Na een afwezigheid van zo’n vijf jaar detecteerden we recent plots terug activiteit in het Elfsgedroch-kamp. De radiostilte rond deze Groningse blackmetalband werd vorige week dan ook doorbroken middels de prima EP “Voor de Groninger poorten, hoogmoed eindigt in as”, die via nieuwe broodheer Eisenwald verscheen. Er staat echter nog meer moois te gebeuren waarover reeds een tipje van de sluier wordt opgelicht in het onderstaande vraaggesprek dat we met de band hadden. (JOKKE)

Elfsgedroch is een band die haar tijd lijkt te nemen. Zo ligt er maar liefst vijf jaar tussen voorligger “Gedoemd tot de eeuwige jacht” en de nieuwe EP – voldoende tijd om dezer dagen in de overvloed aan releases al snel in de vergeetput te geraken. Vanwaar het lange wachten op nieuw materiaal?
Soms gaat het nu eenmaal zoals het gaat. Na “Gedoemd tot de eeuwige jacht” kregen we onder andere te maken met Corona, wat behoorlijk wat roet in het eten gooide. Ons vorige label, Diaphora Produktion, besloot in winterslaap te gaan vanwege perikelen in de privésfeer waardoor we naar een nieuwe platenmaatschappij op zoek moesten gaan. Die werd gelukkig wel snel gevonden en dat bood weer perspectief. Eenmaal back in business vloeide de inspiratie als vanouds. Want naast de onlangs verschenen EP, schreven we ook een full-length die al helemaal opgenomen is. Het artwork is er ook al. Het is nu enkel wachten op een release date. We zijn natuurlijk maar een kleine speler en treden niet op, dus we begrijpen dat er andere bands zijn die voorgaan – en dat is oké. We hebben geen haast. We zijn inmiddels ook alweer begonnen met de opnames van nieuw materiaal. Hopelijk kunnen we het tempo er nu weer wat beter inhouden. De nummers van de EP zijn overigens ook al een tijdje geleden opgenomen, maar we zijn een tijdje zoekende geweest naar het juiste geluid voor de tracks. Achteraf ben ik blij dat we er onze tijd voor hebben genomen, want het geheel klinkt nu stukken krachtiger dan eerdere versies.
Er werd een samenwerking met Eisenwald aangekondigd, hoewel jullie nieuwe EP “Voor de Groninger poorten, hoogmoed eindigt in as” vooralsnog enkel digitaal zal verschijnen. Hoe zit dat juist?
Toen we “Dwalend bij nacht en ontij” uitbrachten, polste Eisenwald al eens of we contractueel vastzaten. Op dat moment zaten we nog volop in een samenwerking met Diaphora, dus kwam daar eerst niets uit voort. Maar toen die laatste de activiteiten staakte, kwamen we weer met elkaar in gesprek en kwam de huidige samenwerking tot stand. Het is al weer een tijd geleden dat we iets uitbrachten. Om de naam Elfgedroch weer een beetje op de voorgrond te krijgen hebben we er daarom in eerste instantie voor gekozen om een digitale EP te releasen alvorens er een nieuwe langspeler verschijnt. Het is zeker de bedoeling dat die nieuwe, nog uit te brengen, langspeler ook in fysieke vorm zal verschijnen op Eisenwald. Of er een fysieke versie van de EP gaat verschijnen weet ik eerlijk gezegd niet.
Gaat Eisenwald zich ook over een eventuele heruitgave van jullie oude albums buigen die verschenen via het obscure Diaphora Produktion? Zien jullie een verschil in samenwerking, promotie of professionaliteit als je beide labels vergelijkt?
Laat ik beginnen met mijn lof uit te spreken voor Marc van Diaphora. We kwamen destijds eigenlijk heel toevallig met elkaar in contact. Ik was op zoek naar releases van Ancient Records, die toen nog moeilijk te krijgen waren. Marc had naast zijn label ook een kleine distro en bood die titels aan. En hij wilde die platen ook wel voor mij achterhouden, dat was wel gemakkelijk. Zo ontstond het eerste contact. Op de duur brachten we met Elfsgedroch ons eerste liedje uit en heb ik heb gevraagd wat hij er van vond. In eerste instantie was hij wat terughoudend, maar toen we de tweede single uitbrachten zat er een dag later een contract in de mail (lacht)! Vanaf dat moment hebben we een erg prettige samenwerking gehad. Ook met een erg goed onderling contact. De platen die we bij hem hebben uitgebracht zagen er altijd prachtig en goed verzorgd uit, met heel veel oog voor detail – zie bijvoorbeeld de speciale editie van “Gedoemd tot de eeuwige jacht”. Meer konden we ons eigenlijk niet wensen. In die zin is het jammer dat de samenwerking is beëindigd. Echter moet wel gezegd worden dat voor geïnteresseerden in Elfsgedroch het vaak moeilijk was om iets te bestellen bij Diaphora. Er kwam lang niet altijd een reactie. Daarnaast werden de platen ook maar mondjesmaat verspreid.
Eisenwald is natuurlijk een groter label met een veel groter bereik. En we zijn vereerd dat ze met ons willen samenwerken. En het contact met Nico verloopt ook prima. Ik weet dat er meerdere keren overleg is geweest tussen de twee labels voor een heruitgave van het oude werk. In ieder geval wat betreft CD, maar beide partijen zijn het helaas nog niet eens geworden over de details – dus dat zit er voorlopig niet in.

Op jullie nieuwe release grijpen jullie terug naar het Gronings Ontzet van 1672, een sleutelmoment in de verdediging van de stad tegen de troepen van Bommen Berend. Wat trok jullie aan in dit specifieke historische conflict, en hoe hebben jullie geprobeerd de spanning en heroïek van die strijd in jullie muziek te vangen?
Als Groningse blackmetalband konden we eigenlijk niet om deze gebeurtenis heen, daar moord en doodslag zich altijd goed lenen voor zwartgeblakerde muziek. 1672 was het rampjaar voor de Republiek. Een van de weinige lichtpuntjes was het feit dat Groningen deze aanval, aangevoerd door Berhard von Galen, had doorstaan. Deze “Bommen Berend” was berucht vanwege zijn brandbommen. We hebben dit proberen te vatten door de nummers van agressief en duister naar trots en heroïsch te laten gaan, met af en toe een snufje bezinning, zoals bijvoorbeeld in het akoestische stuk aan het eind van “De slag bij Jipsinghuizen“.
Het Gronings Ontzet is een gebeurtenis die diep verankerd ligt in de Nederlandse en regionale geschiedenis, maar voor veel internationale luisteraars is het misschien onbekend. Hoe gaan jullie om met dat spanningsveld tussen het lokale en het universele? Is de muziek bedoeld als historisch verhaal, of juist als iets dat losstaat van de feitelijke context en meer draait om emotie en beleving?
De teksten dienen altijd als ondersteuning voor de muziek. We kwamen erachter dat er uit onze eigen regio ook tal van interessante verhalen zijn die zich perfect lenen voor een blackmetalsong – van heksenvervolging tot mythische wezens die s nachts het platteland onveilig maken. Door juist in de lokale folklore te duiken, maken we de teksten meer eigen en voor ons betekenisvol – dus maken we hier veelvuldig gebruik van. Dergelijke verhalen zijn overal te vinden, wat het misschien daarom ook weer universeel maakt. “Voor de Groninger poorten, hoogmoed eindigt in as” is historisch correct geschreven qua lyriek en deels aangevuld met emotie en beleving van het oorlogsgeweld voor zover we ons dat daadwerkelijk kunnen voorstellen.
Jullie omgeving werkt als grote inspiratiebron. Welke lokale pareltjes zijn zoal het bezoeken waard?
Nabij Wedde en Wessinghuizen ligt een heveltje met de Geeselberg, ofwel Gieselbaarg, waar we een lied over schreven. Op die plek werden eind zestiende eeuw zo’n twintig mensen gemarteld en gedood op verdenking van hekserij. Sommigen werden opgehangen en een aantal werden verbrand. Het verhaal gaat zelfs dat een boer het eikenhout van een galg heeft gebruikt voor zijn deurposten! Het zijn dergelijke plekken die indruk maken. Sinds een aantal jaren staat er ook een gedenksteen. Verder heeft de provincie prachtig uitgestrekte landerijen en mooie natuur waar lichtvervuiling ver te zoeken is en het ’s nachts nog echt donker is. Er zijn prachtige borgen te vinden, een soort boerenkastelen. Vaak ieder met een eigen verhaal. Voor onze 7 inch, “Burchten vant hooghe noorden“, hebben we deze borgen als uitgangspunt gebruikt. En er is natuurlijk de stad, die ook zeer de moeite waard is.

De naam Elfsgedroch roept beelden op van oude taal, folklore en misschien zelfs demonische of sprookjesachtige wezens. Welke betekenis schuilt er achter deze naam, en hoe verhoudt hij zich tot de historische en muzikale thema’s die jullie in jullie werk aansnijden?
Elfsgedroch is een woord uit het Middelnederlands, een voorloper van het huidige Nederlands dat zo`n duizend jaar geleden gesproken werd. De betekenis van het woord moet je vooral herleiden uit de context waarin het gebruikt werd. Elfen of Alven waren stoffelijke, dan wel niet stoffelijke wezens die je op een dwaalspoor probeerden te zetten. Sommige waren bezeten door de duivel, anderen werkten met hem samen. In de “Spieghel historiael” van Jacob van Maerlant uit de 12 eeuw werd Elfsgedroch gebruikt als woord voor “het werk van gevallen engelen”. Daarnaast is er het middeleeuwse gedicht “Karel ende elegast”, waarin Karel de Grote stemmen in zijn droom hoort. Die stemmen proberen hem te misleiden en na afloopt vraag hij zich af :“Ist Elfsgedroch da mi quelt?” . Kon het de duivel zijn die hem probeerde te misleiden? Het heeft dus niets met Tolkien te maken en de uitleg op Metal Archives is ook wel erg summier. We vonden het een krachtige naam die perfect bij de muziek past. We hebben destijds ook een naam in het Gronings overwogen, maar zagen daar vanaf.
Jullie debuut draagt de veelzeggende titel “Op de beenderen van onze voorvaderen”. In hoeverre zien jullie jullie muziek als een manier om voort te bouwen op het verleden, en misschien zelfs de stemmen van vorige generaties te laten doorklinken in het heden?
Voor ons is er in eerste instantie de muziek – al het andere dient de muziek te ondersteunen of te bekrachtigen. Dat geldt dus ook voor de teksten. We houden van onze provincie en gebruiken de Groninger verhalen, maar kijken ook over de provinciegrenzen heen. Zo hebben we ons bijvoorbeeld voor “Dwalend bij nacht en ontij” gericht op verhalen van de Waddeneilanden. Maar goed, we gebruiken inderdaad vaak het verleden als inspiratie. Evenals oude, soms welhaast vergeten sagen en legenden. Zo gaat “Zwarte botten, vervlochten en smeulend” van het debuut over een boer uit het dorp waar ik opgroeide. Hij verkocht zijn ziel aan de duivel en moest dat uiteindelijk flink bekopen. Een verhaal te mooi om niet te gebruiken! En ja, “Op de beenderen van onze voorvaderen” verwijst naar al het leed en de gruwelijkheden van weleer. We bevinden ons vaak op plekken waar de geschiedenis flink heeft huisgehouden. Dat blijft een bijzondere realisatie.
De titel van jullie tweede album “Gedoemd tot de eeuwige jacht” roept een beeld op van een eindeloze, misschien zelfs tragische strijd. Wat symboliseert die ‘eeuwige jacht’ voor jullie: is het een mythisch motief, een metafoor voor de menselijke conditie, of iets dat direct met jullie visie op geschiedenis en bestaan te maken heeft?
Voor die plaat haalden we vooral de inspiratie uit boeken over oude Nederlandse sagen en legenden. We vonden daarin krachtige verhalen over mysterieuze en kwaadwillende wezens waarvan enkele gedoemd waren om eeuwig op hun prooien te jagen – zoals de okkerman. “Gedoemd tot de eeuwige jacht” verwijst dus naar deze mythische wezens uit de teksten alsook naar het hiernamaals, de dood.

Elfsgedroch gebruikt consequent het Nederlands in teksten. Waarom kiezen jullie voor de moedertaal, en hoe beïnvloedt dat de emotie, kracht en beleving van jullie muziek?
We kunnen ons hierin het beste uiten. Het voelt ook vreemd om een tekst over bijvoorbeeld de Heggemoeder te schrijven in het Engels – dan past het Nederlands beter. Het is overigens erg bijzonder dat we zo en af toe berichten krijgen van mensen die de Nederlandse taal niet machtig zijn, maar toch onze teksten proberen te ontleden en ook nog erg goed ontdekken waar we in onze teksten naar verwijzen. De rauwe klanken van het Nederlands lenen zich bovendien ook prima voor de muziek. Dat geldt eigenlijk voor alle Germaanse talen.
Jullie werkten in het verleden steevast met grafisch artiest Wokkel. Verzorgde hij ook het grafische element op die nieuwe EP en wat maakt van hem de perfecte kunstenaar om jullie muziek grafisch weer te geven?
Wokkel is een zeer getalenteerd kunstenaar en is al jaren goed bevriend met onze zanger. Daarnaast is hij ook een liefhebber van extreme metal. In het verleden programmeerde hij bijvoorbeeld metalbands voor lokale concertzaal Vera, schreef hij recensies en had een radioprogramma waarin zijn voorkeur voor duistere muziek naar voren kwam. Ook was hij zanger in verschillende deathmetal, blackmetal- en grindcorebands hier in de regio. Met andere woorden: Hij snapt precies wat de bedoeling is en welk gevoel hij in zijn kunst moet leggen, passend bij onze muziek. Wokkel heeft ons altijd weer verrast met zijn bijdrages en ook de nieuwe hoes is weer zeer geslaagd. Never change a winning team!
Stilstand is achteruitgang – hoe zouden jullie zelf de progressie omschrijven die werd doorgemaakt sinds debuut “Op de beenderen van onze voorvaderen”? Zelf horen we nóg meer invloeden van bands als Fluisteraars en Turia doorschemeren, misschien niet geheel ontoevallig twee namen die ook op Eisenwald zitten.
Fluisteraars en Turia zijn hele goede bands, maar niet direct een inspiratie voor ons geweest – dat waren andere bands. Ik denk dat we de afgelopen jaren een behoorlijke groei hebben doorgemaakt. Het schrijven van songs blijft echter een dynamisch proces. Ik denk dat onze platen steeds iets anders brengen en toch ook weer typisch Elfsgedroch zijn. Ik kan nog altijd goed luisteren naar het debuut en ben ook heel trots op onze latere werken. Er heeft in al die platen behoorlijk wat werk gezeten. Dat geldt ook voor ons aankomende album, waarin we weer nieuwe elementen toevoegen zonder dat het experimenteel wordt.

Nederlanders lijken vaak trotser hun eigen muzikanten te omarmen, terwijl Belgen sneller kritisch of terughoudend zijn tegenover muziek van eigen bodem. Hoe evalueer jij de staat van Belgische en Nederlandse black metal anno 2025?
Zeer goed. De Belgische scene heeft een aantal geweldige acts. Ik denk bijvoorbeeld aan de bands op het Medieval Prophecy label. En de Nederlandse scene is ook heel divers en gezond. Je noemde al Turia en Fluisteraars, die heel goed zijn. Maar we hebben ook Kjeld, Grey Aura, Schavot en nog veel meer kwalitatief sterke bands.
Over jullie line-up is niet veel geweten. Zelfs geen bandfoto’s met identiteitsverhullende outfits. Vanwaar de keuze voor anonimiteit?
Dat leidt te veel af van waar het om gaat – het moet gaan om de muziek. Onze persoonlijke levens houden we liever voor ons zelf. Ik wil zelf ook altijd zo min mogelijk weten over de personen achter een band die ik volg. Bandfotos kunnen best sfeerverhogend zijn, maar ze kunnen ook averechts werken. Misschien wel goed om duidelijk te maken dat Elfsgedroch geen soloproject is, maar een band bestaande uit vier personen!
Lonkt het podium of is Elfsgedroch vooral een studioband?
Ook dat hebben we ooit overwogen, maar eerdere bands van ons zijn vaak doodgebloed door eeuwige repetities die nodig waren voor de optredens. Bovendien hebben we allemaal drukke agenda’s. Dat maakt het samenkomen soms moeilijk. Dus wilden we vooral de focus hebben op wat we het liefst doen: muziek creëren. Maar, zeg echter nooit nooit.
Om af te ronden, even iets compleet anders. Op Instagram toon je je als verwoed verzamelaar van blackmetalvinylplaten. Is die verzamelwoede nog een passie of begint het meer op een obsessie te lijken?
Dat geldt vooral voor mij en minder voor de andere leden van de band. Ik kan inderdaad nog altijd flink genieten van een vers gekochte nieuwe plaat die mij compleet van de sokken blaast. De liefde voor vinyl gaat diep. En ja, met zoveel interessante releases vandaag de dag is het moeilijk om bij te blijven. En mag de verzamelwoede ook wel iets minder worden. Ik zie het wel echt als een passie. Een passie die jaren geleden al is begonnen toen ik “Baphomets throne” van Samael op Headbangers Ball voorbij zag komen. Ik was zo onder de indruk van wat ik hoorde en zag, dat ik er meer van wilde en steeds dieper de underground in dook. Die zoektocht naar nieuwe muziek is altijd bij me gebleven en gaat waarschijnlijk nooit meer weg. In die zin ben ik toch wel gedoemd tot de eeuwige jacht (lacht)!
Als je maar drie platen uit je collectie mocht houden, welke zouden dat zijn en waarom?
Dat is echt een onmogelijke vraag! Ik grijp nog altijd terug naar de Noorse blackmetalklassiekers uit mijn jeugd zoals “Hvis lyset tar oss“, “Anthems to the welkin at dusk“, “Drep de Kristne“, “For Kunsten maa vi evig vike“, …
Er zijn ook veel moderne platen die mij erg dierbaar zijn. Van “Blood in our wells” van Drudkh, tot “Andacht” van Lunar Aurora, “Fas – Ite, maledicti, in ignem aeternum” van Deathspell Omega en ga zo maar door. Dus elke dag zou ik deze vraag anders beantwoorden. Ik vind de laatste werken van Abigor en Nahtrunar bijvoorbeeld ook echt geweldig.
Wat is erger: een kras op je favoriete plaat of ontdekken dat iemand anders een zeldzame persing vóór je neus heeft weggekaapt?
De kras. Zonder twijfel!
