Je hebt bands die voortdurend in de spotlights staan en elke scheet die ze laten, vertalen in een post op sociale media. Entartung, daarentegen, heeft zich steeds vrij low profile weten opstellen, waardoor de band nog steeds in een soort van mistige waas gehuld is. Recent leek de nevel echter een beetje op te klaren en gaf Entartung een deeltje van haar mysterie vrij. Met de release van “Baptised into the faith of lust” voor de deur, besloot ik de heren Lykormas en Vulfolaic eens aan een kruisverhoor te onderwerpen. (JOKKE)
Jullie hebben Entartung in 2011 in het leven geroepen. Welke visie hebben jullie met de band en is alles de afgelopen jaren gelopen zoals jullie oorspronkelijk voor ogen hadden?
Vulfolaic: Ons oorspronkelijk doel was black metal maken zoals we die zelf graag horen; i.e. black metal met een aanzienlijk “old school”-gehalte, ontdaan van alle “innovaties” die het genre teisteren sinds het midden van de jaren ‘90. Aan ons voornemen hebben we ons zeker gehouden. Wat we origineel dan weer niet voor ogen hadden was meerdere albums maken en uiteindelijk zelfs live spelen. In dat opzicht zijn we zeker wat ontspoord, maar dat is alleen maar positief.
Welke filosofie schuilt er achter de bandnaam?
Vulfolaic: Entartung betekent zoveel als “ontaarding“, een afwijken van de norm. Dat is allicht een term die perfect beschrijft hoe de massa het soort muziek dat wij maken, ziet.
Lykormas is een rivier uit de Griekse mythologie terwijl Vulfolaic uit de Germaanse mythologie afkomstig lijkt te zijn. Waarom kozen jullie specifiek voor deze aliassen
Vulfolaic: Dat klopt niet helemaal. Onze aliassen komen uit de Indo-Germaanse traditie van de “wolvenkrijgers”. In heel wat traditionele culturen, overal ter wereld, associeerden krijgers zich met specifieke dieren wiens kwaliteiten ze zich eigen wilden maken. In Afrika treffen we bijvoorbeeld de luipaard- en panterkrijgers, in Zuid-Amerika vinden we de “ocēlōtl” (jaguarkrijgers). In Europa bestaat de traditie eveneens en werd het eerst geattesteerd aan de hand van rotsschilderingen van 60.000 jaar geleden, met als uitlopers natuurlijk de bekende “berserkr“ en “ulfheðnar“ in de latere IJslandse middeleeuwse literatuur. “Vulfolaic“ en “Haistulf“ komen uit de Germaanse cultuursfeer, “Lykormas“ (“Wolf-gang”, afgeleid van “λύκος”, “wolf”.) uit de Griekse. Evocatie van dat primitieve oerkantje is natuurlijk perfect voor black metal, waar de wolf niet te vereenzelvigen valt met de kudde.
Entartung is een band die enkel uit de diepte naar boven komt gekropen als er een nieuwe langspeler gereleased dient te worden. Met “Baptised into the faith of lust” is dat ondertussen zelfs album nummer drie. Wat maakt dit album het beste van de drie?
Lykormas: Is dit het beste album? Je kiest toch ook niet welk kind jouw favoriete gebroed is? Entartung heeft geen wereldschokkende veranderingen in hun sound. We zijn alle drie oude venten en hebben heel wat scene-ervaring. Het is niet zo dat Entartung nog een of ander groeiproces dient door te maken. Ons debuut “Krypteia” was misschien wel het zevende full length black metal-album dat ik geschreven heb. We weten wat we kunnen en we weten wat we willen. Er zijn zeker verschillen hoorbaar tussen alle albums en mij smaken ze alle drie even goed. “Über die Grenzen des Todes” is het allereerste Entartung nummer geschreven en dat bevalt me nog steeds. De nieuwe plaat klinkt natuurlijk het meest fris in de oren en ook het artwork ligt mij persoonlijk het beste. Ik klop me vooral op de borst over het feit dat we dit album afgewerkt hebben als een trio en, los van Temple of Disharmony’s mastering, alles zelf hebben gedaan. Een werkje van bloed, zweet en tranen. In dat opzicht geeft “Baptised into the faith of lust” ons de meeste voldoening.
Alle drie de albums werden bij dezelfde broodheer uitgebracht. Vermits jullie de demofase overgeslagen lijken te hebben, vraag ik me af hoe jullie destijds bij World Terror Committee terechtgekomen zijn?
Lykormas: Zoals dat meestal gaat. Destijds stuurden we “Krypteia” naar een handvol labels waarvan W.T.C. het meest geïnteresseerd was. We zijn geen band die op elke opportuniteit ingaat, noch het onderste uit de kan probeert te halen. We zijn tevreden met W.T.C. en zoals de dingen verlopen.
Het geluid van Entartung houdt het midden tussen de Duitse en Finse black metal sound. Welke bands beschouwen jullie zelf als de blauwdruk voor het bandgeluid
Lykormas: Ik denk dat je het zelf goed opmerkt en dat daarmee voldoende gezegd is. Entartung kijkt vooral naar zichzelf. We plaatsen geen andere bands op een voetstuk, noch kijken we minachtend neer op anderen. We maken muziek die uit ons hart vloeit en zijn er niet op uit om te innoveren. Ons creatief en spiritueel uiten staat voor ons boven originaliteit. Dat we daardoor gelinkt worden aan andere bands in het black metal-genre is niet meer dan logisch. Maar zelf boeit ons dat helemaal niet.
Op tekstueel vlak zoeken jullie inspiratie in de obscure kant van (religieuze) geschiedenis en in de schrijfsels van Fyodor Dostoyevsky, Selma Lagerlöf, Charles Baudelaire en Hermann Löns. De songtitels zijn bovendien in het Latijn, Engels, Duits, Frans, Zweeds en Hindi. Zijn de songs op een bepaalde manier met elkaar verbonden en hoe belangrijk is de inhoudelijke boodschap voor Entartung?
Vulfolaic: Er loopt geen rode draad doorheen de individuele nummers; de nummers refereren ook niet op een bepaalde manier naar mekaar. Natuurlijk maken we gebruik van genregebonden stilistische elementen die in elk nummer terug te vinden zijn, maar we willen zeker niet dat elk nummer klinkt als een semi-kopie van het nummer ervoor en erna. Omdat elke compositie zijn eigen identiteit heeft, vinden we het belangrijk om naar tekstuele onderwerpen op zoek te gaan die passen bij deze sfeer en eigenheid. Wanneer de sfeer geholpen wordt door die onderwerpen te bezingen in de taal waarin ze oorspronkelijk zijn ontstaan, dan onderzoeken we graag die optie. Zo komen we deze keer dus inderdaad uit op flarden tekst in een aantal vreemde talen.
Ook in het hoesontwerp is veel werk en detail geslopen. De afbeelding is een soort van parodie geworden van het negentiende-eeuwse schilderij “The vision of the youth Bartholomew” van de Russische schilder Mikhail Nesterov. Hoe verhoudt de cover zich tot de albumtitel en wie is verantwoordelijk voor het mooie ontwerp?
Vulfolaic: We waren op zoek naar een authentiek schilderij als hoes voor deze langspeler. Het probleem hierbij is echter dat er honderden bands in dezelfde “public domain”-vijver vissen en je dus vroeg of laat in een situatie komt waar een andere band hetzelfde kunstwerk op zijn hoes mikt. Voor ons vorig album gingen we op zoek naar Christelijke houtsnedes die we listig konden aanpassen en ombuigen naar de sfeer die wij wilden. We wilden dit echter niet zomaar herhalen en kwamen uiteindelijk uit bij de kunst van de Orthodoxe Kerk. Voor de illustraties binnenin gingen we aan de slag met een aantal iconen, voor de omslag dan inderdaad met het schilderij “Het visioen van de jonge Bartholomeus”. In het verhaal waarvan het oorspronkelijke schilderij een illustratie is, ontmoet een ietwat simpele boerenzoon een monnik. Die monnik geeft hem de Orthodoxe variant van een hostie, wat zijn intellectuele capaciteiten zou moeten verhogen – vooral met betrekking tot interpretatie van de “Heilige Schrift”. Uiteraard stelt de monnik ook het dubieuze gebaar van de jongen te kussen.
In onze bewerking is de monnik in essentie een variant op de figuur “Pesta“ uit de reeks “Svarte dauen” van de Noorse volkskunstenaar Theodor Kittelsen. De monnik behoort tot de wereld van de doden, maar hij wandelt tussen de levenden. Hij plant als het ware de zaden van het verval in deze wereld; hij draagt de spirituele zwarte dood – die het Christendom is – met zich mee. De akkers op de achtergrond van het schilderij zijn dor geworden en zullen geen gewassen dragen die de bevolking van de nederzetting zullen kunnen voeden. Dit verwijst naar het bekende Mattheus-fragment (6:26): “Aanziet de vogelen des hemels, dat zij niet zaaien, noch maaien, noch verzamelen in de schuren; en uw hemelse Vader voedt nochtans dezelve; gaat gij dezelve niet zeer veel te boven?” Uiteindelijk aanvaardt de achterlijke jongen ook het “lichamelijke geschenk” van de monnik – de aard van de geschenken die geestelijken uitdelen is ondertussen welbekend – en worden de kleuren van de dood en vergankelijkheid in zijn gezicht gegraveerd. Op dat moment is hij waarlijk gedoopt “in het geloof van de lust“, een niet mis te verstane metafoor die we haalden uit een werk van de Zweedse schrijver P.O. Enquist.
Entartung opereerde steeds als duo, maar op het nieuwe album lieten jullie je bijstaan door een drummer van vlees en bloed. Hoe zijn jullie bij Haistulf uitgekomen en is hij permanent tot Entartung toegetreden?
Lykormas: Om onze muziek live ten gehore te brengen, moesten we op zijn minst als trio aantreden. Om die reden heeft Haistulf zich bij Entartung aangesloten. Zelf heb ik al vele jaren samen met hem gespeeld en wist dat hij het uitstekend zou doen. Zijn drumwerk op de nieuweling zou ook een meerwaarde zijn, dus zijn we erg tevreden dat hij vast deel uitmaakt van de band. Al verandert dit niet veel voor Entartung. Vulfolaic maakt nog steeds al het artwork, concepten en teksten. En ik zorg nog steeds voor de muziek en tevens drumlijnen voor Haistulf. Zelf heeft laatstgenoemde de afgewerkte versie van “Baptised into the faith of lust ” nog niet gehoord. Hij wil daarmee wachten tot hij daadwerkelijk het fysieke eindproduct in handen heeft.
Buiten een exclusief optreden in 2015 op het Nederlandse Veneration of the Dead festival, lijken jullie een broertje dood te hebben aan op de planken staan. Hoe heeft de organisatie jullie zover gekregen om toch eens op het podium te kruipen? Gezwicht voor het grote geld?
Vulfolaic: Ik denk dat de meeste toeschouwers behoorlijk teleurgesteld zouden zijn, moesten ze de kans krijgen om een blik achter de schermen te werpen. Alles wat voor en na een optreden plaats vindt, is allesbehalve glorieus; de hele ervaring wordt al evenmin afgesloten door het ontvangen van een dikke enveloppe met bankbiljetten. Het concept van Veneration of the Dead sprak ons aan en kwam op een moment dat gunstig was voor de verschillende individuen in Entartung. Ondertussen liggen de kaarten alweer wat anders. De voorbije twee jaar was werken aan het nieuwe album de prioriteit. Alle podia van Europa afdweilen is dat niet.
Is er geen druk vanuit het label om het nieuwe album live te gaan promoten?
Vulfolaic: Neen, World Terror Committee geeft ons op alle vlakken totale vrijheid.
Ik veronderstel dat er toch wel wat voorbereiding aan te pas komt om plots op te treden. Kost het dan niet veel tijd en energie voor slechts een éénmalig gebeuren?
Lykormas: Ja, dat klopt helemaal. Als we rond die periode meer mogelijkheden tot spelen zouden gehad hebben, hadden we zeker meerdere shows gespeeld. Maar de enkele onnozele aanbiedingen die we toen kregen, deden ons onmiddellijk denken aan de redenen waarom we het vooral niet zouden doen. Uiteraard vallen de kansen niet zomaar uit de hemel, maar om een heel traject in volle overtuiging en toewijding te volgen om zo een handvol lauwe shows te spelen, dat zagen we niet (meer) zitten. We hebben het live-gebeuren afgesloten. Maar zeg nooit nooit, aldus het bekende gezegde…