De derde plaat van een band wordt beschouwd als een cruciaal moment waarop de toekomst en het langdurige ‘succes’ vaak worden bepaald. Het is een balans tussen het verkennen van nieuwe ideeën en het behouden van de kern waar liefhebbers van zijn gaan houden, wat gepaard gaat met hoge verwachtingen en verschillende externe en interne drukpunten. Het Belgische Ars Veneficium heeft met diens derde full-length “The lurking shadow of death” in elk geval het oude werk op alle vlakken weten overtreffen. Het werd dan ook maar eens hoog tijd om het duo S. en Ronarg aan het woord te laten. (JOKKE)

Bandfoto’s door Carved in Bones (Heike de Nil)

Dag heren, “The lurking shadow of death” is jullie beste werk tot op heden. Zijn jullie op een andere manier te werk gegaan voor dit nieuwe duivelse opus?
S.: Bedankt voor de positieve feedback op onze nieuwe plaat. De schrijfwijze is al twaalf jaar hetzelfde waarbij Ronarg en ikzelf elkaar aanvullen. Ronarg begint met de basiscomposities en schrijft deze zo goed als volledig uit en stuurt ze vervolgens naar mij zodat ik alle tabs en riffs kan doorlezen. Vervolgens voeg ik extra ideeën toe zoals de structuur en plaatsing van bepaalde riffs, de verschillende basnoten die je hier en daar hoort doorkomen of de extra aandacht op de drumpartijen. Die laatste werden door Flo Musil naar een hoger niveau gebracht. Al bij al wordt de instrumentale kant volledig door Ronarg geschreven en zet ik de puntjes op de i. Daarnaast schrijf ik alle teksten en zanglijnen uit.

Ons opnameproces is bij deze plaat wel veranderd. Bij de vorige platen lieten we onze live muzikanten (die we als full members zagen) mee opnemen, maar tijdens corona (vlak na de release van “Usurpation of the seven”) besloten we voor de volgende albums alles zelf te doen vermits wij ook alle muziek en teksten schrijven.

Ronarg, jij houdt er naast Ars Veneficium nog nevenactiviteiten op na met o.a. Bloedmaan, Antzaat en Ronarg, drie bands waar nog niet zo gek lang geleden ook releases van uitkwamen. Verloopt het componeerproces bij jou band per band of loopt het soms ook wat door mekaar? Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat de nieuwe nummers ook wel wat Antzaat-vibes in zich hebben.
Ronarg: Ik heb geen idee eigenlijk. Alles verloopt vrij chaotisch. Het plan was om telkens een album voor Antzaat af te wisselen met Ars Veneficium, maar door omstandigheden en een serieuze writer’s block is dat dus niet gelukt. Des te meer structuur ik in het schrijfproces probeer te brengen, des te minder het lukt. Ik neem het nu gewoon zoals het komt. Soms is er inspiratie, soms duurt het wel weer even, en dat is ok, dan doe ik andere dingen, zoals schilderen bijvoorbeeld. Ik probeer wel telkens een volledig album af werken om het overzicht over de nummers te behouden.

De nieuwe plaat was echter een pak moeilijker om te schrijven omdat ik minder de nood had om naar referenties te grijpen en echt iets anders wou doen.  En ik denk dat we in dit album wel iets hebben aangekaart dat we nog verder kunnen uitspitten. Of er een gelijkenis is met Antzaat weet ik niet. Anderen vertellen me dat de riffs heel gelijkaardig zijn aan die van Bloedmaan. Ergens is dat wel heel logisch aangezien er toch wel overlap is, maar voor mij zijn alle projecten vrij duidelijk van elkaar gescheiden.

Jullie gaven aan dat Ars Veneficium eigenlijk een duo is waarbij jullie je grotendeels laten omringen door sessiemuzikanten. Vanwaar deze modus operandi?
S.: Klopt, mijn vorige bands waar ik tijdens mijn tienerjaren in speelde belandden steeds op een dood spoor aangezien alle leden iets anders wilden wat altijd voor complicaties en frustraties zorgde. Ronarg, Sorath en ikzelf richtten Ars Veneficium op, maar toen Sorath na de EP stopte, besloten we als duo verder te gaan.

Voor “The lurking shadow of death” werkten jullie met de Oostenrijkse slagwerker Flo Musil (o.a. Agrypnie en Theotoxin). Hoe zijn jullie bij hem beland? Was hij nodig om Ars Veneficium naar een hoger niveau te tillen? Zal hij ook live de drumvellen geselen?
S.: We werden in 2018 of 2019 door Chris Marrok (Anomalie, Antikvlt en Harakiri for the Sky) aan elkaar voorgesteld op Kaltenbach Open Air in Oostenrijk waar Chris de P.A. voor een van zijn bands deed en ik de officiële festival merchandiser was voor Harakiri for the Sky. We zijn toen aan de praat geraakt en vervolgens contact blijven houden via sociale media. Toen we zoals gezegd tijdens corona besloten hadden voortaan alles zelf te doen zonder inbreng van onze live muzikanten was Flo mijn eerste keuze wegens zijn sublieme werk in bovengenoemde bands en de drum covers die hij op sociale media post. Ik wist op voorhand dat wij iemand als Flo nodig hadden om een professioneel product af te leveren en ik denk dat wij hier wel in geslaagd zijn. Helaas zal Flo ons wegens zijn eigen drukke schema niet als live drummer vervoegen.

De nieuwe plaat bevat twee gastbijdragen. Nornagest van Enthroned lijkt me een evidente te zijn maar hoe kwamen jullie bij Anders Strokirk van Necrophobic terecht?
S.: Ik ken Nornagest al van voor de tijd van Ars Veneficium via het concertcircuit. Naarmate de jaren verstreken bleken we veel gemeenschappelijke vrienden te hebben zoals Sorath (ex-drummer) en Bokke (R.I.P.). We kregen geleidelijk aan ook meer en meer persoonlijk contact buiten de festivalontmoetingen.

Net zoals op onze vorige plaat had ik het idee om één nummer in het Vlaams in te zingen in combinatie met een andere taal. Aangezien het ons tiende jubileum was toen ik het idee voor dit nummer had en het ons derde studioalbum werd, vond ik het wel toepasselijk om een Vlaams/Waals nummer te maken om zo toch een ode aan eigen bodem te geven.

De keuze om iemand van Enthroned als gastzanger te vragen werd snel duidelijk aangezien de band in mijn tienerjaren een grote impact op mij had met platen als “Prophecies of pagan fire”, “Towards the skullthrone of Satan” en hun EP “Regie Sathanas – A tribute to Cernunnos”. Vandaar dus deze keuze: vriendschap, Belgische roots representeren en het respect naar één van de grondleggers van black metal in onze Belgische scene.

Anders Strokirk was voor mij eveneens een voor de hand liggende keuze. Na het horen van de openingsriff in de demoversie van “My tomb under the stars”, kwam Necrophobic als eerste in mijn gedachten op. Die Zweedse melodieuze vibe in die eerste riff ligt er zo dik op en hoor je ook wel vaker terug bij Necrophobic. Hoewel Ronarg niet zo bekend is met hun muziek vond ik dit des te meer toepasselijk voor een gastbijdrage.

Voor de connectie tussen Necrophobic en mezelf moet ik wederom Chris Marrok bedanken die hun manager doorspeelde naar mijn merch stand op Metaldays 2022 voor een samenwerking tussen de band en mezelf als festival merchandiser. De vraag om gastzanger te zijn was snel gemaakt en daarnaast werk ik graag samen met mensen die ik op persoonlijk en muzikaal vlak respecteer.

Voor “Eye to eye with the Devil” namen jullie een videoclip op waarbij er heel wat liters bloed aan te pas kwamen. Verlopen zulke opnames in pure ernst of mogen de lachspieren ook al eens losgaan?
S.: Ja klopt, er vloog toch een drie- tot vijftal liter vers varkensbloed over ons heen. Tijdens de opbouw was alles serieus zodat iedereen wist wat hij moest doen, maar eenmaal de individuele opnames begonnen, zat de rest lekker buiten in het zonnetje met een Stella’tje erbij. Er werden ook verschillende behind the scenes met grappige taferelen opgenomen die op onze sociale media werden gepost, dus je kan wel zeggen dat het een inspannende dag was met genoeg ontspanning, grapjes en glimlachen.

Ronarg: We nemen het vrij serieus als we iets moeten aanleveren en moeten optreden. Maar daarbuiten hangt er een losse sfeer. Alles heeft zijn tijd en plaats zou ik zeggen.

Nornagest horen we op “De glorie van dood” enkele Franstalige zangregels toevoegen terwijl de rest van de tekst in het Nederlands wordt vertolkt. Een geslaagde keuze me dunkt! Zien jullie veel kruisbestuivingen en interactie tussen black metal bands aan beide zijden van de taalgrens of zien jullie beide “scenes” eerder nog los van mekaar ageren?
S.: Persoonlijk zie ik geen verschil tussen beide scenes, voor mij is het allemaal Belgisch als ik het zo mag zeggen. Maar ik weet wel dat er (net zoals in onze politiek) voor sommigen onenigheid bestaat tussen de Vlaamse en Waalse kant wat ik wel jammer vind want Wallonië heeft een hoop sterke en betere bands naar mijn persoonlijke mening.

Zoals ik in de vorige vraag beantwoorde vond ik het ook net daarom toepasselijk om beide talen op “De glorie van dood” te combineren om zo de eenheid van het Belgisch volk te representeren ondanks onze (kleine) verschillen.

Ronarg: De samenwerking is in mijn ogen meestal positief. Een groot deel van de jongere mensen in Wallonië kan tegenwoordig voldoende Engels dus is het makkelijker voor ons om conversaties te starten. We hebben zelfs een paar repetities gedaan met een Waalse drummer en dat verliep best vlot. De communicatie verliep ook hier in het Engels. Helaas lukte het wegens zijn ander band niet zich voldoende toe te leggen op Ars Veneficium. 
 
Soms zijn er wel goede shows in Wallonië waarvoor het de moeite is om een keertje af te zakken. Mijn favoriet was het nu inmiddels gestopte festival Metal Méan. Daarbuiten ken ik bitter weinig in Wallonië buiten de clubs Belvedère in Namen en Mc Apache in Charleroi. En aangezien die twee zalen vrij moeilijk te bereiken zijn, is het daar moeilijk om hoogte te krijgen van wie en wat. En dat is dan wel weer jammer.

De dood lijkt als een rode draad doorheen de teksten te lopen. “Tijd bestaat niet waar wij reizen, want tijd is een luxe die met het leven verbonden is.” aldus “De Glorie van Vood”. Hoe ziet de dood er in jullie opvattingen uit?
S.: De dood is het einde van ieders tijd op aarde en iets waar ik al sinds jongs af aan mee geconfronteerd wordt, of beter gezegd, mee worstel en geobsedeerd door ben. Op tienjarige leeftijd, net voor ik mezelf verdiepte in de zwaardere metalen, werd de dood me plots in het gezicht geduwd en sindsdien kan ik mezelf volledig in diepe gedachten over dit onderwerp verliezen. Van filosofische momenten tot dromerige nachtmerries, van depressie tot suïcidale uitbarstingen; ik heb altijd wel met de dood gedanst maar ik ben blij dat ik mijn rust in muziek heb gevonden om zo met mijn obsessieve gedachten rondt dit onderwerp te kunnen omgaan.

In zekere zin ben ik verliefd op, of beter gezegd, aangetrokken tot de dood. Ergens verlang ik naar het hiernamaals, het weten, die laatste ademsnik (het gevoel van “ascending”), die koude rilling waarin ik mij zo vaak toe kan drijven als ik aan het mind searchen ben. Tegelijkertijd ben ik doodsbang om te sterven. Het opgeven, kwijtspelen van je bewustzijn, je lichaam, alles en iedereen rondom jou. De eindeloze duisternis is zowel aanlokkelijk en afschrikwekkend. Zo veel vragen, zo weinig antwoorden. Het blijft een eeuwige romance en kwelling tot mijn tijd gekomen is.

Voor het eerst siert ook een schilderij van Ronarg de cover van een Ars Veneficium plaat die de albumtitel op gepaste wijze lijkt weer te geven.
S.: Het werd na tien jaar dan toch eens tijd dat Ronarg zijn handen wat meer ging vuil maken binnenin de band naast het schrijven (lacht). Ronarg heeft in tussentijd al verschillende werken gemaakt voor andere bands inclusief vele Immortal Frost Productions bands zoals A Thousand Sufferings, Antzaat, Azaghal, Bloedmaan, Dystopia, Gurthang, Ondfødt, etc.. en heeft daarbij echt wel een mooi portfolio en eigen stijl opgebouwd sinds ons vorige album in februari 2020 uitkwam.

Ronarg’s werk is subliem en zoals eerder gezegd vullen wij elkaar goed aan. Ik kom af met ideeën, Ronarg maakt schetsen, ik geef feedback tot we beiden tevreden zijn en vervolgens gaat hij schilderen en passen we tussendoor nog aan tot we een eindresultaat hebben. Ronarg is een geweldige artiest, zowel muzikaal als qua kunst, voor wie ik veel bewondering heb gekregen doorheen de jaren.

De Ars Veneficium releases worden door Immortal Frost Productions, het label van zanger S., uitgebracht. Zien jullie het ooit gebeuren dat jullie dit uit handen zouden geven aan een ander (groter) label of willen jullie de touwtjes zelf zo veel mogelijk in eigen handen houden?
De kans om de nieuwe Ars Veneficium plaat aan een groter label te geven was er, maar ik heb ze bewust niet genomen omdat ik veel verhalen van bevriende bands te horen kreeg over deze labels die niet al te positief waren. Daarnaast ben ik ondertussen vijftien jaar bezig en heb ik zelf al aardig wat aan distributie en promotiecontacten opgebouwd dat het mij (op dit moment) geen voordeel leek om ons album elders uit te brengen terwijl ik zelf aan de bron zit. Zoals we hier zeggen: wat je zelf doet, doe je beter. (lacht)

De laatste jaren steunde Immortal Frost Productions ook Belgische bands met releases van onder meer Unmensch, A Thousand Sufferings, Bloedmaan, Rituals Of The Dead Hand en Thronum Vrondor. Hoe kijken jullie naar de kwaliteit die momenteel voor handen is op vlak van zwartmetaal van eigen bodem?
S.: Ik heb met IFP altijd wel onze eigen scene proberen te steunen of toch zeker in de gaten gehouden en ik krijg met IFP dagelijks meerdere aanvragen binnen van bands wereldwijd die ik helaas niet allemaal meer kan beantwoorden wegens de immense werkdruk en tijdsgebrek.

Daarnaast denk ik wel dat België een kwalitatieve selectie aan blackmetalbands heeft opgebouwd de laatste jaren. Het was lang stil maar dit is sinds een tiental jaar toch veranderd en er zijn toch steeds meer undergroundbands die een weg weten op te bouwen.

S., jij organiseert ook tours en optredens voor bands op je rooster. Hoe is de situatie post-covid vergeleken met voor de pandemie? Durf je van een overaanbod te spreken of denk je dat een groot en breed aanbod de scene alleen maar beter maakt?
S.: Klopt, ik heb naast IFP ook nog IFP Bookings & Tour Management waarbij ik een selectie van bands op het label ook bijstuur(de) in het boeken van live shows. Daarnaast steek ik ook jaarlijkse tours in mekaar om de vers uitgebrachte albums te promoten.

Helaas is sinds corona de scene helemaal veranderd als ik eerlijk moet zijn. Waar vroeger de underground leefde en kleine tot middelmatige bands zoals Ars Veneficium op tour konden gaan en alsnog uit de kosten konden geraken is dit helaas helemaal doodgebloed. Ik merk dat sinds corona meer dan de helft van de promotors geen risico’s meer durft te nemen of ermee gestopt is. Daarnaast zijn zij die wel nog iets organiseren allemaal dezelfde gehypte bands beginnen te boeken die je overal kunt zien.

Het is triestig om te zien hoe een scene van dertig jaar tijdens een pandemie helemaal op zijn kop gezet en omgedraaid wordt, waar old-school blackmetalbands (zelfs zij die al meer dan twintig jaar bezig zijn) geen boekingen meer krijgen en opeens alle internet en Spotify hypes overal geboekt worden.

Is er een overaanbod? Heel zeker, maar denk maar niet dat deze “onbekende” bands aan bod komen. Festivals boeken liever elk jaar dezelfde bands (zucht).

Ik was eens door jouw palmares op Metal Archives aan het gaan en blijkbaar deed jij in het verleden heel wat internationale samenwerkingen. Hoe kwam dat zo?
S.: Toen ik achttien jaar was, werd ik het beu om jarenlang wekelijks te repeteren met bandleden die uiteindelijk niet gemotiveerd waren. Ik ben toen met mijn fysieke bands gestopt en via Myspace in contact gekomen met muzikanten van andere continenten zoals Josh Young (zie Hammerstorm). Zo kwamen deze projecten tot stand.

Wegens de constante groei van IFP en de uiteindelijke drang naar een fysieke band, besloot ik in 2013 al mijn online projecten te beëindigen om zo al mijn tijd aan Ars Veneficium en Immortal Frost Productions te kunnen besteden. Zonder spijt weliswaar.

Sta je nog open voor online projecten?
S.: Goh, ik doe hier en daar wel eens wat gastzang voor andere bands als ik de tijd vind en deze opportuniteit zich voordoet. Daarnaast ben ik achter de schermen wel nog bezig met andere dingen maar daar valt nog niks concreets over te zeggen.

Zijn er tour- of releaseplannen met Ars Veneficium?
S.: Tourplannen zijn er sowieso niet. Met het vorige album zouden we naar China en Zuid-Amerika gaan, maar beide opportuniteiten vielen door corona in het water. Sindsdien zijn we live een beetje doodgebloed door de hele situatie. Met het nieuwe album hopen we natuurlijk wel wat festivalshows te kunnen meepikken in de zomer van 2025 en verder gaan we ons vierde album op’t gemak verder opnemen.

Wat zijn jullie favoriete releases van eigen bodem?
S.: Ik moet toegeven dat ik dit jaar niet eens kan volgen omdat er zoveel (wereldwijd) is uitgekomen. Maar mijn favoriete releases van eigen bodem zijn Ancient Rites met “Blasfemia eternal”, Bloedmaan met “Castle inside the eclipse”, Enthroned’s “Towards the skullthrone of Satan” en “Regie Sathanas – A tribute to Cernunnos”, Kilte met “Absence”, “To Gaius! (For the Delivery of Agrippina)” van Paragon Impure en Possession met “Anneliese”. Niet black metal: Evil Invaders met “Shattering reflection”, Forgotten’s “Sunshy” en “Port sunshine” van Motek.

Ronarg: Goh, er zijn er zoveel, sla me niet dood als ik er een paar vergeten ben: Darkest Mind met “Oracle of death”, Enthroned’s “Towards the skullthrone of Satan”, Heinous met “Rituals blood and mysterious dawn”, Huldrefolk’s “Morbide elite”, de demo van Ordigort, Ôros Kaù met “Imperium templum aries” en “Anneliese” van Possession.