Amper een half jaar geleden maakten we kennis met het Canadese Ossuaire via diens veelbelovende debuut langspeelplaat “Premiers chants“. Zoals in die review werd aangegeven, betrof het hier het eerste deel van een tweeluik omtrent de teloorgang van het christendom, een weinig origineel concept om een plaat over te schrijven, althans in het black metal-wereldje. Dat de opvolger getiteld “Derniers chants” zo snel volgt is echter mooi meegenomen aangezien we hier opnieuw drie kwartier lang hoogstaande black voorgeschoteld krijgen.

De heren hebben blijkbaar een groot vat aan inspiratie dat uit hun knekelhuis opborrelt want de pakkende en snijdende tremolo-riffs vliegen ons om de oren en de nummers met een speelduur van zes tot elf minuten zitten vernuftig in mekaar zodat een geeuw onderdrukt wordt. Ossuaire mixt wraakgierige lust met een meer epische toets en ramt niet eenzijdig door zoals een mid-tempo song als “L’oeil-sang” bewijst. Net zoals op de voorganger is er ruimte voorzien voor een kortstondige ademruimte (“Elévation“) waarin de akoestische gitaren bovengehaald worden en subtiel trompetgeschal een heroïsche sfeer oproept. In de finale van “Derniers chants” wordt meermaals teruggegrepen naar heidens aanvoelende en meer verhalende momenten terwijl de eerste helft van de plaat zich meer op pure black focust. De vier muzikanten hebben geen nood aan een primitief keldergeluid om onkunde te maskeren, en kozen opnieuw voor een knallende productie die toch nog grimmig en verderfelijk klinkt.

Als je beide platen als één werkstuk beschouwt, klokt het geheel op een ferme vijfentachtig minuten af waarmee Ossuaire bewijst een nieuwe sterke speler in de Québec-scene te zijn om rekening mee te houden.

JOKKE: 84/100

Ossuaire – Derniers chants (Sepulchral Productions 2019)
1. Pestilence rampante
2. À l’ombre du très-haut
3. Sous l’autel des immaculés
4. Élévation
5. L’oeil-sang
6. Derniers chants (Un monde dépourvu de Dieu)