Een goeie vier jaar geleden meende ik dat het Zweedse Geistaz’ika via hun label ergens een link met Nohr, terugkerend zanger bij Sir N.’s escapades, had. Naar de identiteit van de muzikant(en) bleef het echter gissen, maar de dag van vandaag weten de Archieven ons te vertellen dat Geistaz’ika het geesteskind is van ene Geistaz… Zodus weten we anno 2024 nog steeds niets, behalve dat de Deen ook in het uiterst rauwe en agressieve Grigorien drumvellen aan gort mept en dat Moonsorrow-mastermind Henri Sorvali de plaat van een master voorzag – geen overbodige luxe nadat debuut “Trolddomssejd i skovens dybe kedel” aanvankelijk als ongemasterde demo de digitale draaikolk in werd gestuurd – om gelukkig een jaar later degelijk onder handen genomen te worden gezien Signal Rex de plaat fysiek wilde uitbrengen. Dat legde Geistaz’ika bepaald geen windeieren, dus blijft het Portugese label ook broodheer van dienst voor de uitgave van opvolger “Midnatsbøn ved djævelens port”.
“Midnatsbøn ved djævelens port” begint net zoals zijn voorganger met een akoestische intro waarin natuurgeluiden, piano en akoestische gitaar de dienst uitmaken en ook het artwork dat de plaat meekreeg leunt dicht aan bij dat van de eersteling. Van meet af aan wordt echter ook meteen duidelijk dat cleane vocalen een veel grotere rol zullen spelen dan voordien, en het moet gezegd dat Geistaz in die vier jaar tijd een pak toonvaster is geworden. Wat volgt zijn twee nummers van negen en dertien minuten waarin Geistaz’ika terstond bewijst nog steeds venijnig uit de hoek te komen alvorens vier minuten adempauze in te lassen. Afsluiter “Fortabd moribund” klokt zelfs op dik twintig minuten af, meteen ’s mans langste en meest epische compositie tot nu toe.
Eens de Zweeds geïnspireerde en met fluiten en akoestische tokkels doorspekte black metal – de formule is nog steeds ruwweg dezelfde als op de eerste langspeler – uit de startblokken schiet wordt Sorvali’s verdienste ook meteen duidelijk gezien de sound duidelijk meer opgekuist en wat warmer is, al is dat laatste vooral verdienste van de keyboards en zang. De gitaren blijven naar goede gewoonte ijskoud door het warme lappendeken klieven. In tegenstelling tot op “Trolddomssejd i skovens dybe kedel” worden de koorzangen dus niet vooral als refrein ingezet maar ook, en eigenlijk vooral, als extra sfeerelement en melodische laag om de toetsen te complementeren. De vele fluitjes die we te horen krijgen dragen hier ook aan bij. Het leidt tot een sound waarbij de grondlaag van vaak furieus drumwerk en messcherpe gitaarpartijen bedekt wordt met een vaak warm dekentje. Dat Geistaz het tempo regelmatig durft laten dalen en duidelijk de melodieuze toer opgaat zet deze schijnbare tegenstelling nog wat meer in de verf. Helaas zijn er enkele kanttekeningen: in “Med korstegn og grådkvalt fadervor” komt de zang enkele keren toch wel héél plots opduiken om even onverwacht terug te verdwijnen, wat toch even de wenkbrauwen doet fronsen. Ook de keuze om de basdrums wat in de sound te laten verdrinken is wat een gemiste kans (al lijkt dit na herhaald luisteren te wennen) en ook de basgitaar speelt bijwijlen verstoppertje.
Geistaz heeft gelukkig niet enkel beter leren zingen, want ook zijn screams blijven ontieglijk ruw en bovenal kwaad – zeker wanneer ze ondersteund worden door een diepere growl. Het eenmansproject zet voortdurend striemende ruwe black metal tegen semi-akoestische passages af waardoor de lange nummers niet monotoon worden, en aan een gebrek aan vurig of meeslepend riffwerk zal het ook niet liggen. Geistaz’ika weet ook de mastodont “Fortabd moribund” na een knallende openingsriff de hele rit boeiend te houden en ook al valt het beste gitaarwerk mijns inziens op de eerste helft van de plaat te vinden, eindigen doet “Midnatsbøn ved djævelens port” met een zinderende tremoloapotheose – al hoefde die laatste minuut erna eigenlijk niet. Al bij al levert de Deen toch een bovengemiddeld album af waarbij weliswaar enkele opmerkingen gemaakt kunnen worden, maar het geheel toch telkens opnieuw uiterst makkelijk en vlot wegluistert zonder echter al te avontuurlijk te worden. Geistaz’ika blijft het toch nog steeds vooral van vlammend riffwerk hebben, en dat is er gelukkig in overvloed!
CAS: 85/100
Geistaz’ika – Midnatsbøn ved djævelens port (Signal Rex 2023)
1. Mareredet hyrdetime
2. Bestænkt af syndens vievand
3. Med korstegn og grådkvalt fadervor
4. Asken fra hendes brænden
5. Fortabd moribund
