Als twee van Nederland’s beste huidige black metal bands besluiten de handen in elkaar te slaan, levert dat ongetwijfeld vuurwerk op. En het mooie aan Fluisteraars en Turia is ook dat als deze bands samen iets op poten zetten, ze dit met de nodige diepgang doen en niet louter elk een nummertje opnemen en samen kletsen. Fluisteraars bewees dat reeds met de vormgeving van de in 2016 verschenen EP “Gelderland“. Ook Turia is uit het beboste Gelderland afkomstig waardoor beide bands besloten inspiratie te halen uit de geschiedenis en natuur van de streek. Conceptueel gezien handelt de split over twee rivieren (de Waal en de Rijn) die doorheen hun respectievelijke thuishavens Arnhem en Nijmegen stromen. De collaboratie vertaalt zich ook naar de titel “De oord“, een oud-Nederlands woord om de plaats aan te duiden waar twee rivieren samen komen. En om nog een stapje verder te gaan, namen beide bands hun bijdrage gelijktijdig op in de Klaverland Studio, die zich in een natuurreservaat bevindt waar de Rijn Nederland binnenkomt en splitst in de Nederrijn en de Waal. Zoals je uit de titels van beide nummers kan afleiden, wordt een verhaal verteld waarin water centraal staat en via metaforen de reis van het water beschreven wordt vertrekkende vanuit de rustige bron tot in de dieperik van de zee en op haar weg alle sporen van het verleden uitwist. In vergelijking met haar laatste EP trekt Fluisteraars op “Oeverloos” opnieuw de kaart van epische, lang uitgesponnen en bijwijlen dromerig klinkende atmosferische black metal zoals die op de laatste langspeler “Luwte” werd gebracht. “Oeverloos” tikt dan ook op net geen kwartier af en kent een boeiende dynamiek. Majestueus en melancholisch van aard maar met minder opvallende verwijzingen naar Drudkhiaanse gitaarmelodieën, hoewel nog steeds subtiel aanwezig, vooral in de pakkende finale waarin de plechtige klanken ondersteund worden door diepe mannelijke en ijle vrouwelijke koorzang. De mid-tempo black bevat ook heel wat aan postrock ontleende crescendo-gitaarpartijen en weet meermaals de gevoelige snaar te raken. Dit weemoedig klinkende epos waarin heel wat ruimte is voor cinematografische instrumentale passages, heeft soms wel wat weg van een treurzang, des te meer door de orgelklanken die ik meen te ontwaren. Aan de B-kant maakt Turia het mooie weer nadat ze nog maar recent een geslaagde samenwerking met Vilkacis afleverde. Met achttien minuten speeltijd, levert het trio meteen de langste song uit haar oeuvre af. Het tempo ligt bij Turia een pak hoger en de band leeft zich uit in de meer experimentele en psychedelische kant van haar sound met enerzijds repetitieve riffs en drums waar de vocalen van T zoals steeds doorheen klieven en anderzijds breed uitwaaierende Floydiaanse grootsheid en met piano op smaak gebrachte rustiek. In de razende partijen sleurt Turia de luisteraar mee de tomeloze diepten van de zee in, terwijl de finale iets berustends in zich heeft en de stilte na de storm symboliseert. Héél knappe en geslaagde samenwerking waarin de thematiek en muzikale uitvoering mekaar versterken!
JOKKE: 87/100 (Fluisteraars: 86/100 – Turia: 88/100)
Fluisteraars/Turia – De oord (Eisenwald/Haeresis Noviomagi 2018)
1. Fluisteraars – Oeverloos
2. Turia – Aan den golven der aarde geofferd