Van de veertiende tot de negentiende eeuw werd Europa veelvuldig geteisterd door de pest. De ziekte die veroorzaakt wordt door de yersinia pestis bacterie nam verscheidene keren zelfs een pandemisch karakter aan. Zo stierf naar schatting één derde van de Europese bevolking tussen 1347 en 1351 aan de gevolgen van de Zwarte Dood. Deze vuile ziekte heeft doorheen de geschiedenis vele kunstenaars geïnspireerd (denk maar aan Gustave Doré of Theodor Kittelsen) en meer recent was dit smerig verschijnsel natuurlijk ook de ideale voedingsbodem voor menig black metal band. Het Canadese Délétère is één van die acts die inspiratie haalt uit de Zwarte Dood getuige hun “Les heures de la peste” album uit 2015 en de “Per aspera ad pestilentiam” EP van vorig jaar. Op het kakelverse “De horae leprae” is dat – u raade het al – niet anders. Ook menig aan deze epidemie gelinkt ongedierte zoals wormen en duizendpoten (zelfs in het bandlogo is er één terug te vinden) komen in het meer dan één uur durende lugubere verhaal aan bod.

Wat meteen opvalt wanneer opener “Teredinis lepra” uit de boxen schalt is de uitstekende productie die in schril contrast staat met de vele lo-fi bands in het genre en de grimmige demo’s van de band zelf. Wat ook meteen duidelijk wordt, is dat het Oekraïense Drudkh hoog aangeschreven staat bij het duo Atheos (gitaar en bas) en Thorleïf (zang, drums en keyboards) want die typische Oost-Europese melancholie en dat inherente triomfantelijk gevoel zitten ook diepgeworteld in de muziek van Délétère. Keyboard- en orgeltoetsen zorgen volcontinu voor extra episch gevoel, hoewel de gitaarriffs ook reeds een vette portie melodie en atmosfeer creëren. In een nummer als “Barathra I” wordt het echter al snel iets te dansbaar en daar heb ik de pest aan jongens. Dikwijls lopen lagere en hogere ‘suicidal’ screams synchroon samen en op tijd en stond passeren er cleane gezangen met een een sacraal randje. De krachtige ritmesectie legt het tempo doorgaans hoog maar minpunt is dat er niet zo bijzonder veel afwisseling tussen de nummers onderling is, en een uur daardoor lang duurt. Na enkele luisterbeurten springen het van een catchy melodielijn voorziene “Sagina caedendis” en het met cleane zangkoren opgesmukte “Ichthus os tremoris” er wel bovenuit.

Als je puur venijn, vitriool en agressie zoekt in je black metal, laat Délétère je deels op je honger zitten. Is melodieuze black met glorieuze insteek echter je ding, dan zal je je hier absoluut geen pestbuil aan vallen.

JOKKE: 79/100

Délétère – De horae leprae (Sepulchral Productions 2018)
1. Cantus I – Teredinis lepra
2. Cantus II – Sagina caedendis
3. Cantus III – Ichthus os tremoris
4. Cantus IV – Inopia et morbo
5. Cantus V – Figura dysphila
6. Cantus VI – Barathra I
7. Cantus VII – Barathra II
8. Cantus VIII – Atrum lilium
9. Cantus IX – Oratio magna