Het multidisciplinaire Gifts of Blankets werd in 2018 in Gent opgericht en treedt zowel op als band als als een hedendaags dans-/theaterproject. Hun recente EP “¡A la mina no voy más!”, door Babylon Doom Cult Records op tape uitgebracht, is een poging om flamenco opnieuw voor te stellen als ‘sun-kissed black metal’. Waarschijnlijk zal Gifts Of Blankets hiermee niet in de smaak vallen van de trve blackmetalliefhebber, maar zoals je kunt lezen in het interview dat ik deed met A.L. en W.D. heeft Gifts Of Blankets veel interessantere dingen te vertellen dan de gemiddelde duivelaanbiddende blackmetalband. (JOKKE)

The English version of this interview can be found here.

Kunnen jullie enig licht schijnen op het ontstaan van Gifts Of Blankets?
A.L.: Het concept voor Gifts of Blankets begon zo rond 2017 door mijn hoofd te stuiteren. Ik was van plan dit met muzikantenvrienden uit Noord-Amerika na te streven, maar de logistiek en de afstand maakten het gewoon te moeilijk. Wouter en ik ontmoetten elkaar hier in Gent tijdens de zomer van 2018 en hadden meteen een klik qua muzikale smaak (niet alleen metal). Het was een echte “meeting of the mind” als het ware. Kort daarna werd ik benaderd door de organisatoren van een festival voor hedendaagse dans dat jaarlijks in Parijs wordt gehouden. Ze bestelden een stuk, dus gingen we ervoor.

Wat is het idee achter de nogal ongebruikelijke bandnaam?
G.O.B.: De naam verwijst naar een van de vele duistere hoofdstukken van de Amerikaanse koloniale geschiedenis waar Britse koloniale officieren in plaats van meer traditionele methoden te gebruiken om genocide tegen de inheemse volkeren te plegen, met pokken besmette dekens uitdeelden aan geselecteerde bevolkingsgroepen om gewenste landen te ontruimen. Deze gruwelijke gebeurtenis wordt beschouwd als een van de eerste gedocumenteerde voorbeelden van oorlogvoering met ziektekiemen in de geschiedenis.

Er is meer in het Gifts Of Blankets-universum dan alleen muziek, wat blijkt uit het feit dat jullie ook optreden als een hedendaags dans- en theaterproject. Wat kunnen we van deze voorstelling verwachten?
A.L.: De dansversie is waarschijnlijk een stuk intenser dan onze shows als band. Bij de laatste twee theatervoorstellingen hebben we nogal wat mensen aan het huilen gemaakt (lacht)! Maar ja, voor mij persoonlijk als artiest is mijn rol behoorlijk anders, aangezien ik in het ene format dans en percussie doe met mijn voeten (à la flamenca, GEEN TAPDANCING FUCK!) en in de bandversie drum ik, dus duidelijk zittend en meestal de hele tijd volledig achter mijn haar verstopt (lacht).

Wat Wouter betreft, hij heeft een zeer essentiële rol als verteller in de dansshow, bijna zoals het refrein in een Griekse tragedie of zoiets, maar dan als één performer. Zijn aanwezigheid is zo sterk en inspirerend. Er zit ook een meer lineair verhaal in de dansshow, zij het allemaal nogal abstract en conceptueel. Er zijn ook zware Butoh-elementen vermengd. De laatste iteratie van de theatershow is ook langer en veel moeilijker uit te voeren voor ons beiden, denk ik.

Anderzijds zijn er nog steeds veel consistente elementen in beide formats, vind ik. Zo improviseren we behoorlijk veel in beide versies. De energie-uitwisseling die we beheren is echt gaaf. Onze manier van componeren voor beide formats is een mix tussen zeer vaste delen die precies zo moeten zijn, gevolgd door hele secties waar we onszelf de ruimte gunnen om gewoon te zien wat er gebeurt. Het houdt het materiaal fris. Dat is ook de reden waarom we de EP live hebben opgenomen.

Op een gegeven moment veranderden deze optredens in de huidige staat van de band, correct?
A.L: Neen, ik zou niet zeggen dat deze optredens als het ware in de band veranderden. Het was altijd het plan om de twee formaten te hebben en ervoor te zorgen dat ze coherent waren/zijn. Bovendien waren we jarenlang met beide formats tegelijk bezig, de ene dag dansrepetities, de andere dag bandrepetities. Maar ja, het dansproject kwam eerder op de podia dan de bandversie, dat wel.

Dit opereren als een multidisciplinaire band doet me vaak denken aan de Amenra modus operandi. Zijn ze een soort leidraad voor wat je wilt bereiken met Gifts Of Blankets?
AL: Een definitieve NEEN. Ik ben al tientallen jaren bezig met dit soort multidisciplinaire uitvoeringen. Wouter trouwens ook, nietwaar Wafftie?

W.D.: Ja, terwijl ik vanuit een hedendaags oogpunt wel kan begrijpen dat Amenra bij mensen opkomt wanneer extreme metaltropen met performance elementen versmelten. Zowel Anna als ikzelf putten uit een breed scala aan verschillende muzikale en theatrale tradities die we al ons hele leven lang hebben ervaren, of het nu professioneel of recreatief is. Onze geest wordt als zodanig geleid.

Jullie recente EP “¡A la mina no voy más!” is een poging om flamenco opnieuw voor te stellen als ‘sun-kissed black metal”, een nogal ongebruikelijk statement dat waarschijnlijk hartkloppingen zal veroorzaken bij het meer traditionele blackmetalpubliek. Hoe zijn jullie bij deze originele kijk op het genre terechtgekomen?
A.L.: Ik geef toe dat deze omschrijving tegelijkertijd een zeer serieuze uitspraak maar ook een beetje trolish van ons is. Eén ding dat Wouter en mezelf artistiek echt verbindt is het feit dat we allebei een acute allergie hebben voor alles dat cliché is. Wij zijn geen Scandinaviërs. Ik haat, HAAT de kou. We kunnen black metal leuk vinden en/of maken, zonder dingen te imiteren waar we geen enkele binding mee hebben. De hitte, extreme hitte, dat is ook iets dat verdomd brutaal is. Dat is iets dat ik ken. Je kunt je inpakken als het koud is, of gewoon je huis niet verlaten. Maar extreme hitte, nou ja… je kunt je huid er niet echt afpellen, toch? Ik bedoel, ik neem aan dat je dat wel kunt, maar het zal je niet veel opbrengen. Dat gezegd hebbende zou het wel metal zijn (lacht).

Er zit ook een politieke invalshoek aan die mijns inziens het vermelden waard is. Zoals we allemaal weten, is er veel rechtse bullshit in de blackmetalscene, zelfs onder bands waarvan we de muziek tenminste kunnen waarderen. Desalniettemin zijn wij absoluut GEEN fascisten. We willen muziek maken voor mensen van alle huidtinten en achtergronden. Dus ja, kort samengevat, voor degenen onder jullie die de grap niet begrepen, we plaatsen onszelf duidelijk naast het hele ‘frost bitten’-cliché, samen met alle ideologische bagage die dat label met zich meebrengt.

W.D.: De term ‘sun-kissed’ kwam ook weer naar voren tijdens een lang gesprek dat Anna en ik hadden over hoe we interpreteren wat ‘goede’ muziek is. Dit leidde tot verdere discussie over hoe essentieel het is om verwachtingen te ondermijnen, vooral als het gaat om zeer traditionele denkwijzen en orthodoxie van een bepaald publiek of een bepaalde subcultuur. Een riff of een lick die niet alleen de hoofden doet bonzen, maar ook beentjes aan het dansen brengt, kwam naar voren als een manier om dat te doen.

Behalve de Nederlandse experimentele groep Grey Aura, ken ik geen andere bands die black metal mixen met flamencomuziek, jullie?
A.L.: Nee. Ik weet dat een van de gitaristen van Gray Aura toevallig ook flamencogitaar speelt, maar ik heb nog geen flamenco in hun muziek gehoord, misschien heb ik een album gemist of zoiets? Dat gezegd hebbende, geweldige kerels! Geweldige sound! Het was echt gaaf om afgelopen herfst een show met ze te spelen.

Waar komt die interesse in flamencomuziek vandaan?
A.L.: We hebben er allebei al een relatie van tientallen jaren mee achter de rug. Ik werk sinds 2006 professioneel als flamencodanseres onder de alias Ana Llanes. Ik woonde en studeerde een aantal jaren in Jerez de la Frontera (Spanje) en had de eer vriendschap te sluiten met enkele van de meest briljante flamencoartiesten van onze tijd van wie ik veel heb geleerd (Moraito, Fernando de la Morena, Niño Jero…). Bijna al die vrienden zijn nu dood. Zoals het Turbonegro-nummer. Het is rot. De flamencoscene, in ieder geval in Jerez, was DONKER toen ik daar woonde, veel drugs en geweld en bizarre misdaad. Ik zou je een paar verhalen kunnen vertellen waardoor je van je stoel zou vallen, kerel. Donkere shit. Soms grappige shit. Dat gezegd hebbende, denk ik dat het belangrijk is erop te wijzen dat we ons onderzoek en geluid baseren op wat zij “Flamenco Puro” noemen – het oude spul, het kwellende, donkere en dissonante spul. Flamenco klinkt tegenwoordig vooral als liftmuziek, smooth jazz. OW! Ironisch genoeg geef ik toe dat terwijl we met onze fusie doen alsof we zo experimenteel en vooruitstrevend zijn, we eigenlijk proberen terug te keren naar een zekere “puurheid”, tenminste als het gaat om het Flamencogedeelte, om terug te keren naar de meer primitieve wortels van de kunstvorm in zekere zin. De minst toegankelijke dingen.

W.D.: Als kind vroeg ik mijn oom vaak gitaar voor me te spelen. Hij speelde jarenlang gitaar, waarvan hij zich vooral op Flamenco concentreerde, en ik vond het altijd spannend als hij een gitaar oppakte. Hij liet het er zo gemakkelijk uitzien en speelde met zoveel gratie. Die ervaringen nestelden zich in mijn hoofd en kwamen tot uiting in mijn liefde voor ritmes die geen 4/4 zijn, complexiteit van compositie, beheersing van een instrument en vooral passie! Het was voor mij onvermijdelijk me in het genre te wagen toen het weer op mijn pad kwam.

Hoe verloopt het componeren van jullie muziek? Vertrekken jullie vanuit bestaande flamencomuziek die jullie herwerken tot black metal (of vice versa?) of injecteren jullie een aantal specifieke flamencoschema’s of -technieken in black metal?
A.L.: Ons uitgangspunt is meestal om het op te nemen tegen een specifieke ‘palo’ en dan te kijken waar dat ons toe leidt. Zonder al te veel in detail te treden is flamencomuziek behoorlijk complex en gebaseerd op deze eerder genoemde palo’s, of liedvormen, vergelijkbaar maar niet helemaal hetzelfde als ‘makam’ in Turkse muziek. Heel simplistisch gezegd heb je een reeds bestaand sjabloon van akkoordprogressies, die (in sommige gevallen) zijn gekoppeld aan specifieke maatsoorten voor een bepaalde palo. Dit, in combinatie, definieert de palo in kwestie. Als je de regels van dit spel eenmaal onder de knie hebt, is er echt geen einde aan wat je met deze vormen kunt doen. Ik denk dat het onderzoeksproces wat zwaarder was voor Wouter, dus ik weet zeker dat hij veel toe te voegen heeft.

W.D.: Met een achtergrond in de westerse muziek en aanvankelijk onwetend over de theorie achter de klassieke flamenco, moest ik volledig opnieuw leren gitaar spelen. Dit was in het begin enorm inspannend. Door de aanvankelijke cultuurschok te overwinnen, kon ik echter een vreemd gevoel van vertrouwen uiten. Er zijn een heleboel muzikale tropen binnen zowel flamenco als black metal die met elkaar samenvallen. Dus door de theoretische dingen te overwinnen werd het gemakkelijk om door de toonstructuren te navigeren na tonnen herhaling. Momenteel gaat componeren voor ons minder over theorie en meer over toonstructuren, aangezien zowel Anna als ik de nomenclatuur van de “oude” en “pure” flamenco hebben geabsorbeerd.

(c) Els Peeters

Ik had hier nooit eerder over nagedacht, maar blijkbaar lijkt er een verband te zijn tussen flamencomuziek en Vlaanderen. Kennen jullie het verband tussen de twee en weten jullie waarom er een taalkundige gelijkenis tussen de twee is?
A.L.: In het Spaans heb je het adjectief ‘flamenco’ wat zich vertaalt als “Vlaams”. Het kan puur toeval zijn. Er zijn verschillende theorieën over de oorsprong van het gebruik van dit woord “flamenco” als een manier om naar de kunstvorm te verwijzen. De meer overtuigende argumenten die ik heb gehoord over de etymologie van het woord suggereren dat het van Arabische oorsprong is, maar niemand weet het echt. Ik denk dat toen de Roma naar Andalusië begonnen te migreren, er veel verwarring was over hun afkomst, dus misschien speelt dat een rol. Het is eigenlijk een beetje een mysterie om eerlijk te zijn. De etymologische connectie is vermakelijk, hoewel naar mijn mening niet bijzonder relevant voor ons project.

Hoe ver kunnen de grenzen van blackmetalmuziek volgens jullie worden gerekt en welke elementen moeten aanwezig zijn om van black metal te kunnen spreken?
W.D.: Black metal beslaat een afgebakende ruimte in mijn persoonlijke ervaring van het genre, het is zowel de ultieme rebellie als de grote aanjager van een vervormde status-quo. Een rare mix van het vieren van vrije wil en traditionalisme. Een veel voorkomende trope binnen het genre is het gebrek aan klassieke harmoniecompositie, vaak op zoek naar dissonantie als basis van een muziekstuk, door geen aandacht te schenken aan welke delen moeten worden herhaald of als een refrein of wat dan ook moeten worden beschouwd. Het voelt bevrijdend om met die vrijheid te componeren. En als zodanig zorgt die vrijheid voor tonnen experimenteren, waardoor het genre naar mijn mening wordt geïsoleerd van de meeste andere “extreme” genres. Een goed voorbeeld van deze vage en brede reeks experimenten binnen het genre: Stalaggh’s “Pure misanthropia” versus Darkthrone’s “A blaze in the northern sky“. Beide worden als black metal beschouwd, maar sonisch gezien mijlenver uit elkaar. Of neem “Saturatio” van Oranssi Pazuzu en “Aphelion void” van Dødheimsgard. Beide technische wonderen lijken van een andere planeet te komen. Evengoed beide black metal. Dit zijn zeer binaire vergelijkingen, maar het toont de enorme mogelijkheden die dit genre te bieden heeft. Dat is precies waarom ik denk dat het de taak is van de zelfbenoemde blackmetalartiest om het ideaal van experimenteren hoog te houden of anders geketend te worden door traditie. Stilistisch, zoals ik al eerder zei, is de afwezigheid van klassieke compositie een beetje een hoeksteen. Er moet ook een radicale expressie van de muzikanten uitstralen met elke gespeelde noot en tastbare intentie die door hen wordt geprojecteerd. TL;DR Wees geen zonnebril dragende en armen kruisende nee-zegger.

De muziek op de EP is een soort herwerking van de partituur van jullie gelijknamige metalballet. Zijn er grote/veel verschillen tussen de twee versies? Wat kun je nog meer vertellen over dit metalballet?
A.L.: Ik denk dat ik het grootste deel van deze vraag eerder in het interview al voortijdig heb beantwoord. Maar om een ​​beetje uit te wijden over dingen die ik misschien heb gemist: muzikaal gezien is er veel in het ballet dat de EP niet heeft gehaald, wat misschien jammer is, maar ja, het “vertaalproces” van het ene formaat naar het andere was nogal uitdagend en vereiste veel aanpassing, herstructurering en een andere dynamiek om het album zinvol te maken als een op zichzelf staand stuk.

Het andere grote verschil zijn de ruimtelijke vereisten en onze relatie met het publiek, veronderstel ik. Voor het metalballet hebben we een groot podium nodig, een zittend publiek, een vrij specifiek en scènegericht lichtschema en last but not least de projectie van een lange, griezelige videocollage. Voor nu zijn we meer gefocust op de bandversie omdat het minder vraagt om te repeteren en op te treden, en we zijn allebei druk met schoolgerelateerde dingen.

Er zullen echter zeker toekomstige metalballets komen, misschien heel anders. We schrijven nu nieuwe muziek die als inspiratiebron kan dienen voor toekomstige dansen, dus misschien doen we het deze keer andersom. We willen ook heel graag kortfilms maken.

De EP onderzoekt thema’s gaande van uitbuitende arbeid tot de radicale ondermijning van onderdrukkende systemen. Uiteindelijk behandelt het het overkoepelende thema van menselijke keuzevrijheid. Choisissez la vie. Pas la survie. Wat is de reden om voor deze onderwerpen te kiezen?
A.L.: Ik zou een groot deel van de inspiratie voor dit werk toeschrijven aan de geschriften van Raoul Vaneigem: een Belgische schrijver en een sleutelfiguur in de oprichting van de Situationistische beweging. Enigszins vreemd ontdekte ik zijn werk eind jaren negentig in mijn geboorteplaats Seattle. Hoe dan ook, zijn boek “Le Livre des Plaisirs” maakte grote indruk op mij en mijn denkproces tijdens de totstandkoming van “¡A la mina no voy más!“. Het boek bespreekt hedonisme en het belang van leven in tegenstelling tot overleven, een concept dat lijnrecht ingaat tegen de manier waarop we ons onder het kapitalisme moeten gedragen. De timing van dit alles was erg interessant, aangezien de Covid-pandemie veel mensen dwong hun levensstijl en baan in twijfel te trekken terwijl ze thuis vastzaten. Je had de zogenaamde “Grote Berusting”: enorme aantallen mensen zegden gewoon hun baan op en kozen ervoor om meer bij hun gezin te zijn, op zoek naar meer lonende manieren om hun tijd door te brengen…

Wij zijn van mening dat gewoon bestaan ​​voldoende moet zijn. Gewoon in een hangmat rondhangen en dagdromen is naar mijn mening een veel diepgaander politiek statement dan elke dag naar je werk gaan naar een baan die je vernedert en/of verveelt. Het is erg giftig en triest dat we zo geconditioneerd zijn om onszelf te waarderen op basis van onze zogenaamde ‘prestaties’ in het leven, deze constante commodificatie van het zelf dat onze samenleving, en vooral sociale media, lijkt aan te moedigen, zo niet te eisen. Het is echt weerzinwekkend en anti-menselijk. Dit alles sluit aan bij het idee van menselijke keuzevrijheid… en REVOLTEER! (in welke vorm dan ook)… Dit is in wezen waarover “¡A la mina no voy más!” gaat.

Op een heel andere maar niettemin relevante noot moet ik toevoegen dat er in de flamencotraditie talloze liederen zijn, met name in de palos van Mineras, Tarantas en Cartageneras, die deze ideeën bespreken door middel van een beschrijving van de uitbuitende werkomstandigheden van mijnwerkers in Zuid-Spanje. Daarom kozen we de mijn als de metaforische setting voor de bespreking van dit thema.

Waar haalden jullie het hoesontwerp dat aan de mijnen gelinkt is?
G.O.B.: Onze getalenteerde vriend Nel Nuytkens heeft de cover voor ons gemaakt. Ze is briljant.

De EP werd als gelimiteerde tape door Babylon Doom Cult Records uitgebracht. Zijn er plannen voor andere fysieke releases?
G.O.B.: ¡Ojalá! Voorlopig moeten we allebei pissen, telt dat ook? (lachend)

Wat biedt de toekomst voor Gifts Of Blankets? Hebben jullie shows, dans-, theater- of balletvoorstellingen of meer muziek in de pijplijn zitten?
G.O.B.: We zijn van plan dit jaar een single op te nemen van ons nummer “Schismogenesis” dat helemaal niets met flamenco te maken heeft. Het is nog steeds een ongebruikelijke kijk op black metal, maar misschien rechttoe rechtaan en agressiever dan de nummers op de EP. We zijn ook muziek aan het componeren voor een langspeler die opnieuw het ‘sun-kissed’-gedeelte zal bestrijken en al dan niet flamenco-elementen zal bevatten, we zullen zien. Wat shows betreft, spelen we in september in Kortrijk met onze geliefde vrienden van Bokkerijders en misschien nog een paar shows hier en daar. We zullen ons best doen om al die informatie beschikbaar te hebben op onze sociale media-accounts.