De Nederlandse taal komen we in muzikale kringen niet enkel binnen pop, rock, kleinkunst, schlagermuziek of hiphop tegen; ook binnen black metal is het zingen in de eigen taal sinds jaar en dag sterk ingeburgerd. Ook Plaagdrager koos resoluut voor het Nederlands op diens in eigen beheer uitgebrachte “Rampspoed & verdriet“. We zochten de band op voor een gesprek over diens overrompelende debuut. (JOKKE)

Dag heren. Mijn kop eraf als een bandnaam als Plaagdrager niet het gevolg is van de Covid-19 pandemie die ons leven reeds 2 jaar beheerst. Zou de band niet bestaan hebben zonder het uitbarsten van de pandemie?
Vlak na het begin van de eerste lockdown hier in Nederland in maart/april 2020 kwamen we met het plan om een blackmetalproject op te richten. N. en C.W. hadden al langer de intentie om samen weer muziek te maken na het eerdere metalproject I Shall Move the Earth. Zeker in die tijd was het nog erg onduidelijk in welke richting de samenleving zich zou gaan bewegen en we zochten een manier om onze gedachten te uitten. De letterlijke en figuurlijke plaag die zich door de samenleving verspreidde bleek een bron van inspiratie te zijn die uiteindelijk aan de basis lag van deze band. Al gauw vonden we in E.K. een compagnon die de baspartijen op zich ging nemen. Een groot voordeel was dat we alledrie in staat waren om los van elkaar tijdens de lockdown muziek op te nemen, waardoor het schrijf- en opnameproces erg soepel verliep.
Hebben jullie persoonlijk zwaar te lijden gehad onder de gevolgen van het virus? Heeft heel dit gebeuren jullie op één of andere manier aan het denken gezet omtrent jullie eigen levensstijl en hebben jullie hier lessen uit getrokken?
Gelukkig zijn we persoonlijk niet zwaar geraakt, maar natuurlijk ondervinden ook wij de gevolgen waar eigenlijk iedereen die wij kennen last van heeft. Onze algemene observaties van het gedrag van mensen en de samenleving in het algemeen vormden wel een bron van inspiratie bij het schrijven van de muziek en de teksten.
Op papier bestaat Plaagdrager uit zanger C.W. De Boer, gitarist N. Riethorst en bassst E.K. Patel. Voor de drumopnames werden jullie echter bijgestaan door de getalenteerde J. Nijenhuis. Was het zo moeilijk om een toegewijde drummer te vinden die tot de vaste bandkern kan toetreden?
Het antwoord op deze vraag is tweeledig. Enerzijds kenden we niet voldoende drummers van dit kaliber om integraal te betrekken bij het schrijfproces en werkten we in de pre-productie met een drumcomputer. Daarnaast werken wij beter in een kleine groep waarbij de lijnen kort zijn en de visie duidelijk is. Naarmate het schrijfproces vorderde werd het ons steeds duidelijker dat een echte drummer een grote meerwaarde zou zijn voor de muziek. Via ons netwerk zijn we tenslotte bij J. Nijenhuis terecht gekomen. Vanwege de lockdown was hij niet op tour met zijn bands Atrocity en/of Leaves Eyes en had hij tijd om voor ons het drumwerk op te nemen. Dit heeft hij op een niet onverdienstelijke manier gedaan en wij zijn bijzonder tevreden met het resultaat.
Hoe verliep het schrijfproces?
In de loop van de zomer en het najaar van 2020 heeft N. het gros van de nummers in preproductie geschreven en opgenomen. C.W. was parallel daaraan al met tekstuele concepten bezig en heeft gedurende dit schrijfproces de zanglijnen vorm gegeven. De baslijnen zijn eind 2020 door E.K. geschreven. Dit hele proces vond plaats zonder dat we samen in een repetitiehok stonden. Alles is op afstand gegaan via de moderne communicatiemiddelen. Eigenlijk zijn we pas een half jaar na oprichting van de band voor het eerst als trio bijeen gekomen in dezelfde kamer!
Tal van andere gastmuzikanten duiken op de verschillende nummers op. Waarom besloten jullie specifiek met elk van hen samen te werken?
Wij zijn allemaal al meer dan 20 jaar met het maken van muziek bezig. Tijdens deze jaren hebben wij veel muzikale contacten opgedaan en een hoop inspirerende mensen leren kennen. Gezien deze CD steeds meer een ‘passion project’ werd waar wij al jaren mee in ons hoofd zaten, voelde het kloppend om daar ook een aantal mensen bij te betrekken die ons in de loop der jaren hebben geholpen of geïnspireerd.
Zo heeft J. Reek jaren samen met C.W. in een band gespeeld. N. werkt regelmatig samen met J. van Gelre (o.a. bekend van Bezwering en :Nodfyr:). R. Schmidt is iemand waar N. ook mee samen gewerkt in het verleden en R.’s Wesenwille is een waanzinnig gave band. R. Aarts, verantwoordelijk voor de mix en de gitaarsolo’s in Kluizenaar, speelde ook mee in de eerder genoemde band I Shall Move the Earth.

Jullie debuut langspeler “Rampspoed & verdriet” klinkt zo professioneel dat ik het amper kan geloven dat jullie het album in eigen beheer dienen uit te brengen. Zijn jullie momenteel in gesprek met een label zodat er alsnog een fysieke release kan komen?
Allereerst, dank je wel voor het compliment. Op dit moment zijn wij nog niet verbonden aan een label maar staan we zeker open om uiteindelijk met de juiste partner een fysieke release uit te brengen.
Jullie kozen ervoor om meteen met een full-length in huis te vallen. Misschien was een EP een betere zet geweest om zo platenlabels warm te krijgen voor jullie muziek, niet?
In eerste instantie was het plan inderdaad een EP te maken. Het schrijfproces liep echter zo voorspoedig dat we al gauw op full-length terrein terecht kwamen. Begin 2021 kwamen we tot de conclusie dat een volledig album meer recht deed aan de kwaliteit van onze muziek. De samenhang tussen de nummers, zowel muzikaal als thematisch, vormden een geheel die wij niet wilden opbreken. Wij hebben hierin op geen enkel moment het hebben van een label als primair doel gehad. Het schrijfproces was voor ons eerder een haast therapeutische vorm van expressie geworden. En die expressie was, en is, onze drijfveer geweest voor deze band.
“Rampspoed & verdriet” kreeg een krachtige, moderne sound aangemeten die toch niet te steriel of doods klinkt. Dient black metal gediend te zijn van een zo goed mogelijke productie naar jullie mening? Hoe kijken jullie naar de trend qua obscure lofi underground black metal die aan de gang is?
Black metal staat in teken van sfeer. Wij kunnen genieten van zowel goed geproduceerde albums als de door jou genoemde obscure lofi producties/bands. Het belangrijkste blijft dat de sfeer in dienst staat van de visie van de band. De nummers van deze plaat zijn geïnspireerd door de 20+ jaar dat wij al naar dit genre luisteren. Je hoort allerlei verschillende stijlen/periodes terug komen. Juist om hier recht aan te doen, hebben we bij deze productie gekozen voor een ‘best of both worlds’-aanpak die zowel modern als sfeervol is. Die zoektocht naar sfeer wordt bij ons ook steeds belangrijker. Dit hopen we dan ook weer nog sterker terug te laten komen bij toekomstige releases.
Jullie teksten zijn allemaal in het Nederlands, wat nog steeds een tweesnijdend zwaard blijkt te zijn. Persoonlijk ben ik voorstander van teksten in de moedertaal op voorwaarde dat ze niet van een infantiel niveau zijn. En ik vind het wel leuk dat de teksten voor een keer erg goed verstaanbaar zijn. Een Addergebroed-collega ergerde zich dan weer aan jullie (naar zijn mening) kinderlijke en veel te goed verstaanbare teksten. Was het van meet af aan duidelijk om in het Nederlands te vertolken of is dat gaandeweg gegroeid? Zijn er bands die jullie hierbij inspireerden?
We hebben vanaf het begin af aan de keuze gemaakt om in het Nederlands te schrijven. Zoals we al eerder aangaven is voor ons de visie leidend. We kunnen ons het beste uiten in onze moedertaal. C.W. heeft in het verleden wel teksten geschreven maar deze waren eigenlijk altijd in het Engels. Geïnspireerd door bands als Fluisterwoud en Laster wou hij zelf ook de stap maken naar het Nederlands. Dit uitte zich ook in een bredere woordenschat om in te zetten bij het schrijven van de teksten en het lukte hem beter zijn gedachten op papier te krijgen.

Ik las ergens dat het voor C.W. De Boer de eerste keer was om al krijsend te zingen. Dat zou je absoluut niet zeggen want ik vind dat hij een topprestatie neerzet. Is er veel coaching, dictie en voorbereiding aan het inzingen te pas gekomen?
Een krijsstem is vooral ook een kwestie van techniek. De kunst is het niet forceren van de stembanden. De focus heeft altijd gelegen op verstaanbaarheid. Wellicht ligt dit niet iedereen, maar wij vinden dat de thematiek van de nummers hierdoor beter tot hun recht komen. Hoewel C.W. nooit eerder in een band heeft gezongen is hij zeker bezig geweest met de technieken die bij zang komen kijken. Het enthousiasme voor het zingen nam toe naarmate de teksten ook vorm begonnen te krijgen. Dit heeft hij zelfstandig gedaan; vanwege de lockdown werkte hij vooral vanuit huis, dus voldoende tijd om te oefenen.
Bovendien vind ik jullie teksten ook zeker sterk te noemen. Zijn er specifieke auteurs, dichters of muzikale tekstschrijvers die jullie inspireren op vlak van het schrijven van teksten?
Wederom bedankt voor het compliment. Het is lastig om direct een specifiek persoon te noemen. Boudewijn de Groot is misschien de eerste naam die te binnen schiet. Zijn beeldtaal spreekt tot de verbeelding. Als kind heeft C.W. ook veel geluisterd naar verschillende Nederlandse cabaretiers waaronder Herman Finkers. De manier waarop zij met woorden goochelden heeft hem ongetwijfeld gevormd. Daarnaast is het bijna vloeken in de kerk, maar ook een rapper als Aesop Rock heeft zijn stempel gedrukt als het gaat om ritme en flow van een tekst.
Mijn favoriete tekstpassage komt uit “Paradigma”: “Mijn ziel is verheven, verlicht en gedreven. Wat ik zeg is mijn wil, wat ik wil wordt gegeven. De onmacht gespannen, succubus verbannen. Verleider en minnaar, verlost van tirannen. Paradigma verschoven, mijn ziel is besproken. Mijn onwil verdreven, mijn ketens verbroken.” Op welke songtekst ben je het meest trots en wat is één van jullie favoriete tekstregels?
Je noemt het zelf al maar “Paradigma” is inderdaad één van onze favoriete teksten. Daarnaast is “Blindeman” ook een tekst waar C.W. erg trots op is. Juist omdat deze tekst zeer divers te interpreteren is. De tekst zit vol met beeldspraak, denk bijvoorbeeld aan “De rechter die het linker pad beloopt“. Het is de totaliteit van de tekst die het nummer maakt. Het is daarom lastig om specifiek één zin als favoriet te bestempelen.
De tekst van het outro is ontnomen aan Albert Camus’ roman “De pest” uit 1947. Er bestaat wat verdeeldheid omtrent zijn lezers over het feit of het centrale idee van de pestepidemie al dan niet kan worden begrepen als de om zich heen grijpende “bruine pest” van het nazisme, die bij verschijning van de roman pas twee jaar was verslagen. Binnen black metal is nazisme spijtig genoeg in sommige kringen nog steeds volop aanwezig. Hoe staan jullie tegenover NSBM waarin, al dan niet uit overtuiging of als provocatie, met nationaalsocialisme gedweept wordt?
Laten we er kort en duidelijk over zijn: NSBM en het nationaal socialisme waar het voor staat is een stroming waar wij niets mee te maken willen hebben. Wij zijn ons er bewust van dat Camus’ roman multi-interpretabel is. N. is de tekst echter tegengekomen bij een tentoonstelling over de pestepidemie en specifiek deze passage voelde als een passend thematisch slot van ons album.
De epidemie zou in Camus boek ook ruimer symbool kunnen staan voor het existentiële kwaad, dat in verschillende gedaanten altijd terugkomt, en het boek verkent hoe de mens zich moet verhouden tot de absurditeit die dit in zijn bestaan introduceert. Wat is voor jullie het grootste existentiële kwaad waar de mensheid momenteel mee af te rekenen krijgt?
Dit is een zeer brede vraag waar heel veel antwoorden op mogelijk zijn. Onwetendheid en de onwil van de mens om te leren en groeien, zien wij als een groot probleem. Wij zien het als een groot goed dat je in staat bent om inhoudelijk met iemand te praten waar je het mee oneens bent en in staat bent om op basis van argumenten ook je eigen mening te durven bijstellen. Een tekst als die van “Paradigma” gaat dan ook juist over de paradigmaverschuiving die een persoon maakt door nieuwe inzichten te verkrijgen.
Zijn er naast de plaag nog andere thema’s die aan bod komen?
Naast de plaag hebben we ons laten inspireren door alledaagse zaken die opvallen of ons zijn overkomen in de afgelopen twee jaar. “Horde van het brakke water” is geschreven na een ontmoeting met een muggenzwerm bij een meer in Finland en “Slaaf van Gula” gaat over de coronakilo’s waar wij als mannen van middelbare leeftijd mee te maken hebben gehad. Aan de andere kant gaat “De angst van dwazen” weer een iets serieuzere kant op, namelijk over een angststoornis, waar gitarist N. last van heeft, en hoe dit de keuzes in het leven beïnvloedt.

Wat is het verhaal achter het coverartwork?
Het artwork heet “The blind worship of Venus” en is gemaakt door R. Tuynman, een vriend en oud klasgenoot van N. en E.K. Hij is afgelopen jaar getuige geweest van transgenderdiscriminatie in het openbaar wat een grote impact op hem heeft gehad en hem heeft geïnspireerd tot het maken van dit schilderij. Hoewel zijn ervaring niet direct een link heeft met onze thematiek als band voelden wij wel allen gelijk een verbondenheid tussen de afbeelding en onze muziek. We hebben toen aan hem gevraagd of we dit artwork konden gebruiken, waarvan akte. Daarnaast is ook het artwork van de single “Dans met mij, Miasma” een tekening die hij jaren geleden gemaakt heeft tijdens de studie die hij samen met N. en E.K. deed. Het is daarom ook mooi om te zien hoe ver terug ons samenwerking gaat.
Waar hebben jullie zoals ‘de pest’ aan?
Dit was de lastigste vraag uit dit interview! In deze tijden heeft iedereen genoeg om de pest aan te hebben. Wij houden het liefste onze testen negatief en onze mindset positief 😉
Zijn er plannen om de plaat ook live te vertolken?
We hebben geen directe plannen maar we sluiten het niet uit.
Was “Rampspoed & verdriet” een eenmalig feit of hebben jullie de microbe (no pun intended) nu te pakken om hier nog een vervolg aan te geven?
Wij zijn zeker van plan om als Plaagdrager verder te gaan! Dit hele proces smaakt naar meer en een visie voor de toekomst begint vorm te krijgen.
Het einde van het jaar nadert met rasse schreden. Welke platen bliezen jullie het afgelopen jaar van jullie sokken?
Qua black metal zijn we de laatste tijd zeer geïnspireerd door de nieuwe lichting van Nederlandse bands. De laatste plaat van Fluisteraars (“Gegrepen door de geest der zielsontluiking“) heeft een grote indruk achter gelaten. Dit is een mooi voorbeeld van een band die de muziek en teksten laten leiden door een duidelijke visie. “II: A material God” van Wesenwille is ook waanzinnig. En in de tweede helft van dit jaar hebben de langspelers van Doodswens en Walg ons zeker gecharmeerd.
interessant