In 2018 kwamen de Bokkenrijders van Rituals Of The Dead Hand voor de eerste keer uit de Limburgse contreien aangevlogen om dood en verderf te zaaien met debuut “Blood oath“. Ondertussen zijn we zes jaar later en is er toch wel wat veranderd in het Rituals Of The Dead Hand-universum. Vandaar dat we drummer/tekstschrijver Isangrim nogmaals met enkele prangende vragen opzadelden. (JOKKE)

Wie niet hoort dat Rituals Of The Dead Hand op “The wretched and the vile” een geluid omarmt dat heel wat meer atmosferische en sepulchrale deathmetalinvloeden omhelst, heeft ongetwijfeld een emmer stront in de oren zitten. Was het een weloverwogen beslissing om muzikaal gezien na twee platen een ietwat andere richting uit te gaan of was dit eerder het resultaat van hoe de nieuwe songs nu eenmaal uitdraaiden?
Dat ligt volgens mij ergens in het midden. Enerzijds is het als band gewoonweg niet interessant om keer op keer dezelfde plaat te maken en op die manier in herhaling te vallen, anderzijds gaat onze songschrijver Lykaios nu eenmaal op zijn gevoel van het moment af en komen nummers vrij natuurlijk tot stand. Het moet natuurlijk wel altijd een beetje binnen de perken blijven en aansluiting vinden bij de filosofie van Rituals Of The Dead Hand, maar ik denk dat “The wretched and the vile”, ondanks de duidelijke verschillen, toch nog steeds naadloos aansluit bij de twee vorige platen. Daar zal misschien niet iedereen het mee eens zijn en wellicht zal ook niet iedereen er even gelukkig mee zijn, maar dat is nu eenmaal onvermijdelijk. Daarbovenop werkt het omgekeerd volgens mij ook: mensen die niet helemaal mee waren met de vorige albums, zijn nu misschien wel overtuigd.
Ook is het nieuwe materiaal een heus pak sneller en meer up-tempo uitgevallen. Het lijkt me alsof Lykaios je serieus heeft uitgedaagd om het snelle voetenwerk in een song als “De Gnijdige” op tape te krijgen, niet? Ik herinner me dat je me ooit zei dat je jezelf nooit als een blastbeatdrummer zag en dat je kracht eerder in het tragere beukwerk en fills lag, maar als jullie het tempo stelselmatig zo blijven opschroeven, maak je je borst beter al maar nat!
Tja, daar heb je helemaal gelijk in. Ik zie mezelf sowieso al als een vrij bescheiden muzikant die zich heel goed bewust is van zijn beperkingen, en inderdaad, snelheid is er daar eentje van! Ik geef dan ook eerlijk toe dat ik best even met de wenkbrauwen gefronst heb toen ik de pre-productie van “De Gnijdige” voor de eerste keer hoorde! Voor de meer technisch onderlegde slagwerkers met een groot uithoudingsvermogen zijn zulke tempo’s uiteraard een eitje, maar voor iemand die vooral focust op brute kracht en zelfs groove is het toch een ander verhaal. En ja, blastbeats… de laatste jaren ben ik er wat beter in geworden, in de old-school variant dan toch, maar snelheidsrecords zal ik toch niet snel breken. Let wel, ik heb daar vrede mee en onderneem ook bitter weinig om er verbetering in te brengen. Ik denk ook dat we op het moment met Rituals Of The Dead Hand een aardige variatie kunnen brengen en dynamische platen kunnen maken, dus dat zit wel goed.
Daar waar het kwaad op voorgaand werk steeds wat sluimerend onder het oppervlak bleef (en ik soms wat op mijn honger bleef zitten), barst het nu volop uit. Ik las in een ander interview dat de weinige snellere momenten op jullie vorige platen de woede van de Bokkenrijders tijdens hun aanvallen symboliseerden, maar omdat ze meer een mysterieuze en verborgen entiteit waren, jullie focus vooral op de langzamere en meer sombere muziek lag. Is jullie switch van thematiek (waarover dadelijk meer) verbonden aan het feit dat jullie nu harder van leer trekken?
Dat heeft niet zozeer met het switchen van de thematiek te maken, de teksten worden immers pas als laatste geschreven, maar eerder met het feit dat we merkten dat de snellere songs live extra goed werkten. De trage(re) songs zijn overigens ook niet verdwenen, want het dreigende, donkere en mysterieuze blijft nu eenmaal een grote rol spelen. Maar door een betere verdeling van de snellere en tragere songs worden zowel de platen als de live shows dynamischer, interessanter en vooral agressiever. Het gaat dus niet meer om een constante, sluimerende dreiging met een occasionele uitspatting, maar het is ook geen non-stop razernij zonder adempauzes.
Tenslotte lijken jullie ook bewust voor een vuilere en zompigere sound te zijn gegaan. Vonden jullie net als ikzelf “With hoof and horn” achteraf gezien wat te proper en afgemeten klinken? Hebben jullie het opnameproces wezenlijk anders aangepakt op zoek naar een andere sound? Waren er daarbij bepaalde albums die jullie als maatstaf hanteerden?
Als je een plaat opneemt en ze mixt, heb je altijd een bepaalde sound in het achterhoofd als maatstaf. Die sound helemaal kopiëren lukt praktisch nooit en dat is ook niet de bedoeling, maar het helpt wel om gefocust te werk te gaan. Toen we klaar waren met “With hoof and horn” waren we aanvankelijk erg tevreden met de sound, en eigenlijk vinden we die nog steeds niet verkeerd, maar na verloop van tijd konden we ons toch niet van de indruk ontdoen dat het toch net dat tikje vuiler en ruiger mocht geweest zijn. Voor “The wretched and the vile” zijn we weliswaar niet echt anders te werk gegaan voor de opnames. Zang, gitaar, bas en effecten worden in Lykaios’ homestudio opgenomen, voor de drums weken we zoals de twee vorige keren uit naar Studio 508 in Tongeren en daar namen ze meteen ook de eindmix voor hun rekening. Als richtlijn qua sound vertrokken we deze keer vanuit de band Krypts. Zij hebben een erg ruig en zwaar geluid dat desondanks toch vrij duidelijk klinkt. Ook de platen van Triptykon hebben we in de studio wel eens aangehaald als inspiratie. Het resultaat mag er echt wel zijn, want de plaat is echt een slag in het gezicht geworden. Wellicht zullen na verloop van tijd hier en daar wel weer kleine dingetjes opduiken die we een volgende keer anders willen zien, maar dat is niet meer dan normaal. Er moet immers altijd ruimte voor verbetering en verandering zijn, toch?

Zijn jullie invloeden anno 2024 anders dan toen Lykhaios en jijzelf de band destijds oprichtten?
Niet echt. En ik denk dat deze voor Rituals Of The Dead Hand ook niet snel zullen veranderen. Uiteraard leer je doorheen de jaren wel nieuwe acts kennen, maar die vinden daarom niet automatisch hun weg naar onze sound. Binnen de death, doom en black metal kan je immers vrij ruim gaan zonder daarom mijlenver van je basisgeluid af te wijken. Een goed voorbeeld vind ik The Ruins Of Beverast, trouwens een grote inspiratiebron voor Rituals Of The Dead Hand. Hun laatste plaat is ook ietwat afwijkend van de rest, zelfs in die mate dat het aanvankelijk wat afschrikkend werkte, maar na verloop van tijd werd het toch duidelijk dat het een album was dat enkel zij hadden kunnen maken en op de koop toe toch nog ijzersterk bleek te zijn.
Vanwaar de keuze om Vincent Noben (Hell City, ex-Mordkaul) als gast uit te nodigen voor het inspelen van solo’s op “De Gnijdige” en “Mayhem and the goat”?
Solo’s blijven een ietwat moeilijk gegeven. In de regel ben ik er geen grote fan van, maar op het juiste moment kunnen ze echt wel voor pure “Hell yeah!!!-momenten” zorgen. “De Gnijdige” en “Mayhem and the goat”, twee meer up-tempo beukers, konden in onze ogen wel zo’n flitsende solo gebruiken om ze net nog dat tikje meer te laten vlammen. Als je zoiets wilt doen, moet je het echter fatsoenlijk doen en niet met een halfbakken probeersel afkomen. Ikzelf gaf daarnet al toe dat ik mijn eigen beperkingen goed ken en bij Lykaios is dat net hetzelfde. Soleren is zijn ding niet echt en dat typische “shredden” is al helemaal niet aan hem besteed. Dus dan ga je te rade bij iemand die dit wél weet te verwezenlijken en in onze contreien kom je dan al snel uit bij Vincent. We kennen hem al jaren en hij is behalve een goede maat een werkelijk uitmuntende gitarist. Het kostte ons niet veel om hem te overtuigen en in enkele takes was heel het boeltje ingeblikt. En het resultaat? Top!
Na twee platen met nummers die over de lokale Bokkenrijderslegendes handelden, werden nu andere oude folkloreverhalen en mythes vanonder het stof gehaald. Was de Bokkenrijdersthematiek ondertussen een doodlopende straat geworden?
We zijn nog lang niet uitgekeken op de Bokkenrijders en hun verhaal is dan ook nog lang niet verteld. En ja, “The wretched and the vile” handelt vooral over hekserij en kwelgeesten, weliswaar nog steeds geworteld in hoofdzakelijk plaatselijke folklore en legendes, maar onze vermaledijde vrienden zijn nog steeds aanwezig, hoor. Ze spelen op deze plaat misschien niet meer de hoofdrol, maar eens het pact gesloten is, geraak je niet van ze af. En ook in de toekomst zullen ze blijven opduiken, want er zijn nog verschillende aspecten die ik graag zou willen belichten. Maar vanaf nu is er dus ook ruimte voor andere onderwerpen.
Zou je de verschillende nummers kort kunnen toelichten?
“The restless doomed” gaat over een zogenaamde “vuurman”, een soort geest die eindeloos moest ronddolen omdat hij destijds grenspalen had verzet om op die manier, onrechtmatig, meer land te vergaren. Als straf voor deze misdaad werd hij na zijn dood, meestal kort na het bedrog door een ongeval (wat ook al als een straf van God gezien werd), tot in de eeuwigheid vervloekt en pas als hij de paal, die hij in sommige versies van het verhaal mee moest zeulen, op de juiste plaats terug had gezet, kon hij rust vinden.
In “Wij, hoeren van Lucifer” gaan we dieper in op een heksensabbat. De zogenaamde heksen werden door de duivel naar een bepaalde plaats gelokt door een geluid dat enkel zij konden horen. Eens ter plekke verscheen de duivel dan in de gedaante van een grote zwarte man of bok en begonnen de vrouwen naakt rond hem te dansen. Uiteraard bleef het niet bij dansen alleen…
“Ius cruentationis” handelt dan weer over de zogenaamde bloedproef (ook wel het bloedrecht genoemd), iets wat regelmatig bij heksenprocessen toegepast werd. Als er een moord was gepleegd en men vermoedde dat er magie bij betrokken was, dan moest een godsoordeel of cruentatie uitkomst bieden. Kort samengevat kwam dat hierop neer: als de wonden van het slachtoffer in het bijzijn van de verdachte (of de heks) spontaan begonnen te bloeden, werd deze schuldig bevonden.
“Mayhem and the goat” is de enige Bokkenrijdertrack op de plaat en gaat over “den kapitein”, de vemeende aanvoerder, zijn broeders toespreek.

Voor “De Gnijdige” keren we terug naar de hekserij. Het betreft hier wederom een typisch Limburgse sage. De Gnijdige, of “Die Gnydige” was een oude, krom lopende vrouw die volgens het volksgeloof in een kat kon veranderen en zo in huizen binnen brak om gesprekken af te luisteren. Uiteraard zorgde dat voor heel wat onrust. Regelmatig hield de Gnijdige ook een soort van bijeenkomsten in haar hol en daar waren soms tot wel honderd katten aanwezig. Toen de mensen van het dorp genoeg hadden van het mens, werd tijdens één van die bijeenkomsten haar hol in brand gestoken. Tot grote ontsteltenis van de dorpelingen vertoonden vrijwel alle vrouwen de dag erna brandwonden op hun lichaam. In het uitgebrande hol van de Gnijdige werd enkel een verbrande kat aangetroffen.
“Stigma diabolicum” ten slotte gaat over het merkteken dat heksen vaak meekregen van de duivel om aan te tonen dat zijn zijn dienaressen waren. Opvallende geboortevlekken of andere natuurlijke “tekens” waren destijds vaak al genoeg om van hekserij beschuldigd te worden.
Tot voor kort liep de film “Zondebokken” over de Bokkenrijders van de Maaseikenaar Rocky Grispen in de Limburgse bioscopen. Ben je gaan zien en, zo ja, wat vond je van de film?
Sterker nog, we zijn de film zelfs met de volledige band gaan bekijken. De eerlijkheid gebiedt echter te zeggen dat niet iedereen even enthousiast was. Ikzelf heb echter best van de film genoten. Toegegeven, Oscars zullen de acteurs misschien niet meteen gaan winnen en het verhaal toonde hier en daar toch wel wat mankementen, maar op zich is het best knap wat Rocky Grispen hier klaargespeeld heeft. Zeker als je bedenkt dat hij nul komma nul euro budget ter beschikking had en vrijwel alles dus met behulp van vrijwilligers en liefhebbers tot stand is gekomen. De film is overduidelijk met veel liefde en passie gemaakt door iemand met een oprechte interesse in het onderwerp en dat alleen al maakt het de moeite waard om de film zeker eens te bekijken. Respect!
Wat opvalt is dat quasi elk nummer grotendeels in het Engels vertolkt wordt, maar er toch telkens weer enkele Nederlandstalige tekstregels opduiken. Dit onderstreept het lokale aspect, zonder dat het internationale luisterpubliek volledig in het duister tast qua thematiek, niet?
Daar komt het in feite een beetje op neer, ja. Het Engels blijft inderdaad de belangrijkste taal om je boodschap over te brengen aan een wijd verspreide doelgroep, maar de Nederlandse stukken voegen een stuk authenticiteit toe zonder dat het eigenlijk een soort “gimmick” wordt. De Bokkenrijders en ook de gebruikte mythes en sagen aangaande de heksen zijn typisch voor onze streken, dus het is niet zomaar gebruikt omdat het tegenwoordig vrij hip is.

Het artwork is net als bij de voorganger van de hand van bassist Beleth en laat toch wel een iets andere insteek zien. Welke figuur zien we op de cover?
De hoes stelt een demon voor die zowel symbool staat voor het satanische aspect van de bokkenrijders als het hele heksten thema. Beleth zocht voor de figuur wat inspiratie bij andere afbeeldingen en ging daarna met enorm veel zorg en toewijding aan de slag. Hij legt de lat voor zichzelf erg hoog en alle details moeten dan ook kloppen. Erg handig om iemand met zo’n talent in je band te hebben.
Er is ook heel wat symboliek in de vormgeving verwerkt. Zo zien we enkele omgekeerde kruisen en het alchemistisch symbool The Leviathan Cross terugkomen. Wat is jullie filosofie achter het gebruik van dergelijke satanische symboliek?
De Bokkenrijders werden nu eenmaal met Satan en duivelskunst geassocieerd en dit zowel in de folklore als in de realiteit. Voor heksen geldt natuurlijk hetzelfde, dat hoef ik je vast niet te vertellen. Het gebruik van dergelijke symbolen is dus louter om de thematiek visueel kracht bij te zetten en heeft weinig met onze persoonlijke overtuigingen te maken. Trouwens, het zogenaamde Leviathan’s Cross is het alchemistische symbool voor zwavel, wat op zijn beurt dan weer zorgde voor de titel van de openingstrack “Sulphur” van onze vorige plaat “With hoof and horn”.
Voor het openingsnummer “The restless doomed” werd een officiële videoclip geschoten. Ik stoor me altijd enorm als beeld en geluid in een videoclip niet matchen en ook bij jullie is dat het geval daar de beelden oorspronkelijk blijkbaar voor een ander nummer bedoeld waren. Hoe zit dat juist?
Eigenlijk vat je het mooi samen (lacht). De beelden waren oorspronkelijk bedoeld als clip voor het zojuist vermelde “Sulphur”, maar de mensen die het materiaal filmden, hebben echter om diverse redenen het ding nooit kunnen afwerken. Dat was natuurlijk flink balen, want er was toch behoorlijk wat tijd en moeite in gestoken, niet in de laatste plaats door Beleth. Om het materiaal toch niet verloren te laten gaan, heeft hij, zo goed en zo kwaad als het kon, het onder een ander nummer gemonteerd. “The restless doomed” heeft ongeveer een gelijkaardig tempo als “Sulphur”, vandaar de keuze. Beleth heeft er echt werk van gemaakt en rekening houdend met de achtergrond vind ik het resultaat zeer goed. In enkele shots lopen beeld en geluid inderdaad niet synchroon, maar dat zijn wat ons betreft toch eerder details.
In ons eerste gesprek dat vlak na de release van jullie debuut “Blood oath” plaatsvond, haalden jullie aan dat jullie niet echt stonden te springen om met Rituals Of The Dead Hand live te gaan optreden. Daar kwam echter al snel verandering in nadat bassist Beleth ingelijfd werd. Wat deed jullie van mening veranderen? Ik vind dat jullie ware kracht net op het podium ligt, niet?
Klopt, aanvankelijk zou Rituals Of The Dead Hand enkel een studioproject blijven, maar enkel idioten veranderen nooit van gedachten, toch? Nee, zonder gekheid, we waren uitermate tevreden met hoe “Blood oath” was uitgedraaid en na verloop van tijd begonnen we ons toch af te vragen hoe het live zou klinken. Je moet immers weten dat Lykaios en ikzelf de nummers van “Blood Oath” nooit samen in een repetitieruimte hebben gespeeld vooraleer we de plaat opnamen, dus we hadden er daadwerkelijk geen idee van. Eerst hebben we geprobeerd om effectief als duo te spelen, maar het werd heel erg snel duidelijk dat dit het niet ging worden. Het klonk te kaal en te leeg en het miste gewoon power. Met Beleth erbij vielen de puzzelstukjes echter wel allemaal op hun plaats. En ja, ik vind zelf ook dat we het er live meer dan aardig vanaf brengen. Veel mensen vinden het knap dat we met amper drie man zo’n imposante sound kunnen neerzetten en ook onze vrij rudimentaire aanpak, op wat kaarsen na komen er op het podium weinig toeters en bellen aan te pas, wordt wel gesmaakt. Live klinkt het ook allemaal wat ruwer en rauwer dan op plaat en dat is natuurlijk nooit slecht.
Welke shows hebben jullie zoal op de planning staan om “The wretched and the vile” te promoten?
Wel, om te beginnen spelen we in februari vier Duitse shows met onze vrienden van Beltez en Ranâ. Daar kijken we enorm naar uit, want het zal de eerste keer zijn dat we met Rituals Of The Dead Hand voor meerdere dagen de baan op trekken. De maanden nadien zullen we ook nog het podium delen met de jongens van TerZiele (in het Nederlandse Ede) en Dudsekop. Die laatsten stellen begin april hun nieuwe plaat voor in Waregem en ze waren zo vriendelijk om ons daarvoor uit te nodigen. En dan zijn er nog de festivals Alcatraz en Samhain en die worden natuurlijk helemaal waanzinnig! Voor de rest zijn er nog wat dingen in onderhandeling, maar daar kunnen we op dit moment nog niets concreets over zeggen.
Na twee platen voor het Duitse Dunkelheit Produktionen besloten jullie voor “The wretched and the vile” met het lokale Immortal Frost Productions in zee te gaan. Wat was de aanleiding om van label te veranderen en zien jullie een verschil qua aanpak en promotie tussen beide labels?
Dunkelheit heeft ons altijd prima behandeld en we zullen nooit of te nimmer vergeten dat zij vanaf het prille begin in ons geloofden. Een tijdje geleden gaven ze echter aan dat ze het beetje gehad hadden met metal en zich in de toekomt dan ook meer gingen concentreren op extreme noise, dungeon synth en ritualistische muziek. Dat is uiteraard hun goed recht, maar absoluut niet interessant voor ons als band. We zijn dan zonder al te veel drama elk onze eigen weg gegaan. In onze zoektocht naar een nieuw label kwamen al snel bij Surtur en Immortal Frost uit. Hij is een enorm gedreven iemand die echt van aanpakken weet en bovendien ook erg thuis is in het digitale wereldje. Promo via social media, Spotify en weet ik wat nog allemaal, het was niet meteen onze sterkste kant, maar het is ondertussen al heel erg duidelijk geworden dat zoiets tegenwoordig echt wel nodig is. Immortal Frost heeft wat dat betreft zijn zaakjes zeer goed voor mekaar. Hij weet zijn bands echt te pushen, steekt veel zorg in zijn releases en ook onze releaseshow, op Hagelant Fest in Diest, was tot in de puntjes verzorgd. Absoluut geen klachten dus!
Rituals Of The Dead Hand behoort tot The Nox Entity waartoe ook Hemelbestormer, Entartung, Lhääd, Wolven en het gloednieuwe Nox behoren. Wat valt er uit die verschillende kampen nog te melden?
Heel even nuanceren dat Hemelbestormer eigenlijk geen deel uitmaakt van The Nox Entity, ondanks de betrokkenheid van Lykaios en mezelf. Hoe dan ook, 2024 zal een rustig jaar worden voor Hemelbestormer, althans wat live spelen betreft. Achter de schermen wordt er echter druk gewerkt aan een nieuwe plaat die ergens in 2025 zou moeten verschijnen. De status van Entartung en Wolven is me momenteel wat onduidelijk, maar ik denk niet dat daarmee meteen concrete dingen op de planning staan. Lhaäd brengt binnenkort echter hun tweede plaat “Beneath” uit via Amor Fati en Nox, een nagelnieuw elektronisch project van Lykaios en Inmesher van Rope Sect zal hun debuut “Entity” zien verschijnen via Neuropa Records. Beide albums kan ik overigens warm aanbevelen!

Zelf schrijf je sinds 2004 voor het Belgische metalmagazine Rock Tribune. Hoe zie jij de toekomst en relevantie van printmagazines tegemoet in deze snel evoluerende digitale wereld?
Tja, het is ondertussen algemeen geweten dat de populariteit van de klassieke fysieke magazines tanende is, iets wat ik persoonlijk erg jammer vind. Dat heeft natuurlijk te maken met het feit dat ik zelf ben opgegroeid met zulke bladen en er dus sprake is van een nostalgische factor. Maar ja, alles gebeurt tegenwoordig online en daar is informatie nu eenmaal onmiddellijk beschikbaar. Voor de huidige generatie, die compleet in het hier en nu leeft en voor wie alles constant snel moet gaan, is zoiets natuurlijk erg belangrijk. Die willen immers geen week, laat staan een maand, wachten om te lezen hoe het met hun favoriete artiest gesteld is. Inzetten op het online gebeuren zal volgens mij dan ook essentieel worden als bepaalde media willen overleven. Je moet immers de jeugd kunnen overtuigen, want zij nemen uiteindelijk alles over. En dingen waarmee ze niet bekend zijn, zullen ze zeker niet mee over nemen. Momenteel is er zeker nog een publiek voor geprinte magazines, maar de jeugd hoort door volgens mij al niet meer bij. Vergelijk het een beetje met CD- en vinyl verkoop. Daar is ook nog een publiek voor, vooral voor vinyl dan toch, maar ook dat zal gaandeweg afnemen omdat jonge mensen hier veel minder mee bezig zijn. Als de oude rakkers uiteindelijk geen plaatjes meer kopen, gaat de jeugd van tegenwoordig dat gat niet meteen opvullen, uitzonderingen daargelaten. Niet meteen een heel bemoedigende gedachte, natuurlijk.
Zijn er bepaalde muzikanten die nog op je verlanglijstje staan om ooit eens te kunnen spreken of hanteer je eerder het principe “never meet your heroes”?
Goh, men zegt dat inderdaad wel eens dat je je helden beter niet ontmoet, maar eerlijk gezegd heb ik nog maar weinig echt tegenvallende interviews gehad. De meeste muzikanten die ik ooit sprak waren uiterst vriendelijk en beleefd en hadden ook daadwerkelijk iets te vertellen. Ok, af en toe zitten er wel eens wat drogere en zakelijkere types tussen, maar de echte eikels kan ik toch echt wel op de vingers van een hand tellen. Dit gezegd zijnde zijn er dus best nog wel wat muzikanten waarmee ik wel eens een gesprek wil hebben. Met Mark Lanegan had ik bijvoorbeeld graag eens rond de tafel gezeten, hij is echt wel één van mijn grootste helden, maar dat is jammer genoeg niet meer mogelijk. Nick Cave staat ook erg hoog op de lijst. Die man komt immers bijna onaards en “larger than life” over. Ook Danzig zou ik wel eens aan de tand willen voelen, gewoon om te kijken of hij echt zo’n gigantische lul is als men beweert (lacht)!
Op je profielpagina op de Rock Tribune website lezen we dat je geen boodschap hebt aan trends, kortzichtigheid, meeloperij en lui die niet openstaan voor een debat. Wat zijn voor jou de meest hatelijke trends in het (extreme) metalwereldje van de laatste jaren?
Wel, aangezien ik er geen boodschap aan heb, ben ik er ook niet zo goed van op de hoogte. Ik heb er dan ook niet een idee van wat de echte trends de afgelopen jaren precies waren. Natuurlijk zijn er van tijd tot tijd wel bands die plots ongelooflijk veel aandacht krijgen en je tot vervelends toe de strot ingeramd worden, maar meestal boeien die me ook voor geen meter. Ik zal je dus het antwoord schuldig moeten blijven, vrees ik.
Naast muziek lees je veel romans, historische werken en wetenschappelijke artikelen,… alles wat informatief en kritisch genoeg is om je kijk op de wereld, de mensheid en de complexe relatie daartussen te verruimen. Onlangs volgde ik een presentatie over Gen Z waaruit bleek dat deze generatie het antwoord op haar vragen als videocontent wilt voorgeschoteld krijgen op sociale platformen als Tik Tok, maar dat het heel moeilijk voor hen wordt om echt van fake nieuws te onderscheiden. Hoe kijk jij naar het ontwikkelen van een kritische blik bij de jeugd (wetende dat je zelf voor een klas staat) in een tijd waarin de gevaren van deep fakes en AI op de loer liggen om nieuwsfeiten nog correct te kunnen beoordelen?
Kritisch zijn is misschien wel belangrijker dan ooit in deze steeds complexer wordende maatschappij, maar ook moeilijker dan ooit. Door mijn werk heb ik dagelijks te maken met jongeren en een aantal van hen geloven quasi alles wat ze op “het internet” te zien, te horen en heel soms zelfs te lezen krijgen. Lezen is immers geen al te grote hobby van hen, al zijn er natuurlijk wel uitzonderingen. Ik herinner me bijvoorbeeld nog heel goed hoe er in het begin van de coronacrisis, pakweg de twee weken voor de eerste complete lockdown, de meest waanzinnige verhalen en filmpjes op school de ronde deden. Tijdens de les hamerde ik er dan ook op om kritisch te zijn en deden we samen een aantal oefeningen om echte van fake berichten te onderscheiden. Fact checking, als het ware. Dat vonden ze op zich erg interessant, maar je hebt natuurlijk nooit echt zicht op wat er zich buiten het klaslokaal afspeelt? Gaan ze ook nog fact checken als er geen evaluatiecijfer aan vast hangt? Moeilijk te zeggen uiteindelijk. Zoals we in een andere vraag al even aanhaalden wil de huidige generatie dat het allemaal snel gaat en antwoorden ongecompliceerd op een bordje gepresenteerd worden. Ik merk soms een grote gemakzuchtigheid op. Moeite voor iets doen lijkt bij sommigen ver weg. En het wordt er natuurlijk ook allemaal niet makkelijker op, want fake nieuws, desinformatie, phishing en god weet wat nog allemaal evolueren natuurlijk ook en worden steeds “realistischer” en moeilijker te herkennen. Ik ervaar het dan ook als een niet te onderschatten probleem en het uit de wereld helpen lijkt me nogal hoog gegrepen. Maar jongeren proberen op de gevaren te wijzen en hen tools en technieken in handen geven om toch maar hun kritische geest aan te wakkeren moeten we zeker blijven doen. En zelfs al bereik je er maar enkele, dan is het nog beter dan niets.
