Luiheid en amateurisme zijn zaken die je onze landgenoten van Serpents Oath niet meteen kan verwijten. Een gebrek aan originaliteit horen we dan weer wel soms als kritiek passeren, maar hoeveel blackmetalbands komen de dag van vandaag nog wel origineel voor de dag? Het kwintet weet in elk geval heel goed waar het mee bezig is en dat resulteerde in de vorm van “Revelation” tot hun beste release tot op heden, de eerste via nieuwe broodheer Odium Records, die trouwens aankondigde dat de releasedatum wegens vertraging van de vinylversie naar januari 2024 verschoven wordt. Drie jaar na ons eerste gesprek met zanger Tes Re Oth zochten we de frontman wederom op voor een uitgebreid gesprek. Na een kort gevecht met de demonen van Teams en andere online chatkanalen, konden we verschillende topics zoals transformatie, cryonisme, pyrotechnics en hun show in Mexico bespreken. (JOKKE) (c) Foto’s Mothmeister

Jullie houden er met drie full-lengths op drie jaar tijd een strak releasetempo op na. Wordt er continu aan songs geschreven of werken jullie met strikt gescheiden blokken van componeren en live spelen?
Wij schrijven continu muziek, een heel verschil met vroegere bands waar ik deel van uitmaakte. Dit heeft mogelijks te maken met het feit dat Serpents Oath in de Coronaperiode startte. Zodra het nadien mogelijk was, kwamen we zo’n twee keer per week samen. Eén repetitie is meestal het doorspelen van onze liveset en de tweede bijeenkomst is om samen aan nummers te schrijven. Op deze manier blijven we altijd bezig. Dit zorgt ook wel voor een muzikale continuïteit tussen onze drie platen in plaats van dat het echt verschillende momentopnames zijn.     

Toen we startten, kwamen alle nummers van Daenum. Hij bracht zijn schrijfsels mee naar repetities waar we er dan tezamen structuur inbrachten om ze tot nummers te kneden. Zodra Baelus er ten tijde van “Ascension” bijkwam, wisselden beide gitaristen onderling al riffs uit die we dan wederom in het repetitiehok tot volwaardige songs uitwerkten. Hierdoor kunnen we eigenlijk snel werken.

Ik snap dat sommige mensen drie platen in evenveel jaar als een grote output zullen zien en velen menen ook dat sommige bands hun debuut nadien nooit meer hebben kunnen overtreffen, maar persoonlijk vind ik “Revelation” écht ons beste werk. Dit is natuurlijk moeilijk objectief te bekijken, maar ik vind de songs persoonlijk stuk voor stuk sterker dan het vorige werk en de plaat klinkt ook meer als een geheel. Ook productiegewijs hebben we een grote stap vooruit gezet. Ik hoop dan ook dat mensen horen dat we écht gegroeid zijn op die drie jaar tijd.

Inderdaad. Yarne Heylen van Carnation gaf jullie een iets ruwere, vollere en meer venijnige sound mee, wat ik wel heel geslaagd vind. Op welke manier verschilt het werken met Yarne van die met een grote naam als Andy Classen die jullie vorige twee platen produceerde?
We zijn altijd tevreden geweest over Andy, maar die heeft natuurlijk een zeer eigen manier van werken, maar we merkten te weinig vooruitgang tussen ons debuut “Nihil” en opvolger “Ascension” om voor onze derde plaat terug naar hem te keren. Onze gitaristen waren niet zo tevreden over hun gitaarsound en mijn vocalen stonden er veel te droog op. Misschien dat het voor Andy gewoon ook wat moeilijker is om black metal te vatten als in “wat zijn zijn referentiepunten”?

Met Yarne werkten we al sinds ons debuut samen voor onze videoclips en toen zijn studio klaar was, vroeg hij ons natuurlijk om eens te komen kijken. Uit ervaring weten we dat het technische gedeelte niet zo gek veel verschilt tussen studio X, Y of Z, het is de persoon die het verschil écht kan maken door op een bepaalde manier op te nemen. En ook het feit of die persoon echt mee is met wat we doen, speelt een grote rol. Bij Andy was dat maar tot op een bepaalde hoogte omdat er in onze sound ook wel wat invloeden zitten van “Sentence of death” van Destruction, “In the sign of evil” van Sodom en “Flag of hate” van Kreator – drie platen die ik persoonlijk trouwens door hun intensiteit en de agressie van de vocalen onder de noemer black metal avant la lettre schaar – daar Andy deze periode volop meemaakte, maar er was geen progressie.

Bij Yarne vreesden we eerlijk gezegd een beetje hetzelfde door zijn ervaring met vooral death metal, maar toen we bij hem waren, bleek al snel dat hij met ons qua black metal volledig op één lijn zat. Hij had ook naar onze vorige platen geluisterd en de verbeteringen of aanpassingen die hij voorstelde, strookten volledig met onze opvattingen. Dus namen we het risico, en ik kan zeggen dat we super tevreden zijn over het werk dat hij verrichte, zowel over het verloop van het opnameproces als de sound. Zijn eerste mix benaderde al quasi voor 99% het uiteindelijke resultaat.  

Jullie vallen overduidelijk in de categorie van snelle Zweedse meloblack en hebben dat genre ondertussen heel goed in de vingers. Wel denk ik dat een mogelijke valkuil voor toekomstige platen kan zijn dat jullie amper van deze formule afwijken. Denk je dat er op een volgende plaat meer ruimte voor experiment zou kunnen komen? Zo hoor ik in “Unto Typhon” subtiele toetsen, iets dat misschien verder geëxploreerd kan worden in de toekomst, net zoals de ambient intermezzi?
We wisten dat mensen gingen spreken over de toetsen, maar er zijn er helemaal geen. Dat zijn puur verschillende gitaarlagen die je hoort. Toen ik mijn zangopnames deed, dacht ik in eerste instantie zelf ook “godverdomme, die mannen hebben toetsen gebruikt!” (lacht).

De extra ideeën die we tijdens het opnameproces hebben opgedaan, namen we mee voor nieuwe nummers en er werden er ondertussen al heel wat geschreven voor langspeler nummer vier, maar deze belandden in de vuilbak omdat we onszelf afvroegen of ze inderdaad nog wel vooruitgang lieten horen vergeleken met “Revelation”. ‘Goed’ is niet genoeg, het moet ‘mega’ aanvoelen. Hoe de opvolger zal uitpakken, kan ik nog niet zeggen, maar we hebben met “Revelation” wel de lat gelegd waarop we onze toekomstige composities dienen af te toetsen.      

De rode draad doorheen jullie drie langspelers is de rebellie van Lucifer. Waar zijn we op deze derde langspeler ondertussen in dat verhaal aanbeland? Gaat het om een trilogie?
Toen we startten, was het nog niet echt duidelijk of we dit thema over drie platen wilden verdelen, maar op “Revelation” werd wel duidelijk dat deze thematiek nu afgehandeld is en dat ons volgende album een andere insteek zal hebben.

Nu komt de rebellie van Lucifer vooral in het artwork voor. Op “Nihil” zien we de oorlog in de hemel waarbij Lucifer wint van de aartsengel Michael en hem eruit stoot. Op “Ascension” merkt Lucifer dat er helemaal geen god in de hemel is en stijgt hij uit tot zijn eigen god en op “Revelation” zit hij op zijn troon en regeert over alles wat geschapen is. Dat is de afgrond.

De rebellie van het niet aanvaarden van de dood, is het eindpunt. Dan komen we weer bij onze visie op transformatie terecht: morgen beter zijn dan vandaag en vandaag beter zijn dan gisteren. En zorgen dat je de dood overstijgt en overwint, dat is ons centraal thema en de visie achter Serpents Oath. Vandaar ook onze bandnaam die verwijst naar het serpent die haar huid afschudt en tot een nieuwe versie leidt. Zo gaat dat trouwens ook bij de mens en onze celdeling. Om de zeven jaar vernieuwen al onze cellen ons, waardoor we eigenlijk elke zeven jaar letterlijk een nieuwe persoon worden. Die visie van transformatie is de essentie van Serpents Oath.

Was het belangrijk dat nieuwkomers Baelus en Mørkald dezelfde visie deelden?
Ze moesten zichzelf niet onderwerpen aan onze visie maar er wel mee instemmen dat onze visie op bepaalde dingen die we doen een invloed heeft. Van iedereen verwachten dat ze in de pas moeten lopen, staat dan weer haaks op die rebellie waar ik over sprak en over je eigen pad bewandelen.

We hebben allemaal wel een gelijkaardige visie op verschillende dingen. En door in ons genre te zitten, heb je sowieso al een zekere vorm van rebellie en tegen de stroom ingaan. Die kern en die vonk zitten er al in, maar niet iedereen hoeft hetzelfde te zijn, dan zou het maar een saaie bedoening zijn. En het feit dat we zo regelmatig samenkomen getuigt ook van onze onderlinge band.

Waar staat black metal voor jou voor? Er zijn enerzijds veel genreregeltjes maar er wordt anderzijds ook veel geëxperimenteerd binnen het genre, veel meer dan bij bv. death of thrash metal of grindcore.
Voor mij is de essentie die erachter zit bepalend. Welke vonk of vlam stuurt de muziek aan? Als die er zijn, heb je nog enkele muzikale componenten die bijdragen tot mijn definitie, maar niet andersom. Zo gaat Christian black metal voor mij volledig aan de essentie voorbij ondanks het gebruik van tremolo picking, blastbeats en high pitched screams. Ik vergelijk het graag met ‘painting by numbers’ waarbij je vakje 1 met geel inkleurt, vakje 2 met blauw, enzovoort. Op het einde ga je wel een schilderij gemaakt hebben, maar geen kunst. Daar ligt voor mij het verschil: er moet een achterliggende component zijn om over black metal te kunnen spreken. Volgens mij horen de echte blackmetalliefhebbers zoiets onbewust wel. Ik heb het dan bv. over bands die bepaalde symboliek gebruiken, puur voor het visuele zonder de achterliggende betekenis ervan te kennen. Ik denk dat mensen dat snel door hebben, ook horen en zo afhaken.     

Revelationis opgedeeld in drie hoofdstukken. Welke visie zit hierachter?
Dat komt van ons occulte gedeelte en het bestrijden van ons pad. Je vormt iets, maar wat moet je dan doen? Er is een start, een genesis, maar meestal moet je eerst een apocalyps of vernietiging doen: alle muren die je hebt opgebouwd en je hinderen, dien je af te breken en dan pas kan je weer opnieuw opbouwen tot een soort wedergeboorte. De verschillende ambientintermezzi zijn de muzikale illustratie hiervan. Zo heb ik ook geprobeerd om in de teksten verschillende thematieken te nemen om die vanuit die verschillende punten toe te lichten. Zo is vuur een wederkerend thema bij Serpents Oath. Zo is de genesis die eerste vonk of idee die ontstaat. Dan is er het allesvernietigende vuur om uiteindelijk bij je innerlijke zwarte vlam te komen om verder te ontwikkelen.  

Bij jullie shows en video clips komt heel wat bloed en vuur kijken. Werken jullie voor het vuurgedeelte samen met professionele pyrotechniekers die jullie hierin bijstaan?
In het begin deden we dit op een DIY-manier met vloeistof in vuurschalen. Achteraf bekeken denk ik soms dat het wel eens fout had kunnen lopen. Black metal moet wel een gevaarlijk kantje hebben, maar een hele zaal afbranden is misschien toch niet zo’n strak plan (lacht).   

Flor Ex Peels, één van de pyrotechniekers die de vuurshows op Alcatraz verzorgt, leerde ik toevallig kennen en hij hielp ons bij onze eerste videoclip waarbij mijn armen in brand stonden. Geleidelijk aan hielp hij ons verder waardoor we ondertussen met gasinstallatie werken voor de verschillende branders van onze vuurshow. Die zijn volledig gemaakt door onze “Fang & Claw” crew.

Naast vuur en bloed gebruiken we ook schedels, allemaal die dingen die heel primair zijn en waar je instinctief op reageert. Zo ruik je niet alleen bloed, maar proef je ook het ijzer dat erin zit. Die primaire instincten hebben we altijd willen meenemen naar het livegedeelte, buiten het feit dat deze zaken ook allemaal voor transformatie staan. Vuur is een transformatie van de ene naar de andere stof. Bloed is een transformatie van de varkens die het energie gaf naar de energie van onze show. Zo staat een doodskop niet voor het einde, maar voor transformatie. Ook in Tarot betekent de doodkaart niet dat je gaat sterven, maar betekent ze transformatie.

Zou je het zelf cool vinden moest jouw schedel later ooit voor zo‘n gelegenheid aangewend worden?     
Daar heb ik nooit zo over nagedacht omdat mijn plan – mocht ik ooit sterven – is om ingevroren te worden, dus moeten ze van mijn schedel afblijven. Die optie is er niet (lacht). Mocht het niet zo zijn, zou ik dat wel interessant vinden want het rotten in de grond of opgefikt worden is voor mij geen alternatief.

Zijn er nog veel ontwikkelingen gebeurd op vlak van cryonisme sinds ik je hier drie jaar geleden een eerste keer over sprak?     
Dat blijft maar vooruitgaan, kijk bv. ook maar eens naar de ontwikkelingen op gebied van AI. Alles gaat nu zo snel. Celverjonging is al gelukt, nog niet bij mensen, maar toch. Als dat er ooit komt, zou niemand nog van ouderdom moeten sterven. Dus als ik op mijn 95ste zou sterven, zou ik ook niet als een oude man moeten verder leven indien celverjonging mogelijk zou zijn op het ogenblik dat de technologie zo ver staat dat ze me uit mijn vriezer kunnen halen. Nu lopen er al mensen rond met een koffertje in hun hand als kunstmatig hart, dus ja. 

Maar plan A is nog altijd om niet te sterven. Plan B is geen lichaam nodig hebben en plan C is cryonisme. Ingevroren worden als ik klinisch dood ben is dus eigenlijk slechts mijn tweede back-up plan. Ik heb tevens mijn DNA al laten invriezen, moest ik bijvoorbeeld omkomen in een brand en niet meer ingevroren kunnen worden.

Of het ooit zo ver zal komen, weet ik niet, maar wat heb je te verliezen? Bij voer voor pieren, weet ik het wel. Ik praat hier niet zo veel over met buitenstaanders, maar als ik dan toch in discussie ga, snappen ze het uiteindelijk meestal wel. Als je trouwens de vraag zou stellen aan ouders met een kind dat ongeneselijk ziek is door een kanker en binnen twee jaar zou sterven, zouden ouders waarschijnlijk in 99% van de gevallen ermee instemmen hun kind te laten invriezen totdat er een remedie tegen die kanker gevonden is.

Er gaan trouwens nog altijd mensen sterven als het zo ver is hé, alleen niet meer van ouderdom. Bij sommige bedrijven kan je ook alleen je hoofd of hersenen laten invriezen. Zij gaan er dan weer anders mee om, op die manier ben ik dan eigenlijk nog vrij old school met alles te laten invriezen (lacht).  

Qua présence en het gebruik van bloed en vuur wordt overduidelijk leentjebuur gespeeld bij een band als Watain. Ik hoor hier in de wandelgangen soms wel al eens wat kritiek op. Stoort jullie dat?
Ik kan dat wel begrijpen, maar storen doet dat me niet. Ik denk dat er ergere bands zijn om mee vergeleken te worden dan Watain. Sommige zaken die we doen, deden we trouwens al in onze tijd met Insanity Reigns Supreme. En sommige dingen zoals bv. bloed in het publiek gooien, zal ik dan weer niet doen om net die vergelijking uit de weg te gaan, terwijl ik de essentie daarvan wel snap. En ik denk dat Watain qua equipment nog wel op een heel ander niveau speelt hoor. En trouwens: bloed en vuur zijn elementen die al decennia lang deel uitmaken van het metalgebeuren en niet perse bij black metal hun oorsprong vonden. Kappen over ons hoofd dragen, gaan we dan weer niet doen (lacht).

Jullie trokken onlangs naar Mexico voor een optreden waarvoor de line-up tot een trio werd verkleind. Vanwaar deze keuze en werd dat lokaal opgevangen door enkele sessieleden of klommen jullie als trio op het podium?
We waren met vier van de vijf bandleden aanwezig, maar je zag er maar drie op de foto’s omdat één van ons het land officieel niet mocht verlaten. Vandaar dat je hem niet op de foto’s ziet.

Misschien hadden jullie dan toch voor de anonieme look met zwarte kappen moeten gaan, niet?
Inderdaad (lacht), soms misschien wel handig. En één bandlid kon ook niet mee wegens medische redenen. Maar goed, we hebben altijd gezegd dat de band op de eerste plaats komt, en dan zoeken we een oplossing. We konden beroep doen op een lokale muzikant die de set instudeerde en met ons meespeelde. Hij speelde dat weekend trouwens vier shows met vier verschillende bands, dus die wist wel wat hij deed (lacht). Initieel wilden we zelfs een volledige tweede line-up klaarstomen om in te vallen waar nodig, maar toen we ondervonden hoe moeilijk het wel niet was om één line-up te vervolledigen, lieten we dat plan varen. Maar Serpents Oath zal altijd spelen, no matter what.

Betrof het één optreden?
Ja, op het Mexico Black Metal Chaos III festival. Maar toen dit geboekt was, keken we om er nog drie shows bij te doen, weliswaar via een andere promotor. Maar daar één van ons serieus met zijn rug sukkelt, zag die dat niet zitten om tussen de verschillende shows telkens een paar honderd kilometer te moeten reizen in een busje. We hielden het daardoor op enkel de festivalshow. En uiteindelijk maar goed ook, want de andere blackmetalband waar we die shows met zouden spelen, is uiteindelijk niet gegaan.

Het festival was trouwens wel een topervaring. Mexicaanse fans – en misschien bij uitbreiding alle Zuid-Amerikaanse blackmetalfans (dat moeten we nog ontdekken) – zijn zo anders qua toewijding en enthousiasme. Die waren letterlijk buiten aan ons hotel aan het wachten om, zodra ze ons zagen, een handtekening te komen vragen op foto’s die ze van ons hadden afgeprint.

Op shows is er ook geen beperking qua aantal decibels. Het ging er dus aardig  luid aan toe en nog schreeuwden die zo luid dat ze boven het lawaai uitstegen. Fenomenaal was dat om mee te maken.

Was de mogelijkheid er om wat cultuur op te snuiven?
We wilden wel tempels bezoeken, maar het reizen alleen al zou veel te veel tijd gevraagd hebben, dus spijtig genoeg hebben we niet veel kunnen verkennen, buiten enkele zaken in Mexico City.

Was jullie grafische vormgever Nestor Ávalos ook aanwezig?
Ja, hij is afgekomen wat we zeer wisten te appreciëren daar dat voor hem ook wel een binnenlandse vlucht betekende. Een jaar geleden is hij tijdens een Europese rondreis trouwens ook al eens bij mij thuis blijven logeren. Nu was het voor hem een uitgelezen kans om Serpents Oath eens live aan het werk te zien. En nu begreep hij nóg beter de richtlijnen de ik hem vroeger bezorgde.

Hebben jullie veel (buitenlandse) shows op de planning staan om “Revelation” live te promoten?
Begin december komt Eindhoven Metal Meeting eraan, meteen gevolgd door de Duystere Markt in Genk waar we het jaar mee gaan afsluiten. Voor volgend jaar staan er ook al enkele shows vast. De plannen voor een tour zijn er wel, maar daarvoor zouden we bij een internationaal bookingskantoor moeten terecht kunnen, want dat is anders niet simpel meer om op eigen houtje rond te krijgen door de sterk gestegen kosten.  

Ik verschoot eerlijk gezegd wel toen aangekondigd werd dat “Revelation” via het Poolse Odium Records zou verschijnen daar ik jullie wel perfect vond passen bij Soulseller Records. Vanwaar de keuze voor de nieuwe broodheer? Denk je dat zij Serpents Oath naar een hoger niveau kunnen pushen?
Net zoals het studiogegeven waar we over spraken, moesten er nog een paar zaken veranderen om vooruitgang te kunnen boeken. We hebben zelfs kort getwijfeld om iemand anders voor het album coverontwerp te kiezen, maar de samenwerking met Nestor loopt te goed en hij begrijpt ook volledig wat we willen.

De samenwerking met Soulseller verliep goed, ze hebben een top distributie, dat mag zeker gezegd worden, maar aan de andere kant zijn wij niet de band die evenveel platen verkoopt zoals hun jaarlijkse Gorgoroth rereleases. 

Met Shadow van Odium records hadden we al veel langer contact. We hebben dezelfde visie over black metal en het occulte, dus de connectie was er. We lieten hem een paar nummers horen en hij vroeg ons meteen of we bij hem wilden komen. Hij gaat ook enkel voor kwaliteit en brengt ook niet elke maand een aantal releases uit. 

Gek genoeg merken we vooral op promotioneel vlak een groot verschil nu. Zo verscheen de aankondiging van onze nieuwe plaat op heel veel sites en we worden ook op veel radioshows gedraaid. Odium records was ook bereid om bv. een gelimiteerde boxset en de LP als gatefold uit te brengen. Maar geen slecht woord over Soulseller Records hoor.

Jullie toegewijde volgers worden omschreven als het ‘Fang and Claw pack’ waar tot kan toegetreden worden door jullie een bericht te sturen. Wat is de visie hierachter?
Op de show met Helleruin in JH Jakkedoe waar je ons zag, liepen er heel wat rond. Veel mensen denken trouwens dat dat allemaal bandleden zijn (lacht). Dat is spontaan gegroeid door mensen die zaken bij de hand genomen hebben en ons begeleiden. Als we ergens gaan spelen zijn we meestal met vijf bandleden en vijf crew leden, dat is onze Fang and Claw pack. Dat kunnen bijvoorbeeld ook mensen zijn die ons in Mexico ter plekke aan bloed en vuur helpen of zij die ons bij het opnemen van onze videoclips bijstaan.