Hoewel Wurgilnõ pas in 2023 vanachter de hoek kwam piepen is het een entiteit die in korte tijd al een langspeler (“De doden rusten niet in vrede“) en EP (“Angst“) presenteerde. Groot was de verbazing dat er in de vorm van “Krijtland” wederom een langspeler op de digitale deurmat plofte. Nu is een naarstig werktempo niet zo verwonderlijk in het geval van eenmansprojecten. Wat Wurgilnõ betreft gaat het om een nieuwe muzikale uitlaatklep van Consanguineus die met Corpusculum en Inverted Pentagram al sinds begin jaren ’90 actief is maar met Wurgilnõ precies wel een tweede muzikale adem heeft gevonden. Dat wil echter niet zeggen dat deze band moderne blackmetalelementen omarmt want de hese ademuitstoten van Consanguineus, de rudimentaire riffs en de ietwat vlakke digitale drums putten uit oude Helleense, oubollige Oost-Europese, oer-Zuid-Amerikaanse en proto-Finse invloeden.

Tekstueel verkent Wurgilnõ wederom allerhande mythen en legendes van Zuid-Limburg en Vlaanderen. Zo komen ondermeer de bokkenrijders aan bod, maar dan eens niet met een beschrijving van hun roof- en plundertochten want de onfortuinlijke bokkenrijder in kwestie belandt in de opener met zijn kop op het blok. Terwijl de menigte vrolijk op een middeleeuws deuntje rondhuppelt, slijpt de beul onverstoord zijn mes. Zodra hoofd en romp gescheiden zijn, barst Wurgilnõ’s primitieve black metal los. Ook de fictieve lijdensweg van Entgen Luijten, de laatste vrouw die in Nederland in 1674 beschuldigd werd van hekserij, krijgt muzikale vorm middels meer mid-tempo en melodieuze black metal waarin ook plaats is voor mystiek keyboardspel en clean gitaargetokkel die een extra portie atmosfeer injecteren waardoor echo’s van Helleens zwartmetaal of de eerste Ancient Rites-langspeler opdoemen.

Niet alleen onthoofding maar ook ophanging komt als vorm van doodstraf aan bod. Consanguineus kwam er dankzij research van zijn vader achter dat een van zijn voorvaderen veroordeeld werd als bokkenrijder en aan de galg aan zijn einde kwam waarbij zijn dode lichaam bleef hangen totdat het vanzelf uiteen viel. De stank die dat verdorven tafereel ongetwijfeld met zich meebracht, wordt vertaald in een woester nummer waarin voor de eerst keer de galmende heldere zang opduikt die zo typerend is voor de sound van Wurgilnõ.

Niet enkel de Duitsers van Dauþuz werken rond het koolmijnthema, ook Wurgilnõ duikt in een mijnschacht richting het jaar 1928. Op vrijdag de 13de juli van dat jaar vond er immers een massieve explosie plaats in de mijnkokers van de Staatsmijn Hendrik in Brunssum waarbij 13 mijnwerkers het leven lieten…door het werk van de duivel werd gezegd. “Zwart goud, een vloek en zegen, diep onder de grond. Ver van vorst en van regen. Dertien levens, nu verloren, deze tragedie, weggemoffeld en vergeten” wordt wederom met galmende heldere stem gezongen alsof Consanguineus live van deze ramp een ondergronds verslag uitbracht te midden van deze groep onfortuinlijke arbeiders. Melodieuze gitaarthema’s geven de tragiek van deze noodlottige gebeurtenis passend weer.

Even lijkt het alsof de nachtdwaalster in het volgende nummer op een midtempo kadans mannelijke slachtoffers wil verleiden om ze nooit meer te laten terugkeren, maar toch schakelt Consanguineus al snel enkele versnellingen hoger, wat niet wil zeggen dat verderop terug meer midtempo en bezwerend gemusiceerd wordt. “Het Wilde Heir” (beter bekend als ‘De Wilde Jacht’) en de pest zijn natuurlijk geen onbekenden in blackmetalcontext en maken ook deel uit van de thematiek die op “Krijtland” bezongen wordt. In het geval van die eerste komt daar een heldere stem aan te pas in een muzikale omkadering die eerder Scandinavisch van opmaak klinkt. Van “De pest” presenteren we jullie hieronder de exclusieve première. Hoewel de zwarte dood in Europa tussen 1347 en 1352 in sneltempo miljoenen slachtoffers maakte, wordt het relaas van de ramp die de ziekte in Limburg maakte op een slepende wijze vertolkt. “Een somber land gehuld in rouw, door de ziekte overmand. Hier heerst de pest, een wrede plaag, die alles verteert in haar brand.

Ooit was het Limburgse landschap een oceaan waar grote monsters jaagden. Nu, miljoenen jaren later worden ze teruggevonden in de Limburgse mergel en kalksteen. Deze vondsten vormen slechts het topje van de ijsberg uit de geschiedenis van Limburg die doorspekt is met oorlog, dood en vernietiging. De eerste bewoners van Nederland vestigden zich hier, de Romeinen bouwden er steden en villa’s en vochten er veldslagen uit. De Noormannen overvielen en plunderden er dorpen en de Spanjaarden, Fransen en Duitsers kwamen het gebied later bezetten. Het verleden van Limburg leeft voort in zijn historische gebouwen, tradities en verhalen en ook in het afsluitende en meer dan twaalf minuten durende titelnummer. Gezien de lange speelduur niet verwonderlijk dat deze compositie meer episch en slepend van aard is. De basgitaar krijgt hier veel speelruimte en voorts voegen koperblazers en verderop ook violen een plechtstatige en treurige emotionele lading toe. Het nummer bevat voorts nog een bijdrage op gitaar van Tobias “Lord Esgaroth” Micko van de Duitse symfonische blackmetalband Suffering Souls.

Enkele kritische opmerkingen zijn dat sommige tracks met een gemiddelde speelduur van zo’n zes minuten net iets te lang uitgevallen zijn en beter tot hun recht zouden komen in meer compactere vorm en dat de primitieve riffs niet altijd dat overweldigende oergevoel weten op te wekken dat ik bij bands uit dat tijdvak meestal ervaar. Het is soms wachten totdat melodieuze elementen of gitaarleads opduiken die een meer catchy twist aan de songs geven. Tenslotte misschien toch eens overwegen om een drummer van vlees en bloed in te schakelen, want dat verdienen deze songs, ook al denken we nu dankzij de klinische drumsound terug aan de charme van de eerste Griekse blackmealreleases. Voor de rest is dit een dynamisch en gevarieerd album geworden dat laat horen dat de kwaliteit niet inboet ondanks het hoge tempo waarmee Wurgilnõ releases uitbrengt.

JOKKE: 82/100

Wurgilnõ – Krijtland (Fetzner Death Records 2024)
1. Kop op het blok
2. De lijdensweg van Entgen Luijten
3. Voor de eeuwigheid gehangen
4. 1928
5. De nachtdwaalster
6. Het Wilde Heir
7. De pest
8. Krijtland