Geen idee hoe populair ze nog zijn vandaag de dag, maar vroeger behoorde God Dethroned tot de Nederlandse metaltop. Meer dan 20 jaar geleden waren “The grand grimoire” en “Bloody blasphemy” dan ook twee van mijn favoriete albums. De opvolgers spraken me niet echt meer aan en dus verloor ik de band rond Henri Sattler uit het gehoor. Vorige release “The world ablaze” uit 2017 is destijds wel eens mijn luidsprekers gepasseerd, maar liet geen blijvende indruk na. Het is enkel op aanraden dat ik het nagelnieuwe “Illuminati” een kans heb gegeven en daar heb ik absoluut geen spijt van. Het album begint sterk met de titeltrack. Een klassiek opgebouwd metal nummer dat wisselt tussen slepend en furieus en veel baat heeft bij de keyboards op de achtergrond. De rest van de plaat laat de voor God Dethroned typische blackened death thrash horen, maar heeft door de goed verwerkte synths en de vele tragere passages een leuke sfeer die alles wat verheft. Iets wat voor mij lange tijd ontbrak bij de band. De sound van de gitaren is me iets te droog, de drums mochten wat inventiever en niet elke track is even interessant, toch is album nummer elf zeker en vast geen misser. “Illuminati” is niet baanbrekend of spraakmakend, maar het is een heel erg degelijke plaat die ik vaak opzet als ik iets tof wil horen zonder dat ik me hoef te concentreren op details.
Xavier: 80/100
God Dethroned – Illuminati (Metal Blade Records 2020) 1. Illuminati 2. Broken halo 3. Book of lies 4. Spirit of Beelzebub 5. Satan spawn 6. Gabriel 7. Eye of Horus 8. Dominus muscarum 9. Blood moon eclipse
Vijfde langspeler alweer voor het Poolse Blaze Of Perdition, een band die zich in het overvolle occulte en orthodoxe black metal genre gestaag naar de top aan het werken is middels een reeks uitstekende platen. “The harrowing of hearts” komt er drie jaar na “Conscious darkness“, een periode waarin de band van Agonia Records naar het grote Metal Blade verkaste en waarin drummer DQ (ex-Mord’A’Stigmata en Arkona) en gitarist M.R. (In Twilight’s Embrace) aan boord gehesen werden om de oorspronkelijke kern bestaande uit zanger Sonneillon en gitarist XCIII te vervolledigen. De “The harrowing hearts” klokt op een pittige 52 minuten af en bevat naast zes nieuwe eigen composities in de vorm van “Moonchild” ook een cover van Fields of the Nephilim. De gothrock van deze grootmeesters heeft trouwens duidelijk haar sporen nagelaten in de black van de Polen. Dat maken de eerste twee nummers “Suffering made bliss” en “With madman’s faith” meteen duidelijk door meer op warmbloedige atmosfeer en mid-tempo melodieën in te zetten waarbij de meer rock-georiënteerde drumstijl van de nieuwbakken vellenmepper goed tot zijn recht komt. Een zeer gesmaakte nieuwe invalshoek wat mij betreft. Met “Transmutation of sins“, de eerste vrijgegeven single voor de nieuwe plaat, wordt terug wat sneller van leer getrokken hoewel deze song zich ook al snel ontplooit tot een melodieuze kraker met een erg aanstekelijk meezingbaar refrein. Blaze Of Perdition is duidelijk toegankelijker geworden en begint wat naar recente Nachtmystium te neigen. Halfweg de plaat valt “Królestwo Niebieskie” op door de Poolse teksten waar we geen jota van verstaan – terwijl de screams van Sonneillon wanneer hij Engels uitbraakt vrij goed te volgen zijn – wat een gesmaakt exotisch kantje toevoegt aan het nummer dat opnieuw aan goth rock ontleende ritmes en melodieën bevat waarin ook een belangrijke rol voor de stuwende basgitaar is weggelegd. “What Christ has kept apart” zoekt wederom de aanstekelijkheid van “Transmutation of sins” op en weet op je gevoel in te spelen middels slepende leadgitaren en infectieuze melodieën. Het meer dan negen minuten durende “The great seduces” moet het hebben van bakken atmosfeer, Katatonia-achtige leads, onderhuidse spanning en subtiele post-rock invloeden. Zoals steeds het geval is bij deze Polen sluiten muziek, teksten (losjes gebaseerd op “The harrowing of hell“, de afdaling van Christus naar de onderwereld in de tijd tussen zijn kruisiging en wederopstanding, waarbij het menselijk hart vol angsten, duistere fantasieën en donkere verlangens symbool staat voor de hel) en artwork naadloos op mekaar aan. “The harrowing of hearts” is gemakkelijker verteerbaar dan de vorige platen en ligt goed in het gehoor met heel wat catchy nummers. Deze nieuwe richting voelt echter niet als een knieval richting commercie aan, maar laat zien dat Blaze Of Perdition steeds nieuwe invalshoeken zoekt voor haar kwalitatieve composities en haar black metal-origine hierbij herschaapt tot een beklijvende brok muziek met bredere invloeden.
JOKKE: 89/100
Blaze Of Perdition – The harrowing of hearts (Metal Blade Records 2020) 1. Suffering made bliss 2. With madman’s faith 3. Transmutation of sins 4. Królestwo niebieskie 5. What Christ has kept apart 6. The great seducer 7. Moonchild (Fields of the Nephilim cover)
Is het tekenend voor de tijden waarin we leven dat zowel Tool’s als Cult Of Luna’s nieuwe platen het woord ‘fear’ in de titel hebben? We gaan er hier in elk geval niet over uitweiden. Angst betreffende de muzikale kwaliteit van nieuw plaatwerk leefde de afgelopen jaren misschien wel onder de fanbase van beide bands aangezien ze alle twee over een enorm sterke back catalogue beschikken en het alsmaar moeilijker lijkt te worden oud materiaal te overtreffen. Aangezien ik Tool’s “Fear inocolum” nog steeds niet integraal gehoord heb, kan ik er nog geen gefundeerde mening over geven, dus laten we het maar over Cult of Luna’s zevende langspeler “A dawn to fear” hebben (de collaboratieplaat “Mariner” uit 2016 met Julie Christmas even niet meegerekend). Het in het Zweedse Umeå ontstane zeskoppige gezelschap bracht in het verleden steevast platen met een bovengemiddeld lange speelduur uit, maar met deze zevende worp wordt de maximale capaciteit van een CD écht tot aan het gaatje benut. In 80 minuten schotelen bandleider/songschrijver/zanger/gitarist Johannes Persson en zijn kompanen ons acht tracks voor die zoals vanouds weten te beklijven en als we naar de allergrootste, nog actieve collega’s in het genre (zijnde Neurosis en Amenra) kijken, zijn de Zweden in mijn optiek de enigen waar alle andere post-whatever bands het tegen moeten afleggen (het defuncte Isis dus buiten beschouwing gelaten). Voor het eerst werd op voorhand niet vanuit een conceptueel standpunt vertrokken, maar werd gaandeweg tijdens het schrijfproces gekeken waar het materiaal naartoe leidde. Ondanks deze nieuwe schrijfmethode, klinkt het eindresultaat onmiskenbaar als Cult Of Luna en dit dankzij de unieke en ongenaakbare speelstijl van elk van de zes muzikanten. Ritmisch beukende gitaarriffs waarin bakken avontuur en passie vervat zit, stuwende baslijnen en bulderende vocalen dompelen je in een massief klinkende vloedgolf onder. Bezwerende melodieuze leads grijpen je echter meermaals bij je nekvel en ontketenen een emotionele rollercoaster die je terug richting het wateroppervlak katapulteert. Subtiele elektronica, samples, orgelklanken en andere arrangementen zorgen voor extra diepgang en textuur. Het energieke drumspel en de aanvullende rijke percussie van Thomas Hedlund en Magnus Lindberg leiden de epische nummers tenslotte in goede banen. Oudgediende gitarist Erik Olòfsson is niet langer van de partij maar ontwierp wel nog het knappe abstracte artwork. Persoonlijk vind ik “A dawn to fear” het meest bij platen als “Salvation” (2004) en het onvolprezen “Somewhere along the highway” (2006) aanleunen, zonder echter als een kopie te klinken. Cult Of Luna begeestert en overdondert en daarbij dienen de versterkers zoals in “The silent man” en “Lay your head to rest” niet altijd op tien te staan. Dat bewees het gezelschap in het verleden al met o.a. het magistrale “Waiting for you“. Op “A dawn to fear” zijn het van onderhuidse spanning voorziene en clean gezongen titelnummer, het gedurende een kwartier mooi naar een climax toewerkende “Lights on the hill” en het van heldere prevelende zang voorziene “We feel the end” de meer ingetogen parels waarmee Cult Of Luna haar kwetsbare onderbuik laat zien. Hoewel elke song als een soort kortfilm opgebouwd is en in één of ander aspect uitblinkt, is “Nightwalkers” met haar repetitieve karakter, hypnotiserende gitaarriedeltje, epische leads en swingende drums het absolute hoogtepunt van deze alweer meesterlijke plaat waarvan de hele flow 80 minuten lang klopt. Cult Of Luna bewijst wederom dat zij heer en meester zijn in het post-universum. Plaat van het jaar? Ik dacht het wel! Afspraak op 27 november in de Antwerpse Trix voor misschien ook wel het concert van het jaar?
JOKKE: 95/100
Cult Of Luna – A dawn to fear (Metal Blade Records 2019) 1. The silent man 2. Lay your head to rest 3. A dawn to fear 4. Nightwalkers 5. Lights on the hill 6. We feel the end 7. Inland rain 8. The fall
Het Duitse Downfall Of Gaia heeft ondertussen meer dan tien jaar op de teller staan. In dit decennium heeft de band het gepresteerd om, naast enkele kleinere releases, reeds vijf langspelers uit te brengen waarvan “Ethic of radical finitude” de allernieuwste is. Het kwartet is één van dé vaandeldragers van het post-black genre waarin bikkelharde zwartmetalen passages het contrast opzoeken met emotioneel gedragen intimiteit en groots klinkende postrock melodieën. Het is een formule die ondertussen door menig band volledig uitgemolken werd en ook Downfall Of Gaia wijkt er geen duimbreed vanaf. Dat maakt dat er op “Ethic of radical finitude” geen échte verrassingen te horen vallen. Desondanks trapt “The grotesque illusion of being” de plaat op een dusdanig beklijvende manier af waarbij de band laat zien een ruwe bolster met blanke pit te zijn. De twee navolgende lange nummers zijn meer episch van opzet zodat Downfall Of Gaia haar kunnen nog beter kan laten zien. In “We pursue the serpent of time” horen we Nikita Kamprad van Der Weg Einer Freiheit op gastzang en wordt de extreme metal aan het einde ingetrokken om plaats te maken voor serene pianoklanken. Het prijsbeest is echter “Guided through a starless night” dat middels cleane gitaarloopjes nog enigszins hoopvol start om nadien een pandoering te geven. De grootse melodieën worden misschien wel wat te lang aangehouden, maar zodra Mers Sumida (drummer Mike Kadnar’s collega van bij Black Table) een gedicht over de dood beging voor te dragen, weet de band écht te raken. Het compactere “As our bones break to the dance” bevat ondanks haar steviger karakter ook een heleboel knappe pakkende melodieën. In het afsluitende “Of withering violet leaves” wordt de post-rock kaart getrokken en horen we diepe heldere mannelijke zang en vrouwelijke spoken word voor afwisseling zorgen met de krijszang. Een minpuntje zijn de hese screams van bassist Anton Lisovoj die me op deze plaat net wat te eentonig klinken, hoewel ze eerder sporadisch ingezet worden want de muziek krijgt voldoende ruimte om zich zangloos te openbaren. Ondanks enkele kritiekpuntjes breidt Downfall Of Gaia haar discografie met “Ethic of radical finitude” op een solide manier uit zonder echter te verrassen. Ik zweer wel nog steeds bij “Suffocating in the swarm of cranes” en “Aeon unveils the throne of decay”.
JOKKE: 80/100
Downfall Of Gaia – Ethic of radical finitude (Metal Blade Records 2019) 1. Seduced by… 2. The grotesque illusion of being 3. We pursue the serpent of time 4. Guided through a starless night 5. As our bones break to the dance 6. Of withering violet leaves
Ten tijde van “The gathering wilderness” uit 2005 begon bij ondergetekende het kwartje te vallen. Ik leerde het Ierse Primordial kennen als een band die uitblonk in het schrijven van donkere, maar zielsmooie muziek. Onder aanvoering van de charismatische frontman Alan A. Nemtheanga leverde de band sindsdien nog twee bescheiden meesterwerkjes af. Op de valreep van een reeds uitermate geslaagd muzikaal jaar leveren de Ieren met “Where greater men have fallen” nog maar eens een dijk van een plaat af die mijn voorlopig eindejaarslijstje duchtig door mekaar schudt. De titeltrack zet meteen de toon voor een klein uur kippenvel en weemoed, maar zoals vanouds druipt ook de woede en afkeer voor het menselijk ras er weer van af in muziek en teksten. Dat Nemtheanga een lettervreter en geschiedenisliefhebber is, komt duidelijk naar voren in zijn intelligente, maatschappijkritische (protest)songs. Niet alle nummers handelen over zijn cynische en donkere kijk op de wereld. Zo gaat het nummer “Babel’s tower” bijvoorbeeld over miscommunicatie. Opvallend aan dit nummer is de flitsende gitaarsolo naar het einde toe. Op papier klinkt dit misschien vreemd voor een band als Primordial, maar het pakt enorm goed uit. Na het vrij standaard Primordial nummer “Come the flood” volgt het furieuze “The seed of tyrants” waarin de black metal roots van het vijftal nog eens duidelijk boven komen drijven. Het tempo wordt hier serieus opgeschroefd en de flamboyante kletskop spuugt zijn gal uit (“If the church had one neck I would wring it. If the state had one artery I would sever it. Torches to the parliament of swine. And iron to the rights of fools.”). “Ghosts of the charnel house” wordt door vellenmepper Simon O’Laoghaire op gang getrokken en heeft een tamelijk hoog “vuist in de lucht” gehalte wat ook refereert aan de zanger zijn all star Bathory tribute band Twilight Of The Gods. Eigenlijk is Bathory zowat de enige band waarvan je invloeden terug hoort in de muziek van Primordial, want het geluid van de band is herkenbaar uit de duizenden: mid-tempo pakkende onderhuidse melodieën en spanning die gebalt zitten in een metalen basis waarop de love it or hate it grimmige cleane vocalen van Nemtheanga je bij de keel grijpen. In het dreigende “The alchemist’s head” gaan zijn vocalen ook nog eens de black metal toer op terwijl het onheilspellende “Born to night” dat typische Ierse gevoel voor dramatiek bevat. Save the best for last, want “Wield lightning to split the sun” is een enorm pakkende en bloedmooie song, waarin de gitaarmelodie je tot tranen toe beroert. “Where greater men have fallen” is opnieuw één brok (h)eerlijke muziek.
JOKKE: 88/100
Primordial – Where greater men have fallen (Metal Blade Records 2014) 1. Where greater men have fallen
2. Babel’s tower
3. Come the flood
4. The seed of tyrants
5. Ghosts of the charnel house
6. The alchemist’s head
7. Born to night
8. Wield lightning to split the sun
Godzjumenas! Wat verschiet ik mij een bult bij het aanhoren van de razernij die het Duitse Downfall Of Gaia uitpoept in de eerste minuten van het openingsnummer “Darkness inflames these sapphire eyes” van de nieuwe plaat “Aeon unveils the throne of decay”. Het is wel duidelijk dat deze jongens kwaad zijn over de toestand waarin Moeder Aarde zich dezer dagen bevindt. Plaat na plaat zien ze de toekomst minder rooskleuring in, wat zich muzikaal gezien vertaalt in het steeds verder opschuiven naar de zwarte kant van het metalen spectrum. In de stukken waar er gas terug genomen wordt, komen de atmosferische post- en sludge elementen bovendrijven. Naar het einde van het nummer toe mag de nieuwbakken Amerikaanse trommelaar Michael Kadnar (die ook bij Black Table achter de drumkit zit) zijn kunstjes etaleren. Of het nu al blastend, al roffelend of eerder ingetogen is, telkens weer weet hij met zijn strakke spel de boel goed bijeen te houden. “Carved into shadows” leunt iets dichter bij de vorige plaat aan hoewel men ook hier weer als een pitbull tekeer gaat in de heftige passages. Na twee songs zijn we ruim twintig minuten ver en komt het gitaargepingel in “Ascending the throne” als een welgekomen adempauze. Tijd om even wat deo onder de oksels te spuiten, de haartjes en baard terug in model te leggen en de broek terug op te trekken want dan is het terug “gaan met de banaan!”. Met een gezonde portie biologische sambal in hun reet gestopt, vlamt “Of stillness and solitude” eruit. De productie is krachtig en de beenharde drums staan lekker vooraan in de mix. “To carry myself to the grave” heeft zijn naam niet verloren, want na deze pakkende negen minuten die eindigen in dreunende bass drones, zou ik beter uitgeteld en compleet murw geslagen in een reeds voorgegraven put six feet under gaan liggen om te bekomen. Ok, de snelle stukken zijn hier en daar wat te rechtlijnig en de kalmere passages soms wat voorspelbaar, maar het komt wel binnen. In het afsluitende “Excavated” mag Michael nog eens aantonen waarom de drummer position switch een goede zet bleek te zijn. Een eenvoudig gitaarriedeltje wordt door deze man opgeluisterd met creatieve drumroffels alvorens de song eindigt in onheilspellende pianoklanken. Na meer dan een uur speeltijd komt dit conceptalbum rond het begrip “tijd” en zijn niet-aflatende, meedogenloze aanval ten einde. Gezonde fair trade herrie!
JOKKE: 84/100
Downfall Of Gaia – Aeon unveils the throne of decay (Metal Blade Records) 1. Darkness inflames these sapphire eyes
2. Carved into shadows
3. Ascending the throne
4. Of stillness and solitude
5. To carry myself to the grave
6. Whispers of aeon
7. Excavated