Onlangs waren we erg onder de indruk van “Fandens lykteskjær“, de eerste full-length van een zekere Horgmo, de man achter de éénmansblackmetalband Ild. Het album schetst een melancholisch en somber landschap, boordevol atmosferische riffs en angstaanjagend gejammer dat komt aangewaaid vanuit de duistere bossen en vergeten nederzettingen uit lang vervlogen tijden. Een echt eerbetoon aan de traditionele Noorse black metal. Samen met Horgmo duiken we in thema’s als de dood, de hardheid van de natuur, houtsnijwerk en jagen. (JOKKE)

The English version of this interview can be found here.

(c) Ild

Wat heb je de afgelopen tijd zoal gedaan met betrekking tot Ild?
Het is drie maanden geleden sinds de release van Ild’s debuutalbum “Fandens lykteskjær” en de ontvangst was, om eerlijk te zijn, behoorlijk overweldigend. De afgelopen weken ben ik begonnen met het schrijven van nieuwe teksten en riffs, en ik ben bezig met visuele ideeën voor het volgende album.

Ild’ betekent ‘vuur’ in het Noors. Terwijl ik bij Noorse black metal atomatisch aan ‘ijs’ denk, koos jij voor het tegenovergestelde element ‘vuur’. Wat symboliseert vuur voor jou en waarom heb je het woord gekozen als de ideale naam voor je muziek?
In Noorwegen is het verbranden van hout een van de belangrijkste bronnen van verwarming in de winter, dus als ik aan vuur denk, denk ik ook aan kou. Ik kan me het ene niet voorstellen zonder het ander. Terwijl ik dit schrijf, brandt er een vuur in mijn haard. Ik voel zowel de hitte op mijn rug als de kou van de vloerplanken. Als je rond een kampvuur zit, ben je van voren warm, maar van achteren koud. Je bevindt je in een cirkel van licht, omringd door duisternis. Het draait allemaal om de contrasten van warmte en kou, licht en donker, leven en dood. Vuur is tegelijkertijd een gewelddadige, vernietigende kracht en een levensbehoefte in het grootste deel van de menselijke geschiedenis. Voor mij symboliseert ‘Ild’ de menselijke strijd om te overleven te midden van een koude, onverschillige natuur. We kruipen rond een kampvuur en proberen wanhopig de kou, de wolven en de depressie op afstand te houden.

Je debuteerde in 2020 met de “Knippe“-demo. Liep je al jaren met het idee voor Ild rond of was het een recente uitbarsting van creativiteit en ideeën die leidden tot de oprichting in 2020? Is Ild je eerste muzikale ervaring?
Ik besloot eigenlijk aan het project te beginnen zonder enige muzikale ideeën te hebben. Ze kwamen later. Ik ben sinds mijn tienerjaren een metalfan en een blackmetalfan sinds mijn vroege twintiger jaren, maar ik had nog nooit in een metalband gespeeld. Ild is echter niet mijn eerste onderneming in muziek. Ik leerde mezelf gitaar spelen toen ik 15 was en speel al twintig jaar bas in de donkere postpunkband This Sect. Vorig jaar las ik op een dag het boekje van Afsky’s uitstekende “Ofte jeg drømmer mig død“-plaat. Ole schreef over hoe hij de oude Deense teksten tot leven probeerde te brengen “met muziek die zijn ziel diep raakt”. Die lijn bleef bij me en een idee voor een blackmetalproject begon zich de volgende dagen in mijn gedachten te vormen. Het voelde ineens belangrijk om muziek te maken die mijn ziel bezighield. Toen ik ging zitten om riffs en teksten te schrijven, was het alsof er een dam brak. De golf stopte pas toen ik de EP en het album had gemaakt. Ik noemde het eerste nummer dat ik voor Ild schreef “Hjemkomst“, omdat het hele proces voelde als thuiskomen.

(c) Ild

Ild lijkt vooral te gaan over het harde leven van oude Noorse boeren, de macht van de natuur over mensen en de onvermijdelijkheid van de dood. Waarom heb je deze algemene thema’s gekozen om over te zingen en muziek voor te schrijven? Voel je je op de een of andere manier verbonden met deze boeren?
Enkele jaren geleden stierf één van onze kinderen slechts een paar weken na de geboorte. In de lege duisternis die volgde, was het een troost voor mij om te weten dat dit een paar generaties geleden een algemene ervaring was. Die verbinding door de tijd maakte het gemakkelijker om het ondraaglijke te verdragen. Met Ild wist ik dat ik niet wilde dat de muziek te maken had met een of ander abstract of mythologisch kwaad, maar met échte menselijke duisternis. Omdat ik de moderne samenleving met haar oppervlakkige geluk en instant-bevrediging voor eenmalig gebruik eindeloos saai en zinloos vind, was het interessanter om terug te kijken op een tijd waarin de echte zaken dichterbij waren. Ik voel zowel een verbinding met de oudere manieren en waarden als een gedeeld lot door de tijd. Het leven was toen harder dan nu, maar ik denk dat ze ook terug in de tijd keken op zoek naar betekenis. Dat is misschien waarom je een ‘herinnering aan het heidendom’ in de muziek kunt ontdekken, zoals een recensent het uitdrukte. Black metal moet zowel archaïsch als tijdloos aanvoelen.

In 2020 was er een programma op de Belgische televisie genaamd “Het hoge Noorden“, waarin een journalist enkele van mijn landgenoten volgde die besloten een nieuw leven te beginnen in Noorwegen, veelal op een afgelegen eiland, heel erg noordwaarts of in de wildernis. Hoewel de meesten geen gemakkelijk leven hebben, vonden ze vrij gemakkelijk een nieuwe baan als boer, herder of dokter, aangezien jonge Noren de kleine dorpen achter zich laten om in de steden te gaan wonen. Dit lijkt een probleem te worden voor een land als Noorwegen. Hoe zie jij deze evolutie waar kleine dorpen de komende jaren zullen worden verlaten?
Goede vraag. Het is niet aan mij om iemand te vertellen waar te wonen, vooral niet aangezien ik zelf in Oslo woon haha, maar ik denk dat we iets belangrijks verliezen als we in een omgeving leven die voor honderd procent door mensen is gemaakt. We verliezen het contact met oude tradities en ambachten en raken vervreemd van voedselproductie en landbouw. Nog geen honderd jaar geleden wist de gemiddelde persoon veel over het maken en repareren van wat je nodig hebt in je leven en hoe je voedsel moest telen of jagen. Wat je in een winkel hebt gekocht, zou voor jou ook herkenbaar zijn als iets van hout, leer of metaal. Tegenwoordig weet niemand hoe iets werkt, we kunnen zelfs het eenvoudigste apparaat niet repareren en we aanbidden alles wat nieuw is, alleen maar omdat het iets nieuws is. Ik denk dat de beweging van het platteland naar de steden dit alles versnelt en als het op een dag allemaal kapot gaat, zal niemand weten hoe te overleven. Zelfvoorzienende landbouw en traditionele ambachten zouden een veel belangrijkere plaats in de samenleving moeten krijgen.

Je woont in Oslo maar lijkt ook erg aangetrokken te zijn tot de natuur. Vind je gemakkelijk de juiste balans tussen een stads- en een plattelandsleven?
Ja, dat denk ik wel, maar het is een balans die zwaar doorslaat naar de natuur. Hoewel Oslo de grootste stad van Noorwegen is, wordt het omringd door 1.600 km2 bos. Ik woon aan de rand van de stad, dicht bij het Østmarka-bos en loop daar bijna elke dag rond met mijn hond. Ik waag me zelden in het stadscentrum, en als ik dat doe, is dat meestal voor concerten.

Ik waardeer het vooral om ’s nachts in het bos te wandelen zonder zaklamp. Je ogen passen zich vrij snel aan en dan ben je helemaal alleen met de bomen en de sterren. Er is niets zoals dat. We praten vaak over de natuur als iets kwetsbaars dat onze bescherming nodig heeft. Daarbuiten, in het bos, weet je dat jij de kwetsbare bent en dat de mens onlosmakelijk verbonden is met de natuur. Het ergste wat het christendom ooit leerde, was dat we ons moesten vermenigvuldigen en de aarde moesten onderwerpen. Zelfs nu geloven mensen die niet religieus zijn dit; dat mensen een speciale missie of plaats op aarde hebben. We zijn niet speciaal, enkel een soort zonder roofdieren die onze basis van bestaan ​​snel hebben uitgeput. De natuur zal het evenwicht zeker herstellen, maar het lijkt erop dat we aan de verkeerde kant van dat evenwicht zitten.

Niet alleen op je albumhoezen maar ook op je Instagrampagina deel je veel oude foto’s van Noorse boeren. De titel van je langspeler betekent echter “De lantaarn van de duivel”. Wat is de link tussen de titel, de muziek en het artwork?
De juiste vertaling is eigenlijk “Een lichtstraal van de lantaarn van de duivel” en verwijst naar een mythe die verband houdt met een meer in het bos van Østmarka. In de 19e eeuw meldden veel mensen dat ze een licht zagen op een bepaalde plaats nabij de oever van dit meer, maar toen ze de plaats naderden, verdween het licht. Men dacht dat het de duivel (Fanden) was die mensen probeerde weg te lokken naar het donkere bos. Ik vond het een passende titel voor een album dat gaat over dood, geestesziekte en wanhoop. Het album is grotendeels gebaseerd op persoonlijke ervaringen van het omarmen van de duisternis om het leven aan te kunnen. Kiezen om die lichtstraal het bos in te volgen. Vroeger geloofden mensen dat de duivel op het platteland rondzwierf om de zielen van mensen te stelen, maar je zou zijn krachten ook in je voordeel kunnen gebruiken als je de juiste manieren wist.

Ik had een idee voor de cover dat geïnspireerd was door Earth’s “HEX; Of printing in the infernal method“: om foto’s te gebruiken op een manier die zinspeelde op een onbekend of vergeten, occult verleden. Ik kwam de coverfoto tegen van de houthakker in zijn hut en die had alles; zijn vermoeide blik van berusting, de donkere houten muren, het vuur. Toen ik me realiseerde dat het een onderdeel was van een grotere serie foto’s, voelden de songs ineens als de klaagzangen van deze sombere mannen, in de lange, koude winternachten aan. Uitgeput van het harde werk in het bos, staren ze in het vuur op zoek naar een betekenis voorbij deze sterfelijke spiraal, maar ze vinden alleen de Dood die de lantaarn van de duivel in zijn linkerhand houdt, en ze volgen dat licht op een pad dat steeds donkerder wordt.

Vuggevise“, het slotnummer van “Fandens lykteskjær“, is een cover van een Noors volkslied geschreven door Jens Gunderssen in 1949. Hoe belangrijk zijn deze lokale en traditionele liederen voor de muziek van Ild? Is dit qua muziek je belangrijkste inspiratiebron?
Ik vind veel inspiratie in oude volksliederen, psalmen, ballades en slaapliedjes van het sombere soort. Ze zijn een link naar het verleden en weerspiegelen enkele van de waarheden over het menselijk bestaan ​​die we volgens mij ergens onderweg zijn kwijtgeraakt. Natuurlijk ben ik ook beïnvloed door black metal: de sombere sferen van Drudkh, de melancholie van Burzum, het onheilige mysterie van Armagedda, het kosmisch occultisme van Urfaust en de eenvoud van Darkthrone, om er maar een paar te noemen. Ik probeer anderen niet te evenaren of me aan bepaalde genreregels te houden, maar mijn eigen smalle pad te banen door het blackmetalwoud. Het is echter niet van groot belang origineel te zijn, zolang de muziek voor mij maar goed aanvoelt en herkenbaar is als Ild.

Waarom koos je specifiek voor deze cover?
Ik koos ervoor om “Vuggevise” (“Lullabye“) te coveren omdat het voor mij persoonlijk veel betekent. Toen onze zoon stierf, hebben we het laten zingen op zijn begrafenis. Het is een mooi en droevig lied over de realiteit van leven en dood, de eeuwige draai van het wiel. Het refrein vertaalt zich als “Sommigen komen, sommigen vertrekken / Sommigen sterven in de lente van het leven / Sterren schijnen wit.” Het leven is vluchtig, maar de sterren zijn eeuwigdurend. “Vuggevise” was het eerste nummer ooit dat op de Noorse televisie werd gespeeld, wat voor mij betekent dat de dood slechts een paar generaties geleden een meer natuurlijke plaats in het leven had. Ik alleen droeg de kist met mijn zoon naar zijn graf. Het nummer “Jeg senker mine små i jorden” (“Ik laat mijn jongen in de grond zakken“) van de “Knippe” EP is geïnspireerd door die ervaring.

Ik kreeg onlangs een opmerking van een familielid van Jens Gunderssen dat ze mijn versie van “Vuggevise” leuk vonden. Dat had ik niet verwacht en het betekende veel voor me. Duisternis heeft een grotere aantrekkingskracht dan we geneigd zijn te denken.

Het nummer stond ook op de Old Mill Productions “Life’s persistence“-compilatie ten voordele van de Canadian Cancer Society en het Ross Memorial Hospital, wat natuurlijk een geweldig initiatief is. Waarom wilde je bijdragen aan dit project?
Het antwoord is nogmaals de dood. De zus van mijn vrouw stierf aan kanker toen ze nog maar een tiener was. Daarna besloot ik de gezondheidszorg in te gaan en sindsdien werk ik in een ziekenhuis, dus kankerpreventie is een zaak die mij nauw aan het hart ligt. Old Mill is een uitstekend folkmetallabel en het was een eer voor mij om er deel van uit te maken. “Vuggevise” voelde als de natuurlijke keuze voor deze compilatie.

Je beheerst het oude ambacht van houtsnijwerk. Hoe ben je dit uiteindelijk gaan doen?
Van mijn grootvader heb ik allerlei soorten houtbewerking geleerd. Hij was een meester-beeldhouwer en bekend in zijn lokale gemeenschap. Hij sneedt meestal landelijke beeldjes zoals een melkmeisje dat boter karnt of een jager die naar huis gaat met een gewei op zijn rug, en verschillende dieren zoals elanden en beren. Elke keer dat we mijn grootouders bezochten, spendeerden mijn grootvader en ik het hele weekend in zijn timmerwerkplaats, om er alleen voor maaltijden uit te komen. Hij stond me toe al zijn gereedschap te gebruiken, behalve de lintzaag en zijn snijgereedschap, waarvan hij dacht dat het te scherp en gevaarlijk was voor een klein kind. Daarom heb ik zelf nooit gesneden toen ik een kind was, maar ik zat uren naast hem en keek naar hem toen hij dat deed. Hij stierf in 2014 en mijn grootmoeder gaf me zijn set snijmessen. Toen ik zelf probeerde te snijden, ontdekte ik dat mijn handen het gewoon wisten, ook al had ik nog nooit eerder gesneden. Ik moet veel hebben opgepikt door alleen maar naar de oude meester te kijken.

Wat voor soort energieën worden gekanaliseerd tijdens het snijden in hout? Wat doet het met je geest?
Hout snijden is een zeer rustgevende ervaring, een beetje zoals naar een vuur kijken. Het voelt als iets dat diep geworteld is in mijn ziel. Het grootste deel van de menselijke geschiedenis hebben we onze handen gebruikt om dingen te maken en te repareren, dus dit is logisch voor mij. Ons lichaam is niet alleen geëvolueerd om onze ogen te gebruiken, of onze vingers om in een glazen oppervlak te prikken.

Ik droeg “Fandens lykteskjær” ter nagedachtenis op aan mijn grootvader en mijn zoon, die naar hem vernoemd is. Ik stel me voor dat ze rond de kachel in de timmerwerkplaats achter de sterren zitten, stilletjes aan een stuk hout aan het schaven terwijl het vuur knettert.

Je lijkt voornamelijk berken demonen beeldjes te snijden. Wat symboliseren ze voor jou?
Ik snij veel verschillende dingen, en soms weet ik niet wat het resultaat zal zijn. Ik volg gewoon de structuur van het hout en kijk waar het me heen leidt. Op een dag eindigde ik met het snijden van wat leek op een demon of duivel. Toen het moment aanbrak om “Knippe” op tape uit te brengen, dacht ik dat het wel goed bij de muziek zou passen, en besloot ik tien demonen te maken voor een speciale tape-editie. Ze waren meteen uitverkocht, en sinds mensen me bleven vragen naar die demonen, zijn er in opdracht nieuwe gemaakt. Ik snij sowieso bijna elke dag, dus dit is een leuke bijkomstigheid van de muziek. Je kunt ze demonen, ‘Fanden’ of wat dan ook noemen. Kleine idolen om de donkere aspecten van de natuur en het leven te aanbidden.

Voor fysieke releases werk je samen met labels van over de hele wereld. Was dit een bewuste beslissing of gewoon iets dat gaandeweg organisch is gebeurd? Met welke labels werk je momenteel?
Het oorspronkelijke plan was om “Knippe” in eigen beheer uit te geven op Bandcamp, maar vlak voor de release besloot ik het naar een klein undergroundlabel te sturen: Screaming Skull Records (SSR). Ze besloten al snel om het op tape uit te brengen. Niet lang daarna vroeg Raise the Dead Productions uit Colombia SSR om toestemming om “Knippe” op CD uit te brengen. Ten slotte nam een ​​ander klein Noors label, Lilla Himmel, contact met me op met een vinylaanbieding. Kortom, ik had veel geluk met mijn eerste release. Hetzelfde gebeurde met “Fandens lykteskjær”. SSR bracht de cassette en CD uit, en toen nam Poisonous Sorcery contact met me op met een LP-aanbieding nadat de single “Fanden tok mine beste år” uit was. Dit alles gebeurde zonder veel moeite van mijn kant, dus ik ben erg blij met deze situatie. Ik denk dat veel bands dromen van een groot label dat alle formaten kan uitbrengen en de promotie kan verzorgen, maar in mijn ervaring is het omgaan met kleine undergroundlabels het omgaan met echte enthousiastelingen die veel om je muziek geven.

De aanvankelijk geplande Amerikaanse release van de “Knippe“-demo bleek echter een enorme hoax te zijn. Wat is er gebeurd?
Een Amerikaans label dat ik niet zal noemen, heeft contact met mij opgenomen. Ze wilden een Amerikaanse versie van de tape uitbrengen, en het klonk allemaal heel behoorlijk, dus ik stemde toe. Toen begonnen de rode knipperlichten aan te springen. Deze persoon beantwoordde mijn vragen niet, er was geen update over de voortgang en hij begon eindeloze slechte excuses te maken waarom de release niet uitkwam. Achteraf gezien was ik veel te geduldig met hem. Op een gegeven moment begonnen de andere bands de banden met dit label te verbreken en ik besloot dat het genoeg was. Toen stortte zijn kaartenhuis snel in. Alle sporen van het “label” zijn nu van het internet verdwenen. Screaming Skull Records besloot al snel om een ​​tweede run van de “Knippe“-tape te maken om deze puinhoop goed te maken.

Wat is het idee achter de omslagfoto van een opgehangen vogel?
Het zijn eigenlijk twee holenduiven gedood tijdens een jacht. Traditioneel hangen ze zo om het vlees te laten rijpen. De twee vogels zijn letterlijk een “knippe” (schoof/bundel), de titel van de EP. Ze herinneren er ook aan dat de dood een noodzaak is voor al het leven. Voor mij is deze foto niet “badass”, “ziek” of “wreed”, zoals sommigen menen. Het is een beeld van de dood en de oude gebruiken. Een persoon vroeg me waarom iemand zou moeten jagen nu je vlees in een winkel kunt kopen. Hoe is het mogelijk om zo ver van de natuur verwijderd te zijn, dat je twee dode wilde vogels die vrij vlogen totdat die schoten hen raakten, schokkender vindt dan industriële landbouw? Ik heb de foto zelf gemaakt op de boerderij van een vriend in Trøndelag. De oude manieren leven voort.

Je zal als gastzanger en tekstschrijver te horen zijn op de aankomende full-length van de Zweedse blackmetalband Grimtone. Hoe is deze samenwerking tot stand gekomen? Is er een verschil in het schrijven van songteksten voor je eigen muziek of voor de projecten van iemand anders?
Dit gebeurde vanwege wederzijdse vrienden. Livløst, die de introtrack voor “Fandens lykteskjær” maakte, had eerder samengewerkt met Michael van Grimtone. Grimtone nam contact met mij op met het aanbod om op drie nummers van hun nieuwe album te zingen. Een voorwaarde van mijn kant om dit te doen was dat ik de nummers kon kiezen die ik wilde maken en de teksten in mijn eigen stijl kon schrijven. Het was interessant om Engelse teksten te proberen. Ik vind het veel moeilijker om originele teksten in het Engels te schrijven dan in het Noors, maar ik denk dat ze best goed gelukt zijn. Hoewel ik graag de volledige controle over mijn eigen muziek behoud, was het fijn om me op één aspect te concentreren en anderen zich zorgen te laten maken over de rest. Dat gezegd zijnde, sta ik volledig achter het afgewerkte materiaal. Het album zal ergens volgend jaar uitkomen.

Wat kunnen we de komende tijd van Ild verwachten?
Het Columbiaanse Raise the Dead Productions heeft zojuist “Knippe” op een prachtige digipack CD uitgebracht, die binnenkort ook in Europa verkrijgbaar zal zijn. Poisonous Sorcery zal begin 2022, waarschijnlijk maart of april, “Fandens lykteskjær” op vinyl uitbrengen. Daarvoor zal Screaming Skull een heel bijzondere samenwerking uitbrengen met een andere artiest op het label. Veel meer kan ik je daar nog niet over vertellen, maar het is iets unieks waarvan ik hoop dat mensen het zullen waarderen. We wachten ook op de persing van een split 7 “met Livløst. Vinylperstijden zijn tegenwoordig belachelijk, maar ik hoop dat het voor de zomer van 2022 uitkomt.