“Het dodeneiland” of “Die Toteninsel” in het Duits, is het bekendste schilderij van de Zwitserse tekenaar, schilder, graficus en beeldhouwer Arnold Böcklin (1827–1901). Het desolate en mysterieuze gevoel dat het schilderij – als één van de meest populaire werken van het symbolisme – uitademt, vormde reeds voor tal van componisten, muzikanten, regisseurs en schrijvers een inspiratiebron. Zo ook voor het Duitse Farsot dat zo’n tien jaar geleden besloot een nummer te schrijven met het schilderij als voedingsbodem. De song werd echter nooit uitgebracht en belandde in de ijskast totdat de band recent inspiratie kreeg om een tweede nummer te componeren en deze gezamenlijk als singel uit te brengen. Landgenoot Georg Börner ofte het brein achter ColdWorld zag het echter ook wel zitten om het schilderij om te zetten in muzikale beelden en alzo geschiedde een split-release tussen beide bands waarbij Farsot het element “aarde” onder handen nam en ColdWorld het element “water”.
Aangezien ik zowel Farsot als ColdWorld wel kan smaken, plaatste ik meteen een pre-order van zodra ik lucht kreeg van de samenwerking. “Toteninsel” is echter niet geworden wat ik ervan verwacht had. Reden daarvoor is dat beide bands hun gekende black metal-aanpak (grotendeels) achterwege laten ten voordele van een meer ingetogen en atmosferische aanpak. Wat meteen opvalt als de akoestische klanken van “Erde I” van start gaan, is dat de sfeer en melodieën, maar ook enkele opbouwen, akkoordenschema’s en overgangen bekend in de oren klinken. De muziek doet me immers voortdurend denken aan “Thematik: Trauer“, de twintig minuten durende afsluiter van Farsot’s (beste) plaat “IIII” uit 2007. Wie het rekensommetje maakt, ontdekt dus dat deze song ten tijde van de eerste langspeler geschreven werd. Daar waar het eerder vermelde epische nummer één van Farsot’s beste composities ooit is, vallen de gerecycleerde passages in “Erde I” echter vrij inspiratieloos uit en weet de band me nooit écht te raken. Hiervoor klinken de rustige, voornamelijk akoestische melodieën van “Erde II” niet beklijvend genoeg en de harde stukken in “Erde I” missen wat venijn. Farsot klinkt nu eerder als labelgenoten Dornenreich.
Dat ColdWorld het element “water” aanpakte, wordt duidelijk door de veelvuldig ingezette samples van kwetterende meeuwen die in het instrumentale “Seaghouls” ingebouwd zijn. ColdWorld klinkt overtuigender dan haar landgenoten doordat de stevige stukken – die ook enkele post-elementen bevatten – feller zijn. “Horizons” bevat de meest herkenbare black metal-ingrediënten die er op deze split te bespeuren vallen en bevalt me het meest, waarmee ik niet gezegd wil hebben dat ik niet opensta voor bands die experimenteren en afwijkende paden opzoeken.
Deze split valt mijns inziens nu eenmaal wat te lichtvoetig uit en dan voornamelijk Farsot’s bijdrage. Het thema van deze release indachtig had hier dus veel meer in kunnen zitten. Er schuilt met andere woorden nog steeds een gevaar in het blind aanschaffen van platen.
JOKKE: 72/100 (Farsot: 65/100 – Coldworld: 79/100)
Farsot/ColdWorld – Toteninsel (Lupus Lounge 2018)
1.Farsot – Erde I
2. Farsot – Erde II
3. ColdWorld – Wasser I (Seaghouls)
4. ColdWorld – Wasser II (Horizons)