De oosterburen van Dauþuz wisten ons in 2021 dermate te charmeren met hun vierde langspeler “Vom schwarzen Schmied” dat het een lang en diepgravend gesprek met de band opleverde waarbij de geromantiseerde mijnthematiek van hun platen verder uitgespit werd. Een jaar later kreeg dit album trouwens nog een wedergeboorte middels het clean gezongen en vertolkte “Vom schwarzen Schmied – Bergkgesænge” dat nog wat meer nadruk op dramatiek wist te leggen en een heidense hashtag opleverde. Op de meest recente Walpurgisnacht daalde Dauþuz wederom via een beklemmende mijnkoker naar de dieperik af om de voormalige destructieve uraniumgewinning onder druk van de Sovjets in Oost-Duitse gebieden onder de aandacht te brengen.

Ondanks de tamelijk recente thematiek hebben deze Duitsers niet veel affiniteit met moderne black metal en ook vestimentair en visueel wijken ze af van hedendaagse trends. Rijk, levendig, episch en melodieus zijn enkele kernwoorden die elke ChatGTP-sessie als resultaat over Dauþuz zou moeten aangeven. Net als het Finse Aethyrick levert ook Dauþuz steevast de nodige enorm melodieuze en zelfs catchy composities af die bovendien best toegankelijk klinken. De Duitse heimat kan het duo Aragonyth S. (instrumentarium) en Syderyth G. (zang, akoestische gitaren en toetsen) wel niet onder stoelen of banken steken en daar durft het schoentje persoonlijk soms te wringen op “Uranium” daar het al eens een gevaarlijke evenwichtsoefening durft te blijken om niet naar de “bier- en plezier”-kant over te hellen. Niet dat ik Dauþuz van goedkope zuipmetal wil beschuldigen, maar sommige van de in het Duits vertolkte heroïsche “oh oh oooh”-zanglijnen komen me wat te vrolijk en meezingbaar over.

Gelukkig weet het merendeel van de bevlogen vertolkte heldere koorzang of de met een diepere en theatrale zangstem gezongen stukken wel te beklijven en zijn de vlijmscherpe krijsende uithalen en overstuurde screams in de meerderheid want ze vormen de uitgelezen metgezel voor de vibrerende tremololijnen van opener “Pechblende (Gedeih und Verderben)” of “Wüst die Heimat“. Het gaspedaal wordt regelmatig stevig ingeduwd, maar de heren zijn ook niet vies van het invoegen van meer ingetoomde passages waarbij bijvoorbeeld al eens clean gitaarspel en mystiek gefluister opduikt. Het zorgt voor een dynamisch en gevarieerd luisterspel, toch niet onbelangrijk aangezien het gros van de songs de tienminutengrens opzoeken.

Uranium” kreeg net als zijn voorganger een erg heldere, maar krachtige productie aangemeten die niet modern/steriel klinkt en voldoende van zijn grofkorrelige grain behoudt. De vele heroïsche gezangen zullen voor sommigen ongetwijfeld een hit or miss zijn, maar wie niet vies is van erg melodieuze, epische en catchy black metal zit met deze zesde full-length wederom gebeiteld.

JOKKE: 83/100

Dauþuz – Uranium (Amor Fati Productions 2024)
1. Pechblende (Gedeih und Verderben)
2. Radonquell 1666
3. Wüst die Heimat
4. Ein Werkzeug des Todes
5. Wismut »Justiz«
6. Uranfeuer 55