MJWW ofte Kobold is een man die al heel wat blackmetalpaden bewandeld heeft in zijn leven. Wederganger, Bezwering, Mondvolland en Gevlerkt zijn maar enkele voorbeelden. Nog niet zo gek lang geleden begon het echter te kriebelen om échte black metal te creëren zoals MJWW die zelf graag hoort. Het (bevreemdende) resultaat is Erscheinung dat in sneltempo vier releases op ons afvuurde. Alsof dat nog niet genoeg is, werd ook Tannenbart in het leven geroepen om ’s mans honger naar pagan black te stillen. We laten MJWW aan het woord om wat meer inzicht te geven in beide muzikale creaties. (JOKKE)

Erscheinung blijkt geen project te zijn waar je al lange tijd mee rondliep, maar eerder een spontane totstandkoming. Wat was de katalysator voor de start van Erscheinung?
Je waarneming is juist. Ondanks dat een deel van de klanken en ideeën al jaren op de plank lag, is daar soms ineens een impuls waardoor alles op zijn plek valt, zoals het afgelopen najaar. Ik begon het simpelweg weer te missen. Niet alleen het zelf creëren, maar ook deze vorm van black metal te kunnen horen. Een periode van blackmetaltoerisme en “het genre opnieuw uitvinden” is mijns inziens ironisch genoeg in een impasse uitgemond. Die mensen trekken weer verder, dus laten wij ons weer bezig gaan houden met black metal.
Ondanks het feit dat de teksten van Erscheining in het Nederlands geschreven zijn en het inhoudelijke concept gebaseerd is op onderwerpen uit saga’s van de Lage Landen, koos je voor een Duitstalige bandnaam. Vanwaar juist die keuze voor de naam Erscheinung en niet voor de Nederlandse versie Verschijning?
Soms dekt een woord, los vanuit welke taal het komt, beter de lading dan een ander woord.
“Verschijning” is eerder een letterlijke vertaling, maar dat vangt voor mij niet het gevoel bij een
geestverschijning in het Duitse equivalent “Erscheinung” – dit is de perfecte beeltenis in een woord gevangen. “Gestalte” is het woord dat wij daarvoor hebben, maar die naam is reeds ingenomen.
Als eerste release werd de tape “Introductie in de Laaglandse mysteriën” uitgebracht. Hoewel op je Bandcamp de slogan “True Gueldrian folklore” prijkt, behandelen je teksten onderwerpen die verder gaan dan de provincie Gelderland, niet? Zo verwijst opener “Hémänneken” naar een spookfiguur en
kwelgeest uit de provincie Overijssel, met het Aamsveen in de buurt van Enschede in het bijzonder. Hij verscheen als blauw vuur boven moerassen en riep herhaaldelijk “Hey“. Degenen die zijn oproep beantwoordden, werden achtervolgd door dwaallichtjes, die dan op het slachtoffer sprongen en hem
zwaarder maakten. Er wordt gezegd dat degenen die een mes met broodkruimels droegen, met rust zouden worden gelaten.
Het “True Gueldrian Folklore” banier betekent voor mij meer dan enkel de plek waar een verhaal is opgetekend. Vooropgesteld: primaire bronnen van deze volksverhalen zijn vrij schaars. De bekendere bundels die erover zijn verschenen (Van de Wall Perné, Sinninghe, Van der Ven, Ter Laan, Gazenbeek et al.) zijn gebaseerd op mondelinge overleveringen (opgetekend in de eerste helft van de 20 ste eeuw) of korte anekdotes, hoofdzakelijk uit begin 19 de eeuw. Het verhaal bestond toen echter mogelijk al eeuwen. Maar als iemand het verhaal vertelde in bijvoorbeeld Lochem, dan kwam vanaf dat moment (op schrift) het verhaal daar vandaan. Dat wil echter niet zeggen dat in het volgende dorp of aan de andere kant van de streek zo’n vertelling niet bekend was.
Ik geloof meer in archetypen; verhalen in verschillende lokale jasjes maar met een
gemeenschappelijke bron. Het uiterlijk en de invulling kan anders zijn, maar de geografische overlap is niet te ontkennen. Talloze overeenkomsten die zowel regionale als nationale grenzen overschrijden bevestigen dit beeld. Neem dwaallichten, Vuurmannen, Wodans Wilde Jacht. Ook het Hémänneken in zijn gedaante van kwellende blauwe gloed is een sterk voorbeeld, wat sterke overeenkomsten heeft met dwaallichtjes. Een ander belangrijk voorbeeld is de voorzijde van de debuut EP, wat een Wildeman is.

Diverse studies zijn hiernaar uitgevoerd, maar voor veel lokale sagen is de oorsprong nooit onderzocht en zal deze nooit teruggevonden worden. Dat brengt juist weer een mystieke zweem die de perfecte voedingsbodem vormt voor rurale black metal.
Zijn dit lokale folkloristische verhalen die je nog kent uit je kindertijd of ben je specifiek op zoek gegaan naar legendes en saga’s om mee te werken?
De sfeer van deze verhalen heeft me vanaf een bepaalde jonge leeftijd gegrepen en nooit meer
losgelaten. Maar ik zal liegen als ik zeg dat mijn generatie of die daarvoor dit nog in hun jeugd mee
kreeg.
Worden deze verhalen de dag van vandaag nog op één of andere manier doorgegeven aan de jongere generaties?
Als ze mijn muziek beleven wel.
De teloorgang van oude mythes en folkverhalen roept volgens jou een parallel op met de demystifcatie van black metal, voornamelijk door social media. Het “Stop the Madness” logo op het begeleidend schrijven bij de cd, verwijst in dit geval dan ook niet naar drugs maar naar Facebook en Instagram. Ik deel je mening ergens wel dat ik geen nood heb aan foto’s van blackmetalmuzikanten in de gym of een restaurant, hoewel het kleinere bands wel kan helpen bij het voeren van promotie, niet?
Dat laatste spreek ik zeker niet tegen. Ik heb alleen het idee dat het voor een deel van het publiek en de media enkel nog draait om wat reeds de “talk of the town” is. Alles lijkt alleen nog maar gevoed door wat er zich op sociale media afspeelt. Uitgave X van label Y die iedereen moet luisteren. Een soort dagschotel die je wordt voorgehouden. Al die albums zijn direct “Album of the Year”, een “meesterwerk”, en andere aan een extreme vorm van inflatie onderhevige superlatieven.
En de voorbeelden die je verder aandraagt; alles wat niets met de muziek zelf te maken heeft, ervaar ik al overbodig tot zelfs destructief voor de sfeer, de muziek, de kunst. Ik (en dat is persoonlijk, natuurlijk) wil vaak niet eens weten wie er exact achter een werkelijk geniale uitgave zit, laat staan dat ik diens huisdier hoef te zien, lievelingskleur hoef te weten, weten waar hij of zij heeft gegeten, wat gedronken, enzovoorts.
Het is mooi dat er een soort parallel, ondergronds universum bestaat. Er is kwalitatief hoogstaande
black metal die die fratsen niet nodig heeft. Muziek die je niet eenvoudig vindt, maar er enkel is voor diegenen die er moeite voor willen doen. Natuurlijk: iedereen moet vooral doen waarvan hij denkt dat het goed is. Wat ik duidelijk wil maken is dat er meer black metal (of andere interessante genres) bestaat dan de uitgaven die je tijdlijn vullen. Het bewerkte “Stop the Madness” logo is een statement daarvoor, hetzij met een knipoog.
Kan je iets dieper ingaan op het verhaal achter de twee andere tracks “Moerasstaar” en “Het
dodenros”?
Zonder te veel te willen demystificeren: beide zijn (vanzelfsprekend) vertellingen van weleer, waar de staar uit het moeras refereert aan het lonkende licht boven een poel. Vandaar ook de vervormde, gesproken woord mantra (“You will do absolutely nothing, but listen to my voice, and watch the light…” et cetera). Het nummer is een bezwering, een hypnose, zoals de eenzame wandelaar op een pad werd verleid om zichzelf over te geven aan het Kwade. Het dodenros (paard) is een van die hiervoor genoemde archetypen, in dit geval een Twentse verschijning.
Op de inlay van de J-card staat een stukje oude tekst dat handelt over de ziel van een gestorvene die in diervorm terugkeert. Katten, hazen e.d. die over de weg lopen, zouden ongeluk betekenen, daar het niet het dier is dat de mens ontmoet, maar de ziel van een gestorvene. Ben je zelf bijgelovig en geloof je in één of andere vorm van reïncarnatie of stopt het leven volledig met de dood?
Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat ik door opvoeding en de wereld waarin ik dagelijks meedraai nagenoeg onmogelijk nog zoiets zou kunnen ervaren. Soms zou ik bijna willen dat het wel kon. Deze verhalen brengen echter een belangrijke sfeer voor mij die het moderne leven in toenemende mate mist. Vandaar mijn fascinatie ervoor. Erscheinung (mijn beeld van black metal) dient de wereld te ontmenselijken. En daar dragen niet alleen de klanken, maar ook alle beelden en begeleidend schrijven aan bij.

In de J-card van de tape zien we tevens een oude kaart van de omgeving van Arnhem evenals een maquette of foto van de stad zelf. Uit welke periode dateren deze en is dit de regio waar je momenteel woont of opgegroeid bent? Zou je ooit elders kunnen aarden?
Ik heb, op een kort intermezzo na, mijn hele leven tot dusver gesleten in en rond die stad. Op de toekomst heb ik geen grip. De kaart is een vroeg 17de eeuwse van een toen bekend cartograaf. Het vangt exact de sfeer van de verhalen zoals Erscheinung ze tracht te presenteren; geen majestueuze, groteske of “mooie” natuur maar desolate vlaktes, kaal, nat, vies en onherbergzaam. Onveilig. Een geestig detail op de kaart is hoe een van de uitgestrekte stuifzandgebieden is aangegeven: “allemaal
sandt” – En juist daar, in dat volledige niks waardoorheen mensen wel van A naar B moesten reizen, ontstonden veel van die volksvertellingen.
Ik ben nog maar 1 keer in Arnhem geweest en dat was voor Aurora Infernalis. Toen had ik echter niet veel tijd om de stad zelf te verkennen. Wat zijn de aanraders op vlak van historische trekpleisters of plaatsen die relevant zijn voor Erscheinung’s nummers?
Arnhem zelf kun je in dat kader overslaan. Een stad heeft natuurlijk hier en daar nog wel fysieke
sporen uit vervlogen tijden, maar zelfs op die plekken die bekend staan als “historische stad” of in kastelen is 90% van wat je ziet namaak; herbouwd voor toeristen. Erscheinung houdt zich bovendien op in het Hinterland.
Ook de Veluwe is om één of andere reden nog onbekend terrein voor mij. Aan deze overwegend beboste landstreek in de Nederlandse provincie Gelderland lijkt echter langs vele kanten geknabbeld te worden door ontbossing en de overheersdrift van het urbane over het rurale. Is het zo erg gesteld?
Dat is het volgende hoofdstuk op de vorige vraag. An sich wordt de natuur wel met rust gelaten, maar ook daar is alles in een keurslijf geperst. Ik weet niet hoe het in Vlaanderen is, maar in Nederland is elke vierkante centimeter “bestemd”, dus ook in de natuur gelden regels. Je moet echt de juiste plekjes kennen en tijden hanteren om niet te verzanden in filewandelen tussen kinderwagens en het ontwijken van mountainbikers. Nederlandse natuur is verre van een vluchtoord, zeker vergeleken met
bijvoorbeeld onze oosterburen, Scandinavië of de buitengebieden in andere werelddelen. Maar
misschien daarom bij uitstek de plek voor haatvolle black metal.
Op 25 maart verschenen simultaan twee nieuwe releases: de “Spokerij I” EP en de full-length “Gelderse nachtsagen”. Vanwaar de keuze om voor twee afzonderlijke releases te gaan, daar deze qua speelduur perfect één langere plaat hadden kunnen opleveren?
Een uitgave is voor mij een integraal (kunst)werk dat op zichzelf staat. In dit geval betreft “Gelderse
nachtsagen” een soort samenvatting van ouder werk waarvan een deel niet eens opnieuw is
opgenomen (het openingsnummer is opgenomen in 2017), terwijl de “Spokerij I” EP een heel andere en integrale, korte sessie betreft. Deze spontane uiting heb ik bovendien pas opgenomen toen het album al naar de drukker was dus ook praktisch was het niet mogelijk. Persoonlijk vind ik het album alweer achterhaald en enigszins onsamenhangend. Het nieuwe werk gaat veel meer de richting van de EP op, met uitzondering van de meest recente tape “Todesriten“.
Welk folkloristisch tafereel zien we op de cover van “Gelderse nachtsagen”?
Dit is een bewerking van een oude, bestaande tekening, waarvan enkele details over de herkomst en andere uitleg zijn verstopt in het boekje.

In het boekje staat bij elk nummer een korte beschrijving van de betekenis erachter. Waarom niet de volledige tekst meegeven?
Dat is om meerdere redenen. Enerzijds vind ik dat je niet te veel moet weggeven. Er zijn artiesten, ook in de black metal, waarvan de teksten zo sterk zijn dat het zonde zou zijn om ze niet te plaatsen. Maar dan draagt het bij aan de sfeer. Niet om af te doen aan mijn eigen schrijfkwaliteiten, maar ik kies er bewust voor om niet alle tekst te delen met de luisteraars. Alle overige begeleiding, beelden en klanken, zijn zeer bewust gekozen en zijn de sfeermakers zoals ik ze heb bedoeld. Dus ook alles wat ‘mist’, is bewust weggelaten. Een andere reden is het feit dat veel van de vocalen spontane klanken
betreft; er is dus simpelweg geen tekst voor die nummers. Ik laat in het midden welke dat zijn.
Sommige passages muziek doen me wat aan Gevlerkt denken, een project dat je samen met zanger Botmuyl had lopen. Na 1 EP en 1 langspeler werd dit project echter begraven. Wat was de reden voor het kortstondige bestaan van Gevlerkt en heb je voor Erscheinung muzikale ideeën gebruikt die nog op de plank lagen en voor deze band bestemd waren?
Zowel bij Mondvolland, Wederganger als Gevlerkt waren deze redenen uiteenlopend. Wat ik kan zeggen is dat een artistieke zelfdoding of wedergeboorte soms het enige juiste pad is om te volgen. Na een hoogtepunt is het mooi geweest. Kill your darlings.
De muziek van de afsluiter van de “Spokerij I” EP (“Ulkenpottenrammer“) was eigenlijk bedoeld voor een opvolger van de Gevlerkt plaat. De afsluiter van het album (“Ronnekemère“, over de Wilde Jacht) was een oud idee voor het tweede Wederganger album dat ik dan weer als eerste nummer voor Erscheinung verder heb uitgewerkt. Gezien deze voorgeschiedenis is het dan ook een eer dat Alfschijn in is gaan op mijn verzoek om een deel van de zang te verzorgen. Oude tijden kunnen soms tijdelijk worden herleefd – in de breedste zin van het woord. Hetzelfde geldt overigens voor mijn vriend
Bottenkoning uit Mondvolland, die de intro voor “Spokerij I” heeft geschreven en opgenomen. Ik vroeg hem, en na een nacht of twee was dit het resultaat.
Voor “Lelijke keerel” en “De verkeerde hoek” werden video’s opgenomen die met een analoge 8mm camera werden geschoten. Deze hebben een groot “The blair witch project” gehalte. Je muziek zou ook goed bij een horrorfilm passen. Voor welke film zou je graag eens een soundtrack schrijven?
Dank voor het compliment. Overigens heb ik ook een zelfde video gemaakt voor een lied van
Tannenbart. Interessante insteek, maar aangezien ik geen filmkenner ben kan ik je vraag niet beantwoorden.
Erscheinung releases worden door New Era Productions uitgebracht maar blijkbaar ook door Katuil. Is dat je eigen label en wat zijn de plannen hiermee?
Katuil Producties (katuil.wordpress.com) is een manier om, zonder andere belangen en derde
partijen, te doen wat ik wil, en om mijn visie op black metal te uiten. Zij die geïnteresseerd zijn in mijn muziek kunnen die webpagina in de gaten houden, want daar breng ik speciale, handgemaakte uitgaves uit in kleine opgaves, die niet via de reguliere distro’s te krijgen zijn. Dat loopt vooralsnog niet hard, maar ik merk wel dat liefhebbers het weten te vinden. En dat is ook prima zo, want ik heb geen ambitie om te groeien. Het blijven kleine oplages voor een select publiek. Er zit overigens een aantal interessante samenzweringen aan te komen in de toekomst, die deels via Katuil uit het moeras getrokken zullen worden.
Behalve Erscheinung heb je recent ook werk uitgebracht met Tannenbart. Daar waar je voor Erscheinung inspiratie lijkt te vinden bij Darkthrone, eert dit project eerder namen als Isengard, Storm, Grimm en Bergthron. Wat is de betekenis van de bandnaam?
Tannenbart of “Dennenbaard” is een type korstmos dat boven een bepaalde hoogte groeit. Dit mos werd tevens gebruikt om (in bepaalde afgelegen Europese streken) jonge mannen in te hullen tijdens de Midwinterperiode, die dan razend als wilde mannen door hun dorp trokken met bellen, schellen en hoorns; een van de oudste en meest verspreide inwijdingsarchetypen bij de Indo-Europeaansevolkeren (algemeen bekend als Wilde Jacht). Dit gebruik is op ontelbare plekken terug te vinden, ook nog in het niet zo verre verleden van de meest afgelegen streken in de Lage Landen.
Welke verdere plannen heb je nog met dit project?
De demo (tape is allang uitverkocht) komt te zijner tijd ook op 10” uit bij New Era. Daarnaast zit er nog een split aan te komen met een ander project dat bij Heidens Hart het levenslicht zal zien. Een langetermijnplanning is er niet, maar er is een groot tekort aan echte traditionele pagan metal in de Lage Landen. Aan het begin van de 00s hadden we het reeds genoemde Grimm, maar ook het eerste Heidevolk album, Wapenspraak & Drinkgelag, Garmenhord en – zeker niet te vergeten – Mordaehoth, om wat voor mij persoonlijk belangrijke namen en titels te noemen. Het is (onbegrijpelijk genoeg) een
beetje een vergeten stroming geworden.
Ook hier is er tekstueel een grote focus op Gelderland lijkt me. Eigenlijk is dat min of meer het geval in zo wat elke band of project waar je deel van uitmaakt(e) zoals :Nodfyr:, Bezwering, Wederganger, en Mondvolland. Geraakt de bron aan lokale verhalen niet stilaan uitgeput?
Tja, is de duisternis (satan, de duivel, het onbekende, (on)doden) ook niet allang uitgeput? Ik denk niet dat je je daar druk om hoeft te maken. Zolang er manieren zijn om een sfeer neer te zetten die werkt voor jezelf en voor anderen, dan kunnen de nare volksverhalen en regionale folklore daar altijd een inspiratie voor blijven. Ware black metal is een integraal kunstwerk waarbij niet alleen de sound bepalend is, maar ook alles wat erachter zit. Als het me te doen was om nieuwigheid, dan ging ik wel “geëngageerde”, “relevante” of “volwassen” “black” metal maken over politiek, pastelkleuren of geometrie. Ik voel me prima op de plek waar Erscheinung zich bevindt; ver weg verscholen in een al eeuwen bezongen duister woud.
God, wat is deze man zijn muziek toch tergend saai…