Ik overdrijf niet als ik zeg dat Asthâghul er een waanzinnig werktempo op nahoudt: de Fransoos blies zijn monsterlijk vehikel in 2017 leven in en doopte het Esoctrilihum, en sindsdien liet hij reeds zes langspelers op de inmiddels geteisterde gehoorgangen los. Terwijl we nog steeds amper bekomen zijn van het in 2020 uitgebrachte “Eternity of Shaog” en het bijbehorend dessertje in de vorm van de “F’htansg” EP nog naar binnen aan het werken zijn – een werkje dat trouwens opvallend brak met de eerdere albums en resoluut de black metal kant van het spectrum koos – worden we reeds op een nieuwe gang getrakteerd: het nagelnieuwe “Dy’th requiem for the serpent telepath”. Opnieuw een cryptische titel, waarbij het telepathisch serpent net zoals Shaog deel uitmaakt van het eigen ontwikkelde pantheon, opnieuw meer dan een uur aan black/death metal met een hoek af. Klein verschil: voor het eerst krijgen we Esoctrilihum artwork dat iets minder pijn doet aan de ogen en toch een klein beetje door de beugel kan. Mispak u niet: Esoctrilihum albumhoezen zullen voor ondergetekende steeds meer miss dan hit blijven, maar in het geval van plaat nummer zes voel ik tenminste niet de neiging om restanten van mijn middagmaal onvrijwillig te herkauwen, en dat op zichzelf is al een hele verademing.

Belangrijker dan wat Dhomth heeft geschilderd, zijn de bijna achtentachtig minuten bevreemding die we te verwerken krijgen. “Eternity of Shaog” werd Asthâghuls bescheiden doorbraakalbum (of toch de plaat waarmee hij plots waanzinnig veel aandacht kreeg) dus zou men misschien verwachten dat hetzelfde kunstje herhaald zou worden om dat momentum te behouden. Als je ook maar een beetje ’s mans muzikale reis hebt gevolgd weet je dat dit idee complete onzin is, want aan zichzelf herhalen doet hij niet. Toegegeven, vanaf de eerste noten van “Ezkikur” is opnieuw heel duidelijk dat we wel degelijk met Esoctrilihum van doen hebben, maar naar goede gewoonte toch terug op een eigenwijze manier. In vergelijking met voorgaand werk klinkt “Dy’th requiem fort he serpent telepath” een pak symfonischer: melodieuzer, meer synths, meer epiek, maar nog steeds hetzelfde gevoel van vervreemding.

Toch komt deze nieuwkomer me wat minder sterk voor: de sound klinkt in vergelijking met zijn voorganger en zeker in vergelijking met “The telluric ashes of ö vrth immemorial gods” wat dunner en platter, en dat terwijl de toetsen voor het eerst een enorm prominente plaats opeisen. Ook klinken de veelvuldig ingezette basdrums soms wat blikkerig, wat scherp contrasteert met de uiterst heldere gitaarklank. Ik mis ook wat de kenmerkende riffs die alle kanten opgaan – deze nieuweling klinkt iets rechtlijniger en houdt er iets conventionelere songstructuren op na… al is dat natuurlijk relatief gezien het project waarmee we te maken hebben. Toch kan ik me niet van de indruk ontdoen dat in nummer zes wat filler materiaal is geslopen; in mijn preliminaire notities had ik bijvoorbeeld bij “Baahl duthr” onomwonden ‘saaie kutriff’ gekrabbeld, doelend op de gitaarlijn ongeveer halverwege het nummer. Zo duiken hier en daar toch wel wat momenten op die wat mij betreft achterwege gelaten mochten worden. Gelukkig is het niet al kommer en kwel, want eens we daar voorbij zijn geploeterd knalt het nummer toch nog op memorabele manier los en ook “Dy’th” weet vlotjes mijn nekspieren te doen verkrampen, en als kers op de taart zijn de zeer gevarieerde vocalen nog steeds een troef.

Asthâghul wil duidelijk nieuwe regionen verkennen in plaats van het enkel op het waanzinnige doodzwarte metaal dat we gewend zijn te houden, want op “Dy’th requiem for the serpent telepath” wordt het tempo vaak naar beneden gehaald en horen we meer en meer invloeden die uit de doom metal ontleend zijn. Meer variatie is zo goed als altijd een troef, ware het niet dat Esoctrilihum er voorheen reeds in uitblonk. Trop is soms teveel en in combinatie met de iets zwakkere sound mist deze ode aan het telepathisch serpent toch was coherentie. Misschien de volgende plaat gewoon twintig minuten korter maken, wat zwakkere riffs schrappen en terug een wervelwind aan gekmakende secties bijeenschrijven?

CAS: 78/100

Esoctrilihum – Dy’th requiem for the serpent telepath (I, Voidhanger Records, 2021)
1. Ezkikur
2. Salhn
3. Tyurh
4. Baahl duthr
5. Agakuh
6. Eginbaal
7. Dy’th
8. Craânag
9. Zhaïc daemon
10. Nominès Haàr
11. Xulotg
12. Hjh’at