Wanneer we eens nood hebben aan triomfantelijke, snelle black metal waarbij de epiek vooral in gitaren in plaats van synths verpakt zit halen we regelmatig ons cream blue exemplaar van “Monte verità” nog eens uit de platenkast, en ondertussen zit elke hook van die plaat stevig in ons geheugen gebeiteld. Vijf jaar later komt het duo Khaosgott en Fog, ons vooral bekend van de vroegere Nécropole-demo’s en recenter Frozen Graves, meteen terug met een nieuwe langspeler onder de naam Cénotaphe. De Fransen hebben hun demofase zo te zien definitief achter zich gelaten. Daar waar eerder werk als voornoemd album en de EP “Empyrée” zich thematisch duidelijk richting het transcendentale richtten, stormt Cénotaphe ditmaal tumultueus de metaforische berg af om zich te wentelen in alles wat mundaan, menselijk en smerig is. Het duümviraat ent zich op de chimera uit de Griekse mythologie om deze reis – niet van het idyllisch type – uit te beelden; het misvormd figuur met ledematen van meerdere dieren beeldt het al te menselijke uit: het najagen van dromen en utopieën die als een spiegel uiteenspatten vanaf we ze ook maar vederlicht aanraken.
Blikvangers zijn net zoals op vorig werk Khaosgotts doorleefde en bezeten screams die klinken alsof zijn stembanden het elk moment kunnen begeven en Fogs haast fanatieke gitaarlijnen waarmee we non-stop worden gegeseld en die samen met de evenzeer maniakale drums de ruggengraat vormen van wat zowel een triomfantelijke als nostalgisch aandoende plaat is. Fog houdt het tempo stelselmatig hoog (enkel “Le carnage des chimères” geeft, mede dankzij de koorzangen die Khaosgott opnieuw bovenhaalt, even broodnodige ademruimte) waardoor Cénotaphe dat ontegensprekelijk Franse geluid opgetrokken uit niet aflatende blastbeats en tremolo’s neerpoot dat ook bij projecten als Sühnopfer en Véhémence hoogtij viert. In het haast ontroerende sluitstuk van “L’île de rien”, met zijn acht minuten het langste nummer op “Chimères”, komt ook duidelijker naar voor dat er toch heel wat sfeerschepping door ondersteunende elektronica de plaat meedragen, maar ze eisen nergens elders zo duidelijk de spotlight op dan hier. Bij de eerste luisterbeurt zet Cénotaphe me echter op het verkeerde been: “L’île de rien” zou, naast een goeie albumtitel, met zijn hoog episch gehalte een perfecte afsluiter geweest zijn, maar Cénotaphe besliste er nog even de vierenhalf minuten durende uppercut “Dans la poix des barathres” achteraan te gooien. Een ietwat vreemde keuze in de tracklist naar mijn bescheiden mening, maar Cénotaphe is blijkbaar de gedachte toebedeeld dat going out with a bang de juiste manier is.
“Chimères” heeft met ongeveer drie kwartier ruwweg dezelfde speelduur als “Monte verità” maar telt een nummer minder. Gevolg: langer uitgesponnen nummers en iets langer uitgerekte riffs. Waar “Monte verità” in z’n dwingendheid en urgentie iets impulsiefs meedroeg lijkt “Chimères” meer doordacht te zijn – misschien omdat ze er ditmaal ook vijf jaar voor uitrokken. Het levert een plaat op die iets diepgaander en majestueuzer maar minder spontaan overkomt, wat waarschijnlijk meteen dé reden is dat “Monte verità” me destijds vanaf opener “Myosis” meteen als een morfinejunkie aan het infuus had hangen en dat “Chimères” me niet vanaf de eerste noten van “Sempiternel retour” van mijn sokken blies. Na herhaald luisteren klikt de plaat uiteindelijk meer en meer en laat Cénotaphe zien zich het spanningsveld tussen agressie en melodie meester gemaakt te hebben – dat beide vorige releases het tot hun respectievelijke jaarlijsten schopten wil ook al wat zeggen over de kwaliteit die de Fransozen te bieden hebben. Het feit dat de productie opnieuw heel wat punch meekreeg zorgt ervoor dat “Chimères” vooral tot zijn recht komt op goeie speakers op standje elf tegenover een koptelefoon, en nadat de laatste tonen van “Dans la poix des barathres” zijn weggestorven ziet je woonkamer eruit alsof er effectief zo’n mythisch wezen in heeft rondgestampt.
CAS: 84/100
Cénotaphe – Chimères (Nuclear War Now! Productions/Ancien Culte 2025)
1. Sempiternel retour
2. Titans
3. Netiscence
4. Sous les fourches manichéennes
5. Le carnage des chimères
6. L’île de rien
7. Dans la poix des barathres
