De keuze voor de naam Pest voelt haast onontkoombaar in een blackmetalcontext. Het woord draagt dan ook een oerkracht in zich: rauw, kort en bijtend, zonder ruimte voor verfraaiing of nuance. “Pest” verwijst naar de middeleeuwse plaag die steden ontvolkte, beschavingen verlamde en een spoor van angst en dood door Europa trok. In die zin belichaamt de naam niet enkel ziekte, maar ook de fundamentele broosheid van het menselijk bestaan en de onverschilligheid van de natuurkrachten die ons omringen. Bovendien roept “pest” een beeld op van besmetting, van een onstuitbare kracht die zich razendsnel verspreidt en alles aantast wat ze tegenkomt. Het is een metafoor die naadloos aansluit bij de destructieve, onverbiddelijke energie die black metal wil uitdragen. Net als de pest is de muziek geen veilige beleving, maar een confrontatie met chaos, lijden en het einde van zekerheden.
De Metalen Archieven vermelden vijf blackmetalbands die zich Pest noemen, vermoedelijk om al deze redenen. Twee daarvan steken er wat ons betreft echt bovenuit. Allereerst het Zweedse Pest – verplichte kost voor liefhebbers van Katharsis, Bathory en Celtic Frost – dat meerdere sterke albums afleverde, met “Rest in morbid darkness” (2008) als hoogtepunt. Sinds 2013 blijft het daar echter stil. In Duitsland lopen er twee bands met die naam rond. Eén uit Frankenberg, goed voor een demo en één full-length, en de veel interessantere variant uit Hilter am Teutoburger Wald. Daar viel het doek na het onverwachte overlijden van drummer en medeoprichter Mrok in 2011. Postuum verscheen nog “Buried” (2014), waarna het project leek begraven. Toch begon het vuur rond 2021 opnieuw te smeulen. In plaats van een nieuwe drummer te zoeken, besloot oprichter Scum zelf achter de kit te kruipen. Met de komst van gitarist Brandt mondde dat uit in de nagelnieuwe zesde langspeler “Eternal nightmares“.
Deze zesde langspeler klinkt in ieder geval als vintage Pest. Hypnotiserende en meeslepende riffs buitelen over elkaar heen, terwijl de maniakale, schril bezeten zang van Mr. Blasphemy en Atax de boel opstookt. Het geheel is tegelijk trance-opwekkend, agressief en pikdonker en net daarin ligt de kracht van Pest. Op de tracklist prijken dan ook meerdere krakers: het venijnige “Dr. Crow”, het melodieuzere midtempo “Light fades” en vooral het uitstekende “Winds of death”, dat voortgestuwd wordt door onrust en snedige riffs waar je spontaan je vingers bij aflikt. Nog zo’n hoogtepunt is het meer dan zeven minuten durende “Running in rage”, een killer track die je nekspieren doet verkrampen en je lichaamshaar overeind zet. Bij dit nummer krijgen we steevast de drang om met potten zwarte en witte verf én twee onzichtbare appelsienen het bos in te trekken. In “Night’s embrace” duiken dan weer duidelijke Burzum- en Forgotten Woods-referenties op dankzij de hese screams en repetitieve patronen. Kortom: hoogtepunten zat.
Samen met de klassieke middeleeuwse vreemdheid die al aanwezig was op de demo en eerste albums, vormt “Eternal nightmares” een erg geslaagde toevoeging aan de erfenis van de band. Pest houdt er, net als 25 jaar geleden, nog steeds een DIY-aanpak op na en levert hiermee een fel gesmaakte comebackplaat af. Nu maar hopen dat ook het Zweedse Pest weldra uit de dood herrijst.
JOKKE: 87/100
Pest – Eternal nightmares (Heidens Hart 2025)
1. A lullaby to…
2. Eternal nightmare
3. Dr. Crow
4. Light fades
5. Winds of death
6. Running in rage
7. Nights embrace
8. The gates
9. Eternal choir
