijde gelaten is dit ook met kop en schouders Asthâghul’s kortste werk.
Wat krijgen we hier ditmaal voorgeschoteld, dan? Een razende, van agressie vervulde uitbrander die evenveel ademruimte laat als een langgerekte waterboarding-sessie op basis van diesel in plaats van water. Focus. Scherpzinnige songwriting, beukende drumrolls, opzwepende temposwitches, aangevuld met de ondertussen gepatenteerde plethora aan verschillende maar allemaal onaardse vocalen. Er zit een ontegensprekelijke urgentie vervat in de zeven nummers die deze plaat rijk is, een urgentie die je nietsvermoedende smoel vanaf de meet met een auditieve dunschiller fileert tot er niet veel meer dan de hoes van Pissgrave’s laatste langspeler overblijft.
Wie naast deze ongebreidelde brutaliteit toch ook wat van het magische en meeslepende riffwerk dat de Fransman op vorige output veelal zonder verpinken leek te manifesteren wil horen, moet zich verder geen zorgen maken – gitaarlijnen als degene die doorheen het meesterlijke “Thertrh” geweven zijn, blijven meteen door je holle kersenpit galmen.
Laat het duidelijk zijn – we waren al fan van een groot deel van het portfolio van Esoctrilihum. Vanaf dag één was het behoorlijk duidelijk hoeveel potentieel de man wel niet waarborgde. Dat op deze plaat allemaal zo mooi te zien samenkomen is oprecht fijn, ik hoop dat “Consecration of the spiritüs flesh” de maatstaf wordt en kijk reikhalzend uit naar wat er nog op het programma staat.
JULES: 89/100
Esoctrilihum – Consecration of the spiritüs flesh (I, Voidhanger Records 2022)
1. Spiritüs flesh
2. Thertrh
3. Shohih
4. Tharseîdhon
5. Scaricide
6. Sydtg
7. Aath