Het uit Olympia, Washington afkomstige Fauna werd opgericht als tegengif voor de vervreemding van de moderne menselijke geest en wijdde zich aan het cultiveren van verloren kanalen van de menselijke conditie. In het kielzog van Wolves In The Throne Room groeide de band uit tot een integraal en inspirerend onderdeel van de sonische revolutie die bekendstaat als Cascadian black metal. Vergeleken met de wolvenbroers Aaron en Nathan Weaver zijn de heerschappen Vines en Echtra van Fauna nóg grotere boomknuffelaars. Fauna werd opgericht uit een spirituele drang om sjamanisme en atavisme – het heropduiken van eigenschappen waarvan gedacht werd dat ze verloren waren gegaan in menselijke biologie en cultuur – te verkennen, en tot uiting te laten komen middels een potje beklijvende atmosferische blackmetalfurie. Met hun muziek willen ze de hedendaagse geest losschudden en luisteraars terugbrengen naar een primitiever en vrijer bestaan. Ik zag deze blackmetalsjamanen ooit een magistrale set spelen op Roadburn die me helemaal meezoog in hun spirituele verhaal; wat moet dat niet zijn als je Fauna in de vochtige, uitgestrekte wouden van hun thuisbasis in het Pacifische Noordwesten van Cascadia live aan het werk kunt zien.

Fauna’s debuutalbum “Rain” (2006) vertelde het verhaal van het evolutionaire pad van Homo sapiens en onze strijd om te overleven in de moderne wereld en dat middels twee kolossale tracks van 35 en 27 minuten speeltijd. Opvolger “The hunt” uit 2007 verkende een volgende fase in dat menselijke traject door de lens van een mythische jacht, vormgegeven in één monolitisch nummer van maar liefst 80 (!) minuten. Vijf jaar later volgde “Avifauna“, een titel die hulde bracht aan vogels en de spirituele betekenis die deze gevleugelde verwanten bieden. Naast twee interludes, wederom drie monumentale tracks van meer dan 20 minuten en een sound die wat minder ruw uitpakte dan de twee eerste platen. En dan volgde stilte, een lange stilte, tot nu…dertien jaar later “Ochre & ash” ons bereikt.

Met “Ochre & ash” keren de Cascadian blackmetalsjamanen terug naar hun wortels en die liggen letterlijk in de aarde. Oker en as, de ingrediënten waarmee onze voorouders 60.000 jaar geleden al handen en dieren op rotswanden schilderden, worden hier het kleurpalet voor een sjamanistische onderwereldtocht. De hoes – een beeld uit de Argentijnse Cueva de las Manos – maakt meteen duidelijk dat het deze keer niet om louter muziek gaat, maar om een ritueel, beetje een vergelijkbare aanpak als wat Arkhaaik op diens meest recente langspeler “Uihtis” liet horen.

Op papier lijkt “Ochre & ash” een conventioneel album met zes tracks, maar wie luistert merkt al snel dat het één langgerekte compositie is, onderverdeeld in drie hoofdstukken met telkens een ambientintroductie van zo’n vijf minuten. In het geval van “Mockery” is er ook plaats voor wat akoestisch kampvuurgetokkel, maar het akoestisch aandeel ligt heel wat lager vergeleken met voorganger “Avifauna“. Het traject volgt een klassieke sjamanistische cyclus: voorbereiding en sterven, afdaling naar het rijk beneden, en een pijnlijke wedergeboorte in een moeras van Zijn.

Muzikaal is het een logische, maar ook radicale stap na “Avifauna“. Fauna heeft het tempo nog verder laten zakken en bouwt meer ruimte in voor trance en ambient, zonder echter hun blackmetalkern te verliezen. Je moet er alleen soms wat langer op wachten. Zo mondt “Labyrinths” pas na meer dan tien minuten in een blackmetalfurie uit. De gitaren klinken minder als riffs en meer als pulserende, meanderende en gelaagde stromingen terwijl de drums eerder een hartslag aangeven dan repetitieve tranceopwekkende blastpatronen te produceren. Vooral het tweede deel van “Labyrinths“, dat de afdaling naar de onderwereld verbeeldt, is intens: dissonante gitaarlagen kruipen over elkaar heen, er klinkt percussie die aan botten en stenen doet denken, en de stemmen lijken geesten op te roepen. De slotscène voelt dan weer als het eerste licht na een lange nacht, maar ook daar blijft een sluier van ongemak hangen.

De sporadische screams en heldere gezangen lijken uit een andere tijd te komen, een echo van iets dat ouder is dan taal. Naarmate de plaat vordert, worden de drie kerntracks niet alleen langer, maar ook rijker en sterker met de 23 minuten durende afsluiter “Eternal return“, dat ook heel wat doomy passages kent, als hoogtepunt. Het album vraagt een volledige overgave van de luisteraar. Op de achtergrond laten spelen werkt niet, dit is muziek om in te verdwijnen wanneer de stilte na een hectische dag in huis is teruggekeerd (lees: als vrouwlief en de kinderen naar de binnenkant van hun ogen aan het staren zijn).

Fauna was altijd al meer dan een band. “Ochre & ash” bewijst dat opnieuw: het is geen verzameling songs, maar een intuïtief aanvoelend sjamanistisch ritueel in albumvorm dat je naar een archaïsche toestand wil terugbrengen. De ietwat muffe sound die de nodige details doet verzuipen, is een kleine domper op de feestvreugde en sommige passages durven de vaart er al eens wat uithalen, maar wie de moeite neemt om aandachtig te luisteren, vindt hier een van de meest bezielde en authentieke manifestaties van Cascadian black metal in jaren.

JOKKE: 82/100

Fauna – Ochre & ash (Prophecy Productions 2025)
1. A conjuring
2. Nature & madness
3. Femoral sun
4. Labyrinths
5. Mockery
6. Eternal return