Aanleiding voor dit terugblikinterview is de recente heruitgave door New Era Productions van de Liar Of Golgotha debuutlangspeler “Dancing through the palace of the ungodly beauty” en de daaropvolgende EP “Vendetta” die beide in 1996 verschenen. We blikken met gitarist Vincent terug op de levensloop van Liar Of Golgotha, één van de vaandeldragers van symfonische black metal uit de Lage Landen. (JOKKE)

Kreeg je doorheen de jaren veel vragen voor reissues van jullie back catalogue?
De totstandkoming van deze heruitgaven via New Era heeft, door omstandigheden, een aantal jaren geduurd. Voor die tijd was er slechts sporadisch interesse, maar toen lag de markt er anders voor dan nu. Door de toename in verkoop van vinyl, en nu zelfs weer tapes en cd’s, is ook de interesse om oude Liar Of Golgotha te herpersen ontstaan. Desondanks kan ik de verzoeken die ik heb gekregen op twee handen tellen. Er komt overigens ook nog een CD heruitgave aan via Vic Records.

Op welke punten verschillen deze heruitgaves van de originele versies?
De heruitgaven zijn opnieuw van de nog beschikbare mastertapes gehaald en voor het eerst in een studio gemasterd. In het verre verleden lag het masteren, zeker voor beginnende bands met een minimaal budget, vaak bij de perserij, als de opname al niet vrijwel onbewerkt het vinyl op ging. Waarschijnlijk was het niet veel meer dan het afstellen van het volume. Omdat ook de techniek van het masteren een kwart eeuw is doorontwikkeld, klinkt alles nu net wat lekkerder. Toch zijn we bewust gegaan voor een geluid dat niet te ver van het origineel af ligt. Oude muziek hoeft niet nieuw te klinken!

Verder heb ik ook alle artwork opnieuw door de designmolen gehaald, gebruik makend van oud materiaal dat Lawrence (drummer van 1995 tot 1998; ADDERGEBROED) en ik in onze persoonlijke bandarchieven hebben teruggevonden. Daar heb ik nu, in tegenstelling tot in het verleden, de volledige controle over behouden.

Liar Of Golgotha werd in 1993 als een duo opgericht door zanger/gitarist Gorgoroth en drummer Esteban, beiden met een verleden in Funeral Winds. In 1994 verscheen de single “The seventh winter” en even later vervoegde je de band. Hoe kwam je bij Liar Of Golgotha terecht?
Na de opname van “The seventh winter” viel het project stil en zat Gorgoroth al vrij snel zonder drummer, omdat Esteban uit beeld verdween bij zowel Funeral Winds als Liar Of Golgotha. Ik denk dat Gorgoroth mij eind 1994 of begin 1995 heeft benaderd met de vraag of ik als gitarist wilde meewerken aan het opnieuw leven inblazen van Liar Of Golgotha, omdat hij het project niet alleen wilde trekken. In eerste plaats was hij ook vooral zanger en geen gitarist. Samen zijn we gaan werken aan nieuw materiaal, geschreven met synthetische drums uit een keyboard die ook op ”Winter returns…” te horen zijn. Op dat moment hadden we nog geen nieuwe drummer op het oog, maar hadden we al wel een toezegging voor de tape bij Witching Hour en wilden we niet te lang op ons laten wachten. Een drummer van vlees en bloed had om die reden niet de hoogste prioriteit.

In 1996 verscheen jullie debuut “Dancing through the palace of the ungodly beauty” waarop heel wat nummers van de single “The seventh winter” en de daaropvolgende demo “Winter returns” (1995) prijken, aangevuld met enkele nieuwe tracks. Was die periode voorafgaand aan jullie debuut een goede leerschool om een eigen identiteit te vinden en om aan jullie kwaliteiten op vlak van songwriting en instrumentbeheersing te schaven?
Alle nummers van de single en tape zijn op het debuut terechtgekomen. Twee andere nummers stonden voor het debuut al op een promotape uit november 1995. Dit was kort nadat we een drummer (Lawrence), keyboardspeler (Marco) en een bassist (Mous) hadden gevonden. Veel tijd om te schaven aan onze kwaliteiten was er overigens niet: het debuut werd in december 1995 opgenomen, circa twee tot drie maanden nadat onze line-up volledig was. Persoonlijk leerde ik in sneltempo mijn techniek te verbeteren door de komst van Mous, die zorgde dat ik continu werd uitgedaagd op de gitaar. Het schrijven van muziek werd steeds meer een aangelegenheid van de hele band, dus die groei ontstond van nature.

Dancing through the palace of the ungodly beauty” bulkt van de atmosfeer. Dat de nummers niet altijd even strak werden ingespeeld hoort dan weer bij de charme. Sta je nog 100% achter deze release of zijn er zaken die je achteraf beschouwd anders zou hebben aangepakt?
Ik sta nog steeds volledig achter de release. Alles is opgenomen in drie dagen en ondertussen werkten we alweer aan de nummers van “Vendetta” die muzikaal gezien weer een grote stap verder lagen. Achteraf gezien was deze ontwikkeling een onvoorstelbare prestatie. Natuurlijk zijn er altijd dingen die anders kunnen bij een opname – zoals iets meer tijd voor opname en mix – maar daar sta ik nooit te lang bij stil. Op dat moment was dit blijkbaar wat we nodig hadden voor deze creatie, met alle plus- en minpunten die daarbij horen. Alles strak inspelen wordt sowieso overgewaardeerd.

Het gebruik van synths en keyboards speelde een grote rol in jullie sfeerschepping en maakte van Liar Of Golgotha één van de vaandeldragers in de Benelux op dat vlak. Blijkbaar zou Nergal van Behemoth er voor iets tussen zitten dat jullie keyboards gingen gebruiken, niet?
Nergal heeft in de zomer van 1995 een keyboardpartij verzonnen voor een van onze nummers toen hij tijdens zijn vakantie kort bij Gorgoroth verbleef. Omdat onze drums op dat moment uit een keyboard kwamen, was ook het idee al aanwezig om het keyboard soms als instrument toe te voegen. Nergal heeft voor ons bevestigd dat keyboards uitstekend een bepaalde sfeer kunnen neerzetten, die soms niet met gitaar en bas te bewerkstelligen was.

Een ander opvallend element is het gebruik van vrouwelijke vocalen, een stijlelement dat enkele jaren later enorm populair zou worden in bands die een commerciëler geluid gingen omarmen. Hoe zijn jullie bij Azora en Cindy beland?
Beiden maakten destijds deel uit van onze vriendenkring en waren bereid tekst in te spreken. Azora had dit voor ons al op “Winter returns…” gedaan. De mix van de vrouwelijke vocalen op die demo vind ik overigens beter geslaagd; warmer en verleidelijker. We hadden overigens geen commercieel doel voor ogen met deze vocalen, maar waren van mening dat het kon bijdragen aan de sfeer van de demo; wat het ook deed.

In het kielzog van de winnende populariteit van bands als Dimmu Borgir en Cradle Of Filth ontstond er een soort van tegenbeweging met bands die een statement maakten dat er geen keyboards of female vocals werden gebruikt op hun albums. Kregen jullie destijds soms kritiek wegens jullie grote gebruik van synths en toetsen?
In eerste instantie, ten tijde van de demo en het debuut, nog niet, al werd de overgang van het rauwe “The seventh winter” naar het atmosferische “Winter returns…” niet altijd begrepen. Toen black metal bekender werd door Cradle Of Filth en Dimmu Borgir kregen ook wij in toenemende mate kritiek. Vijandigheid en opstootjes over van alles en nog wat hoorde overigens bij de black metal scene. Black metal maakte je niet om gezellig sociaal te zijn of om het gepeupel te behagen. Als we geen keyboard zouden hebben gebruikt dan werd er vast wel geklaagd over andere elementen; we kwamen tenslotte niet uit Noorwegen…

Het is natuurlijk zo dat keyboards de muziek toegankelijker kunnen maken, maar die realisatie is vooral gekomen nadat “Dancing through the palace of the ungodly beauty” en “Vendetta” al waren uitgebracht, en ontstond door de commerciële doorbraken die Cradle Of Filth en Dimmu Borgir maakten met respectievelijk “Dusk and her embrace” (1996) en “Enthrone darkness triumphant” (1997). Vóór die releases zeek overigens ook vrijwel niemand over “The principle of evil made flesh” of “For all tid” en “Stormblåst”, maar dat terzijde. In die tijd stond Liar Of Golgotha overigens nog met beide bands in contact.

De hoes van “Dancing through the palace of the ungodly beauty” sprak me destijds als hitsige puber wel aan. Wat ik me altijd heb afgevraagd is op welke muziek de naakte dame op de cover aan het dansen zou zijn?
Ik heb zo mijn persoonlijke ideeën over de titel van het album en de cover die daarbij is ontstaan, maar ze zijn inmiddels onlosmakelijk verbonden met de LP. Om die reden hebben we ook niet gekozen voor volledig nieuw artwork voor de heruitgaven, ondanks het feit dat de originele schilderijen spoorloos zijn en nieuwe scans moesten worden gemaakt van teruggevonden fysieke 8×10 cm foto’s van de originelen.

Wat een naakte dame in haar vrije tijd doet in de tochtige gangen van haar kasteel moet zij zelf weten, maar als ik een gok moet wagen over haar muziekkeuze ga ik voor “Unchained” van Thor. Black metal en dansen vormen namelijk geen vruchtbare combinatie.

Op de heruitgave is het kleurenpallet wel heel wat donkerder uitgedraaid vergeleken met de originele LP-versie. Bewuste keuze?
Dat is een bewuste keuze geweest. De originele hoes heeft, naar mijn smaak, te harde lijnen en doet daardoor denken aan een striptekening. De cover van “Vendetta” moest qua gevoel passen bij die van “Dancing…”. Daarom is ook daar gekozen voor een duisterder palet. Tegelijkertijd was er ook het probleem van de verdwenen originelen en de daardoor opgeblazen scans die moesten worden gebruikt. Bovendien zie ik bij black metal geen contra’s voor het gebruik van donker artwork.

De hoofdriff van “My dream of red” vertoont heel wat gelijkenissen met “Orgasmatron” van Motörhead. Waren jullie je daar destijds bewust van?
Alle bandleden kenden Motörhead’s “Orgasmatron”. De niet-opzettelijke gelijkenis tussen de twee interesseerde ons niet; het was geen cover.

De tekst voor “The strong warlord” werd gepend door Jarl Flagg-Nidhoegg van het omstreden Absurd. Destijds werd daar mijns inziens niet veel om gemaald maar ondertussen is de tijdsgeest toch wel wat veranderd en zou dit de band heel wat kritiek en controverse opleveren. Zou je zoiets de dag van vandaag om die redenen eerder uit de weg gaan of hoort controverse nu eenmaal bij black metal?
Ook toen werden er regelmatig vragen gesteld over de samenwerking met J.F.N., waarbij soms ook vragen over ideologie de revue passeerden, maar de tijdgeest was, zoals je stelt, anders. Er was meer ruimte voor afwijkende levenskeuzes en interpretaties van ideologie, ongeacht of de gemiddelde brave burger (en ook de metalscene) het er wel of niet mee eens was. In het verleden speelde ook zeker de drang om de blackmetalscene klein en in zichzelf gekeerd te houden; extreme manieren om een schild om de scene te bewerkstelligen werden niet geschuwd. Tegenwoordig is dat geen reden meer; black metal laat zich door zijn omvang helaas niet meer terugduwen in haar oorspronkelijke cocon.

Er zijn, vaak individueel gezien, redenen om dergelijke controverse vandaag de dag uit de weg te gaan, maar er zijn net zoveel redenen om dezelfde controverse niet te schuwen. De misantropie, het nihilisme en de intolerantie, die door de aderen van het blackmetalgenre stromen, zijn niet te rijmen met het mijden van (extreme) niet-muzikale grenzen, het conformeren aan publieke opinies en modegrillen, of het wegblijven van haat en/of afkeer in welke verschijningsvorm dan ook, inclusief controversiële vormen.

De teksten die J.F.N. voor ons heeft geschreven waren overigens extreem blasfemisch en hadden weinig van doen met enige politieke boodschap. Dat zijn persoon omstreden was, was ons bekend maar geen enkele reden om zijn bijdragen naast ons neer te leggen. Ook vonden we Absurd, die net “Thuringian pagan madness” had uitgebracht, in al zijn ruwheid gewoon een geweldige band. Ik ben die mening nog steeds toebedeeld. Niet voor niets hebben Paranoia en ik gekozen om op de Lanz CD “Transcendence through death” een Absurd klassieker te coveren.

De opnames van zowel jullie debuut als de voorafgaande demo gebeurden door producer Camille Dings. Op Metal Archives zijn geen andere metalreleases te vinden waarbij de man betrokken was. Hoe zijn jullie destijds bij Camille terecht gekomen en begreep hij de muziek en sound die jullie voor ogen hadden?
Ik weet niet precies hoe we bij Camille terecht zijn gekomen en ik ken zijn track record niet. Of hij de muziek wel of niet begreep interesseerde ons niet. Black metal als studioproduct was sowieso nieuw en vrijwel geen enkele Nederlandse studioproducer snapte het. Misschien is dat juist wel een voordeel gebleken. Hadden we een studio met een (death)metalhistorie gekozen, dan hadden we wellicht niet als een blackmetalband geklonken.

In de aanloop naar jullie debuut groeide de line-up tot een kwintet uit. Bracht dat grote veranderingen qua dynamiek in de band met zich mee?
Tijdens ons eerste (basloze) live-concert in Baroeg, Rotterdam, realiseerde Mous zich dat Liar Of Golgotha als band potentieel had en heeft hij ingestemd te komen bassen. Mous en Lawrence hadden beiden al veel ervaring met het schrijven van muziek (en speelden al eerder samen in Death Sentence), dus de dynamiek veranderde zeker. De stappen in de kwaliteit van de composities zijn het meest duidelijk tussen de twee heruitgegeven albums.

Enkele maanden na de release van het debuut keerden jullie al terug met de “Vendetta” EP die me sterk aan Gehenna doet denken. Wat was het idee achter deze release? Er bestond blijkbaar ook een promoversie van twee van de drie songs op deze release. Waarom trokken jullie in maart 1996 wederom de studio in nadat de twee songs in januari van dat jaar ook al eens opgenomen waren?
De vergelijking met Gehenna is treffend. Dat was een van de bands die met hun “First spell” en “Second spell” voor ons een muzikale inspiratiebron vormde. Overigens wordt “Vendetta” ook wel genoemd als een tegenhanger van Cradle Of Filth’s “Vempire”. Die kwam echter uit na de opnamen van de “Promo 1996” en “Vendetta”, dus dat was niet opzettelijk, maar ik begrijp de link die mensen leggen wel. Beide releases verhalen immers over vampirisme. De associatie met Gehenna spreekt mij veel meer aan!

Cryonics Records heeft destijds een aanbieding gedaan om op korte termijn een mini-album uit te brengen. Die hebben we met beide handen aangegrepen. Slechts weken na de opnamen van het debuut namen we twee nummers als voorproefje op voor het label, aangevuld met een rehearsal van het derde nummer dat nog niet af was. Dat was de “Promo 1996”. We besloten op een later moment nogmaals de studio in te gaan om alle nummers kwalitatief  beter op te nemen. Muzikaal gezien is dat gelukt. Qua geluid heb ik echter een lichte voorkeur voor de promoversie. Bovendien is studiowerk geweldig om te doen – de ultieme creatie van muziek – dus waarom zo’n kans voorbij laten gaan?!

In 1997 werd wederom een promo opgenomen en een jaar later verscheen de tweede langspeler “Dwell within the mysterious dark” die een iets commerciëler geluid omarmde. Waarom hield je het na deze release voor bekeken bij de band?
Dwell within the mysterious dark” verscheen in 1998. Tot die tijd groeiden we op alle fronten, gingen we steeds vaker live spelen, om uiteindelijk in de eerste helft van 1998 een drieweekse Europese tour te doen met Enthroned en Dark Funeral. Dit alles vergde een hoop tijd – maandelijks één of meer optredens, twee dagen in de week in de oefenruimte – terwijl ik tegelijkertijd voltijd studeerde. Het was mij daarnaast duidelijk geworden dat live spelen geen ambitie van me was (en nog steeds niet is) en ik geen hang had naar populair worden, dit in tegenstelling tot enkele anderen in de band die wat graag wilden doorbreken. Daar kwam bij dat we vaker alleen livesets oefenden dan dat er werd gewerkt aan nieuwe muziek, zoals in het begin het geval was. Na enkele andere voorvallen, waar ik hier niet op in ga, besloot ik eind 1998/begin 1999 uit de band te stappen.

In 2000 bracht Liar Of Golgotha diens zwanenzang “Ancient wars” uit die de band een nog meer commerciële richting uit stuurde. Ben je blij dat je niet meer op deze plaat te horen bent?
Ik heb de meeste van de teksten op “Ancient wars” geschreven, dus ik ben in zekere zin nog wel aanwezig op het album, alleen niet te horen. Het heeft een paar hele sterke nummers, zoals “Ghost of the ancient Siberian wolfcult” en “Ways of the wind”, en kent een geweldige atmosferische spanningsboog. Helaas doorbreekt de Exodus-cover die boog vlak voor de finish als een echte anticlimax en had daarom achterwege moeten blijven. Ik stop die CD altijd na “The fall”; het ware eind van de plaat.

Mijn persoonlijke muzikale voorkeur ligt het meeste bij de stijl die ik later in Funeral Winds speelde, denk aan het materiaal op “Koude haat”. Ik heb daarom nog altijd het meeste met het ongepolijste en ongecompliceerde Liar Of Golgotha debuut.

Heb je weet of “Dwell within the mysterious dark” en “Ancient wars” eveneens een heruitgave zullen krijgen?
Vooralsnog zie ik het nog niet gebeuren, maar zeg nooit ‘nooit’.

In 2003 verscheen de “The proliferation” demo, maar tot een nieuwe langspeler is het nooit meer gekomen. Wat waren de redenen voor Liar Of Golgotha om de handdoek in de ring te gooien?
Ik ken de interne dynamiek van de band uit die tijd niet goed – ik kwam tenslotte niet meer in de oefenruimte – maar de informatie die ik heb kan ik het beste samenvatten als een samenloop van writer’s block, prestatiedruk en de welbekende ‘musical differences’. Mascot Records wachtte langer dan afgesproken op nieuw materiaal. Ook had de band in de tussentijd te maken gehad met line-up wisselingen, wat altijd extra aanpassingen vergt. Of er sprake was van een tanende motivatie kan ik niet zeggen. De drie nummers op “The proliferation” doen mij denken van niet, al kwamen die ook weer niet razendsnel tot stand…

Heb je nog veel contact met je ex-bandleden? Denk je dat een reünie er nog zou inzitten op een dag? Kijk maar naar een band als Unlord bijvoorbeeld die ook een éénmalig reünieoptreden achter de rug hebben.
Ik heb sinds de heruitgaven in beeld kwamen weer regelmatig contact met Lawrence. De rest zie ik hooguit jaarlijks. Ik kan wel zeggen dat een volwaardige reünie onwaarschijnlijk is. Een deel van de muzikanten is zelfs helemaal niet meer actief als muzikant. Aan wat andere bands doen, heb ik geen boodschap.

Wat vind je de beste plaat die Liar Of Golgotha heeft geschreven?
Die vraag kan ik op meerdere manieren beantwoorden. Luisterend naar de composities is het latere werk sterker dan het oude werk. Luisterend naar de productie ga ik voor het oude werk, omdat dat nog volledig draaide om sfeer en nog dicht tegen de oorspronkelijke black metal aan zit. Luisterend naar mijn gevoel ga ik voor “Dancing…”. Mijn eigen teksten nalezend gaat er niets boven mijn werk op “Ancient wars”.

Welke lessen heb je getrokken uit je periode bij Liar Of Gogotha? Wat vind je de grootste verwezenlijkingen van de band en op welke punten liep het fout?
Het is de band waarin ik professioneler naar muziek ben gaan kijken en heb geleerd hoe het er in de metalmuziekwereld achter de schermen aan toe kan gaan. Bovendien ben ik in Liar Of Golgotha in de rol van gitarist gegroeid, wat ik in latere bands heb kunnen voortzetten. Vóór Liar Of Golgotha speelde ik voornamelijk basgitaar. Het voelt goed dat we met de band iets hebben kunnen betekenen voor de Nederlandse blackmetalscene (al zal niet iedereen onze ‘commerciële’ keyboard- en vrouwenstem-inbreng in dank afnemen; jammer voor hen) en dat we nu, twintig jaar na het einde van de band, nog steeds niet zijn vergeten.

Waar het wat mij betreft is fout gegaan, is de eerdergenoemde drang om door te breken. Die heeft de spontaniteit en het ruwe randje van de muziek langzaam aan geërodeerd. Daarbij is de essentie van black metal helaas nog wel eens op de achtergrond geraakt. Dat pad heb ik in de tijd na Liar Of Golgotha niet meer bewandeld.

Hebben jullie destijds veel shows in België gespeeld? Vallen er leuke anekdotes te delen over bepaalde toestanden die jullie destijds meegemaakt hebben op concerten? Hebben jullie ook getourd?
Ik denk dat we een handvol shows in België hebben gedaan, waarbij – voor ons heel ongebruikelijk – meerdere mensen in het publiek corpsepaint droegen, volledig voorbijgaand aan het rituele aspect van het gebruik daarvan door bands. Er zijn vast een heleboel anekdotes te vertellen (al bestaan live shows altijd uit heel veel wachten). Vraag de bandleden en je hoort over het signeren van borsten na een optreden, gewapend met zwaarden door de stad over straat naar een fotoshoot lopen – niemand had erover nagedacht ze in te pakken – en allerlei vetes tussen bands, fysieke opstootjes en bedreigingen; memorabele tijd! De lokale bidstond voor de optredende bands en het publiek met demonstraties van de christengemeenschap voor de deur in Zwolle, jaren na “Dancing…” en “Vendetta”, is er ook een voor in de boeken…

Je speelt momenteel o.a. in Perfide waarin muzikanten zitten die een heel pak jonger zijn dan jij. Merk je bij hen hetzelfde brandende vuur als bij jullie destijds?
De muzikanten in Perfide gaan, ongeacht dat zij inderdaad jonger zijn, stuk voor stuk volledig voor de muziek die we maken en hebben de juiste instelling qua black metal, maar omdat we nogal ver uit elkaar wonen zijn de contacten vaker online dan offline. Dat heeft zijn impact op hoe vlot een en ander verloopt, maar daar ben ik niet rouwig om. We willen allemaal gewoon eigenzinnige black metal neerzetten met een flinke dosis old-schoolgevoel. Feit blijft dat we als Perfide midden in een grote gevestigde scene zijn gestart, terwijl Liar Of Golgotha de scene nog heeft kunnen vormen, wat gechargeerd gezegd. Die startpositie beïnvloedt onbewust de drijfveren en doelen van nieuwe bands, dus ook van Perfide. Het is eigenlijk gewoon het verschil tussen ‘old-school’ en ‘old’; met andere woorden: Liar Of Golgotha hoefde niet als een jaren negentig band te klinken. We waren jaren negentig.

In 2004 lanceerde je de online “Encyclopedia of Dutch Black Metal”. Waarom vond je het belangrijk een overzicht te maken van de scene van eigen bodem? Hoe staat het momenteel met deze site?
De encyclopedie werd gelanceerd als drukwerk. De website volgde daarna en was in eerste instantie vooral een reclamezuil voor het boekwerk. Later kreeg de website de functie die het nu heeft.

Destijds dacht iedereen dat black metal in Nederland slechts een marginaal verschijnsel was en dat je voor die muziekstijl toch echt elders moest zijn, namelijk in Scandinavië. Ik wilde laten zien dat Nederland ook bands had die prima black metal maakten, maar gewoon niet zichtbaar waren door het noordelijke rookgordijn dat door de commercie was opgeblazen tot een enorme ijswal. De Nederlandse scene had en heeft een heel eigen gezicht, dat zich over het algemeen minder aantrekt van wat er populair is en daarom altijd een beetje ondergronds is gebleven.

Mijn website is nog steeds online maar al vele, vele jaren niet voorzien van updates. Ik heb er de zin en de motivatie niet meer voor. Ik ben me momenteel aan het beraden wat ik ermee wil doen. Niets is voor eeuwig en twintig jaar deze site in de lucht houden is wellicht al veel te lang!

In de vorm van “Streams of ancient wisdom: The history of Dutch death and extreme metal” verscheen een knap naslagwerk over de vele deathmetalbands die Nederland rijk is. Peter van De Pankraker had een gelijkaardig idee maar dan wat betreft black metal. Aangezien enkele belangrijke namen uit de beginjaren niet wilden meewerken, belandde dit idee echter in de koelkast. Blijkbaar zou er naar ik vernomen heb wel een documentaire in de maak zijn? Hoe zie jij de ontwikkeling van black metal in Nederland vergeleken met die van death metal?
Black metal zette zich in den beginnen onder meer af tegen het commerciële succes van death metal en de vele daarmee gepaard gaande zielloze producties, maar loopt inmiddels nog altijd in dezelfde valkuilen. Ik denk dat de beginjaren van alle subgenres van metal overeenkomsten kennen. Een groepje voorlopers breekt door met een nieuwe stroming, waar zijzelf en anderen mee aan de haal gaan, verbeteringen in aanbrengen, mee experimenteren, totdat deze groot genoeg wordt om op de radar te verschijnen van steeds grotere labels met hun commerciële filters, die een steeds grotere muzikale eenheidsworst opeisen, wensen van het grote publiek vervullen, en daarom geld tegen dure studio’s smijten om een zo gestroomlijnd mogelijk en risicoloos product af te leveren. Dat gebeurde met thrash metal, death metal en vervolgens met black metal. Tegelijkertijd vallen de genres uiteen door experimenten en kruisbestuivingen en fragmenteren de ideeën binnen en over het genre, waardoor traditionele en avantgarde kanten en allerlei variaties daartussen allemaal claimen tot het genre te behoren (en dan spreek ik nog niet eens over de ideologische wildgroei die soms te zien is). Om die reden worden genres meerdere keren per decennium dood en weer herboren verklaard…

Op een paar individuele bands na is Nederland nooit een bekend blackmetalland geworden. Onze scene doet nog steeds een beetje zijn eigen ding, al zie je de eenheidsworst ook hier langskomen. Bands laten zich leiden door grote ambities en zijn niet altijd geïnteresseerd om een intrinsiek en uniek kunstwerk met een diepere betekenis neer te zetten. Bands die hun muziek aanprijzen met “voor fans van…” moeten zich maar eens goed achter de oren krabben!

Peter van De Pankraker heeft een aantal van de interviews die hij deed voor het niet verschenen boek, te weten Necro  Schizma, Bestial Summoning en Liar Of Golgotha, gebundeld en als magazine alsnog de wereld in geholpen. Van een documentaire weet ik niets.

Wat zijn je favoriete Nederlandse blackmetalplaten ooit?
Ik heb geen favorieten, omdat mijn voorkeur samenhangt met mijn stemming, maar de volgende klassieke NLBM dringt zich meteen op, zonder dat ik ze continu beluister overigens: Funeral Winds met “Resurrection…”, Countess met “The return of the horned one”, Bhaobhan Sidhe’s “Jinx”, Bestial Summoning met “The dark war has begun”, Lanz met “Göttin der Hölle”, Fluisterwoud’s “Langs galg en rad”, Omnihierophantom met “Beyond eternity”, Apator’s “Guilty of down-syndrome”, Deinonychus met “After the rain falls… an empty sky remains”, Future Tense met “Condemned to the gallow”, Galgeras met “Booswichterij”… Er zullen me vast nog meer releases opborrelen nadat ik mijn antwoord heb gegeven, maar dat zij dan zo.