Zij die een heavy muzieksmaak hebben en niet aan hun trekken komen op de grote commerciële radiostations, moeten zeker eens afstemmen op het extreme metal-programma “De Pankraker” op radio “Wit Konijn” alwaar je minimaal één uur lang de groezeligste en vuigste doom, black, thrash, speed en heavy metal voorgeschoteld krijgt. “De Pankraker…dinsdagavond…stay tuned…acht uur..met Peter Cousaert“. (JOKKE)

Dag Peter. Jouw extreem metalprogramma “De Pankraker” is onderdeel van radio “Wit Konijn”. Kan je het ontstaan hiervan kort toelichten?
Eigenlijk is het met ‘een dwazigheid’ begonnen. Jean-Paul De Brabander, één van de twee heren van The Whip, zat commentaar te geven op Studio Brussel via Facebook. Radio is een medium dat ik zelf al meer dan twintig geleden heb opgegeven. Er zijn interessantere dingen te vinden in de wereld daarbuiten. Ik plaats een nietszeggende comment op zijn Facebookpagina: “Zelf plaatjes draaien hé Pol”. Hij interpreteerde dat als een vraag om een radiostation op te richten en stuurt mij meteen een privébericht met de vraag of ik dat bedoel. Ik dacht nee, maar schreef ja. Op 1 april 2018, zes maanden na dat eerste schijnbaar ridicuul idee, lanceerden we “Wit Konijn“. We zijn intussen met 22 Dj’s en hebben al bijna 400 programma’s gemaakt en worden meer en meer gevraagd om op verschillende plekken onze dj-kunsten te gaan etaleren. Tegen betaling uiteraard. We hebben een radio draaiende te houden.
De naam “De Pankraker” lijkt me ontleend te zijn aan het gelijknamige Lugubrum-nummer maar welke ongetwijfeld gekke betekenis gaat er schuil achter de naam “Wit Konijn”?
Heel erg interessant is dat niet. Het is het gevolg van een klassieke brainstormsessie met wijn, bier en andere geestverruimende substanties. Eén van de ideeën die toen viel was “Wit Konijn“, als een letterlijke vertaling van die fantastische psychedelische song van Jefferson Airplane. Nadat de keuze was gemaakt, begon ik zelf te twijfelen, maar de geest was uit de fles. Achteraf begonnen we van alles te verzinnen met verwijzingen naar het witte konijn in Alice In Wonderland dat een symbool was voor de vrije geest en de zoektocht naar een wondere wereld. Dat was mooi meegenomen, maar deed de waarheid ook wat geweld aan.
“Wit Konijn” bevat 16 verschillende programma’s. Welke genres belichten zij zoal en zijn er shows van collega’s die je wel kan smaken?
“Wit Konijn” gaat van techno tot extreme metal over experimentele jazz en shoegaze. Centraal staat de idee dat het een verzamelplaats is van programma’s die muziek draaien die je klassiek niet op de radio hoort of toch niet in die verzamelde vorm. Uiteraard wordt er bij ons ook wel eens iets gedraaid dat je op een andere radiozender hoort. We krijgen soms de vraag wat een programma een “Wit Konijn“-programma maakt. Dat is zeer moeilijk te zeggen, maar we horen het wel. Het gaat over vrijheid en attitude. Het gevoel dat iemand grabbelt in zijn platenbak en je interessante dingen laat horen. In zeker zin zou je kunnen zeggen dat we teruggaan naar de fundamenten van radio maken. Een programmator stelt het programma samen en presenteert in veel gevallen zelf. Vandaag is dat op de klassieke radio helemaal weg. Softwaresystemen die zelf zorgen voor playlists hebben de ziel uit de radio gehaald, denk ik. Nu, mij kan dat al lang niet meer deren. Er is uiteraard enkel kwaliteit te vinden op “Wit Konijn“, dat spreekt. Maar toch heb ik enkele persoonlijk favorieten wat meer met persoonlijke smaak dan ze afzetten tegen andere programma’s te maken heeft. Ik hou van de laidback sfeer van “Pensers” waarin aandacht is voor blues, Southern rock, en godbetert, country. De grilligheid van de “Magic of Ju-Ju” is machtig. Een zoektocht naar vrije muziek: minimalisme, experimentele jazz en aanverwanten. En ik ben het aan mijn burgerlijke stand verplicht om ook “I’m a Good Woman” te vernoemen, een fantastisch soul en funk-programma.

Wanneer en waar kunnen geïnteresseerden naar “De Pankraker” luisteren?
Luisteren doe je het best vanuit een warm badje, met de volumeknop op maximum. Het is ook fijn als de familie erbij is: kinderen, kleinkinderen, oma’s en opa’s. Bij voorkeur ’s nachts. We lanceren elke dinsdag om 20u een nieuwe aflevering, een gans jaar lang. Die afleveringen zijn te beluisteren via witkonijn.be/depankraker, maar evengoed via het mixcloud-kanaal van “Wit Konijn“. De programma’s zijn er ongelimiteerd te herbeluisteren.
Om het met jullie eigen woorden te zeggen: “De Pankraker is de hardste keutel van Wit Konijn. Dit extreem metalprogramma staat voor een cluster van metal subgenres die worden gekarakteriseerd door een tonische, verbale en visuele transgressie. Kort samengevat: geniale riffs, kletterende drums, hamerende basslijnen en oerlelijke vocalen.” Wat was er eerst: de man Peter Cousaert die met de idee van een metalprogramma rondliep of de radiozender die een DJ zocht?
Eerst was er de uitdijende ‘fijne’ platencollectie. Bij de oprichting van “Wit Konijn” was het zelfs geen vraag welk soort programma ik zou gaan presenteren, hoewel ik bij meer tijd mij ook graag op een obscuur prog rock-programma zou willen smijten. Daarin zouden bands als Banco Del Mutuo Soccorso, Amon Düül II, Shylock en Van Der Graaf Generator alle ruimte krijgen. Over “De Pankraker” dachten de collega’s van “Wit Konijn” toen wellicht nog dat het een programma zou worden waarin bands die regelmatig op Graspop passeren de dienst zouden uitmaken. Ze schrokken bij de proefaflevering, denk ik. Ik hou wellicht meer van hun programma’s, dan zij van het mijne.
Ben je vóór “De Pankraker” nog op een andere manier actief geweest in de muziekscene?
Naast ooit twee weken lidmaatschap van een band, richtte ik met Jeroen Pede (Alkerdeel) een papieren underground-metal magazine op waarin we metal bands en bands uit perifere genres de meest onmogelijke vragen stelden. We deden dat met vier vrienden. Favoriete bands zoals Burning Witch, Dødheimsgard, Furze en Joyless antwoordden toen ook echt op vragen als “Schilferden instincten af doorheen de tijd?”. En Rob Darken van Graveland antwoordde op eender welke vraag met een hoop neonazi-bullshit. We hadden ook de onhebbelijke gewoonte om met korte reviews minder goede platen de grond in te boren. Goede platen hemelden we op als waren het stuk voor stuk geniale kunstwerken. We waren nog jong en knap toen. Er verschenen twee papieren edities van “Noise Magazine“, waarover we toch nog een zekere fierheid voelen, hoe naïef het ook was. Later hadden Maarten Huvenne (de helft van het duo dat “Magic of Ju-Ju” maakt) en ik het onlinemagazine “White Heat“. Dat magazine ging wat breder, maar gaf ook plaats aan metalbands. Dat was ook een intens, doch een kort leven was beschoren.
Wie regelmatig naar “De Pankraker” luistert zal merken dat vooral de bestial/war metal-scene en de vuilste spelers van de extreme metal aan bod komen. Welke bands en labels genieten zoal jouw voorkeur?
Mijn voorkeur gaat uit naar vuiligheid. Eerder “Deathcrush” dan “De mysteriis dom Sathanas” bijvoorbeeld. Als Gorgoroth met een afgelekte versie komt van “Under the sign of hell“, dan probeer ik hen te begrijpen, maar lukt mij dat niet. Dat vat het wel samen. In grote mate ben ik op zoek naar de old school-vibe. Sound is voor mij even belangrijk als de kwaliteit van de riff. Je zal wellicht nooit getriggerde drums horen in “De Pankraker“. Een bloedhekel heb ik eraan. De dag dat ik toch een getriggerde drum laat horen: gelieve mij te colloqueren. Die old school-vibe vind ik zowel in thrash, black, doom, speed als in heavy metal. Die verschillende subgenres zitten in “De Pankraker“. Nuclear War Now! is mijn absoluut favoriet label op dit moment. Maar ook labels als Iron Bonehead, Levertraan, Haeresis Noviomagi, Hells Headbangers of Bestial Burst, vind ik zeer de moeite. Enkele decennia geleden had ik hier wellicht Osmose, Moonfog, Peaceville en Misanthropy genoemd. Eigenlijk ben ik een kind van de Noorse black metal-scene. Platen als “A blaze in the northern sky“, “Filosofem“, “Deathcrush“, “Pure holocaust“, “Frost“, “Sjell av natten“, “Those who caress the pale“… hakten er stevig in. Maar ook de Zuid-Amerikaanse extreme metal-scene, de Griekse scene, de Duitse en Canadese thrash scene, doen er voor mij erg toe. En Absu natuurlijk! En Slayer, Sepultura en Morbid Angel. Bathory! Burning Witch! En vandaag vind ik die ganse scene rond Turia, Lubbert Das etc. onbegrijpelijk goed. Scenes zoals de IJslandse kunnen mij dan weer matig boeien. Te fancy, denk ik. Hoe ouder ik word, hoe radicaler mijn muzieksmaak wordt. Mijn top 3 van 2018 was Abhor, Moenen Of Xezbeth en Aura Noir. Seige Column vind ik machtig goed. Wulkanaz heeft me van mijn sokken geblazen! Ik kan nog wel even doorgaan.

Hoeveel tijd en voorbereiding spendeer je gemiddeld aan een show?
Eigenlijk ben ik daar een ganse week op een of andere manier mee bezig. Zoeken, smaken, weggooien. Dingen checken op de trein naar mijn werk, magazines lezen op zoek naar verfijnde of minder verfijnde herrie, doorgezonden tips beluisteren. Eens ik een vaag idee heb over de show, ben ik ongeveer vijf uur bezig van de juiste volgorde kiezen tot het opladen van het bestand. En tijdens de week probeer ik hier en daar nog wat animo rond het programma te creëren. Dat kan nog beter. Ik heb wel geleerd om het niet tot in de puntjes af te werken, want anders hou ik het niet vol. Ik heb ook teveel andere bezigheden. Zit er eens een song in die achteraf niet de beste keuze bleek, dan vind ik dat minder erg dan een jaar geleden. Lutgart Simoens of Jos Ghysen zullen ook wel eens minder tevreden geweest zijn over een stuk van hun programma. Desondanks zijn ze iconen van de radio geworden.
Zijn er bepaalde radioprogramma’s die je als een voorbeeld voor “De Pankraker” beschouwt?
De radioshow van Fenriz vind ik top. Voor de rest luister ik naar weinig andere metalprogramma’s. Zoals velen zat ik in de jaren ’90 gekluisterd aan de radio te luisteren naar Metalopolis. Vooral naar het stuk waarin elke week de grootste herrie passeerde. De eerste keer In The Woods…, Beherit of Tormentor horen was magisch. Dan heb je na jaren nog een tape waarop Jan Hautekiet zit mee te blèren op “Allfadr Odinn” van Enslaved. Ik heb Hautekiet bij zijn pensioen gemaild om hem te vragen als gast in “De Pankraker“. Hij zei daar ja op, maar uiteindelijk vond ik het idee leuker dan de executie en heb ik het laten varen.
Vorig jaar besloot je op een bepaald moment om de presentatie van een reeks shows onder de noemer “De Pankraker & Friends” uit handen te geven. Vanwaar deze beslissing?
De eerste idee rijpte na een chatsessie met Morbid Messiah van Perverted Ceremony en Moenen of Xezbeth, twee bands die ik onwaarschijnlijk goed vind. Hij wilde wel eens een gastbijdrage leveren vanuit zijn kennis van obscure extreme metal. Zelf doe ik niets liever dan andere mensen tips te geven over fantastische platen. Maar als het een wederkerig proces is, wordt het nog mooier. Voor mij heeft “De Pankraker” en bij uitbreiding “Wit Konijn” een belangrijke zoekfunctie. Je bent verplicht om te blijven zoeken. Op die zoektocht blijf je op nieuwe dingen stoten. Uiteindelijk is het wat uit de hand gelopen en heb ik de show zeven opeenvolgende weken uit handen gegeven. Dat was nodig, want ik deed mee aan de lokale verkiezingen en dat was pompen of verzuipen. Dus nogmaals dank aan de friends die me uit de nood hielpen.
Zelf had ik de eer en het genoegen om één aflevering in te vullen. Welke andere guest Dj’s maakten hun opwachting nog?
Drie kwart van Alkerdeel nam elk een aflevering voor zijn rekening. Bart Eggermont aka Fenrir Den Beul, die mij toegang verschafte tot de metalen poorten als 12-jarige, focuste zich op oude death metal-demo’s. Stijn Vermeersch deed een crossover met industrial. Mooie aflevering, ondanks de ongelofelijke kutband Mysticum haha. We hadden ook Tim Matthijs van de zeer fijne thrash band Devastatiön en Mike van Consouling. Konrad Mulier van de Metal Classic Kalender ging op zoek naar volgens hem onderschatte platen. Hopelijk vergeet ik niemand.
Zelf was ik nog in de naïeve veronderstelling dat ik een bak platen mee naar de radiostudio zou moeten zeulen. Die playlist is de dag van vandaag natuurlijk gewoon een digitale platenbak geworden en die studio bleek jouw woonkamer te zijn alwaar je gewapend met een koptelefoon en een spiekbriefje het programma vol lult. Aan het bezoek van enkele guest DJ’s heb je ongetwijfeld leuke anekdotes overgehouden?
We houden de idee van de studio ook in stand door ons telkens te laten fotograferen in een studio. Maar daar komen we dus niet. Deze vorm is de enige betaalbare. De leuke anekdotes vallen mee. Blijken metal heads ineens brave huisvaders te zijn geworden. Huisje – tuintje – boompje, dat soort dingen. En in het weekend de jas met patches. Heel wat gasten hadden wel koudwatervrees bij de eerste woorden in de microfoon. Bij twee van hen moesten we zelfs even de kamer verlaten om dat te overwinnen. Degene met de minste vrees? Rik Martens. Wat een beer.
De afleveringen duren gemiddeld een uurtje, maar enkele weken geleden passeerde ook een 24-uur-durende marathon die samengesteld en ingesproken werd door Mike van Consouling Sounds. Wiens knotsgekke idee was dat? Heb je een idee of er veel luisteraars de hele rit uitgezeten hebben?
Van hemzelf. Op de vraag hoe lang zo’n programma moet duren, maakte ik een grapje door te zeggen dat het langste tot dan toe 3,5 uur was en dat dat beter kon. Daarop stelde Mike een 24 uur-durende show voor. Twee dagen later was die tot mijn verbazing al klaar. We zoeken nog steeds de luisteraars die de rit volledig hebben uitgezeten. Hoe goed die show ook was, we willen hen een medaille van moed en zelfopoffering bezorgen. Op voorwaarde dat ze de rit in één keer uit zaten.
Je brengt ook regelmatig een special rond een bepaald genre of label. Welke specials heb je de komende weken nog zoal in petto voor je luisteraars?
De laatste tijd ben ik daar al wat op uitgekeken. Zeker op de tongue-in-cheek versies. De show met de onuitspreekbare titels, de kerstspecial, de kastelenaflevering, moederdag… allemaal amusant, maar op den duur ook een beetje vervelend. Van de D-beat-aflevering, die over de Ultra Metal of over Peaceville ben ik erg tevreden. Maar die zijn ook arbeidsintensief. Ik hoop Vomitor te kunnen strikken voor een special over hun band eind april. En deze zomer wil ik ook graag een special rond festivals als Metal Méan en Chaos Descends brengen. Met dien verstande dat ik ze kan combineren met mijn stagedive-bezigheden. Labelspecials vind ik fijn om te doen. Misschien buig ik mij binnenkort eens over Bestial Burst. Meestal is het niet echt voorgeprogrammeerd en hangt het wat af van de heat of the moment.
Welke muzikant zou je in je stoutste dromen willen strikken voor “De Pankraker”, zij het voor een interview of een guest DJ-sessie?
Ik hoop op een afscheidsinterview met Slayer. Mocht iemand het mailadres van Araya of King hebben: graag. En als gast-DJ ben ik bezig met een muzikant die op “Tara” speelt, één van mijn favoriete metal-platen. De lezers mogen al beginnen gissen. Ook ander interessant volk denkt na over een show: onder andere Jo Versmissen van het fijne label/mailorder Babylon Doom Cult en Marcus en Charlie van het fantastische Crypt Of The Wizard. We zullen zien of en wanneer die landen.