Een primitieve weergave van een naakte Christus onder het gure licht van een zwarte zon, die op het punt staat te worden gestenigd door boze mannen onder het oog van een knoestig uitziend logo. Dat is het tafereel dat we te zien krijgen op de albumcover van “The redeemer’s festering carcass“, de tweede full-length van het Noorse Gryla en opvolger voor het vorig jaar (enkel digitaal) verschenen “Jaudiced hag of the wood“.
Als we het eerste deel van het tweedelige titelnummer over ons uitgestort krijgen, duurt het niet zo gek lang om vast te stellen dat bij Gryla ‘de riff’ centraal staat in diens zwartmetaal. De nog jonge Torbjørn Kirby Torbo, die Gryla in zijn eentje vormgeeft, vuurt de ene na de andere riff op je af waardoor er haast een continu crescendo ontstaat. Er lijkt dan ook een ontembare woede doorheen de ganse plaat te branden waarbij wrede, kolkende en snijdende riffs door met geweld hamerende en punkachtige drumpatronen voortgestuwd worden en de krijsvocalen branderig schreeuwen. De muziek klinkt zowel hooghartig als wild en ongetemperd, daar zal de jonge leeftijd van Torbo waarschijnlijk voor iets tussen zitten. Akkoorden schuren en stralen en brengen riffs aan de kook. De leadgitaar dartelt, draait en pulseert ecstatisch terwijl de riffs uitbundig stijgen en dalen. In het heftige “Imposer” duiken diepere vocalen op die met hun woest karakter een doodsmetalen trekje aan het nummer toevoegen, maar voorts is het rammen alsof het Gorgoroth in het kwadraat betreft.
Hoewel we enkel een gitaar, een basgitaar, een drumstel en een zanger aan het werk horen, is het veel en bij momenten een vermoeiende opgave om ons doorheen de shitload aan riffs te spartelen. Het ene moment steken we wild gillend onze vuist in de lucht, maar even later gaan we evenzeer kopje onder in het oververhitte gitaarspel. ’t Wordt na een tijdje ook wat te veel van hetzelfde en rust wordt je als luisteraar niet meteen gegund, hoewel een song als het triomfantelijke “Banners soaked in crimson essence” laat zien dat het wel binnen de mogelijkheden van Gryla ligt.
“The redeemer’s festering carcass” is zeker geen slechte plaat, maar de nummers zijn met een gemiddelde speelduur van zes à zeven minuten wat aan de lange kant. Een opvolger zou gebaat zijn met bondigere composities en iets meer dynamiek.
JOKKE: 72/100
Gryla – The redeemer’s festering carcass (Iron Bonehead Productions 2025)
1. The redeemer’s festering carcass pt 1
2. The redeemer’s festering carcass pt 2
3. Banners soaked in crimson essence
4. Imposer
5. Carnal beast
6. Spewing fecal abjurations
