Het in Bordeaux gevestigde zeskoppige gezelschap Year Of No Light viert dit jaar haar 20-jarige jubileum als band. Op debuutalbum “Nord” uit 2006 combineerden de Fransen een donkere en agressieve sludgemetalsound met psychedelische atmosferen geïnspireerd door postrock en shoegaze. In 2008 ondergingen ze een belangrijke bezettingswisseling, waarbij ze hun zanger vervingen door een derde gitarist en een tweede drummer om alzo een instrumentaal sextet te worden. Daarna integreerde Year of No Light invloeden uit black metal, doom metal, drone en dark ambient op de albums “Ausserwelt” (2010), “Tocsin” (2013), de soundtrackplaat “Vampyr” (2013) en hun geweldige nieuwe album “Consolamentum”, dat na acht lange jaren eindelijk het levenslicht zag. We spraken met gitarist Jérôme Alban over twee decennia Year Of No Light. (JOKKE)
The English version of this interview can be found here.

Allereerst gefeliciteerd met jullie viering van 20 jaar Year Of No Light. Het is nogal een rit geweest, denk ik hé?
Hell yeah!!!!
Wat zijn de grootste verschillen tussen Year Of No Light als beginnende band en het huidige collectief met vijf albums op zak?
Ongetwijfeld de verandering van onze line-up. Ik denk dat we over het algemeen ook meer volwassen muzikanten zijn.
Heb je de muziekindustrie in al die jaren in positieve of negatieve zin zien ontwikkelen?
Zowel negatief als positief. Negatief omdat de platenverkoop is ingestort en artiesten steeds onzekerder worden. Daarboven betalen veel streamingsites een vergoeding aan artiesten die beschamend is. Aan de andere kant is het onlineverhaal ook positief omdat mensen op die manier een enorme toegang tot muziek krijgen, wat erg belangrijk is voor undergroundartiesten.
Om het 20-jarige jubileum als band te vieren, bracht Pelagic Records niet alleen jullie nieuwe album “Consolamentum” uit, maar ook “Mnemophobia“, een houten boxset bestaande uit 12 vinylplaten die jullie volledige discografie bestaande uit 5 studioalbums, verschillende split-EP’s en de samenwerking met de Belgische componist Dirk Serries van de “Live at Roadburn” opnames, omvat. Je was waarschijnlijk heel trots toen je de boxset de eerste keer in je handen hield, want het is een getuigenis van al het harde werk dat je gedurende deze 2 decennia hebt geleverd, niet? Op welke prestatie(s) ben je het meest trots?
Het feit dat we al zo lang bestaan, mensen het geloof in onze muziek behouden en te zien dat veel mensen ons blijven steunen, is op zich al heel de moeite waard. We zijn erg blij met het werk dat rond deze discografie werd geleverd, maar we vermijden te nostalgisch te worden. We richten ons op de toekomst van de band, aangezien we acht jaar na “Tocsin” een nieuwe plaat hebben uitgebracht en veel nieuwe nummers hebben waarbij we niet kunnen wachten ze met mensen te delen.

De carrière-omspannende boxset kreeg de toepasselijke titel “Mnemophobia“, wat een irrationele en buitensporige angst voor herinneringen is. Mensen die aan geheugenfobie lijden, kunnen bang zijn om herinneringen in het algemeen te hebben, of ze kunnen specifiek bang zijn voor bepaalde slechte herinneringen. Anderen met mnemofobie zijn misschien bang hun herinneringen te verliezen, en dit type fobie wordt verondersteld veel voor te komen bij patiënten met de ziekte van Alzheimer en mensen met een hoog risico erop. Een ziekte die ik helaas ken, aangezien een goede vriend van mij er op 42-jarige leeftijd aan is overleden. Ben je bang om herinneringen te verliezen?
Geheugenverlies is zeker een van de meest angstaanjagende en gevaarlijke situaties waarin een persoon of een samenleving zich kan bevinden. Zonder herinnering is er geen cultuur, we zijn fan van de geschiedenis van de kunst en de mensheid maar we zijn geen nostalgische zielen, we moeten ons richten op de toekomst.
Muziek is vaak gerelateerd aan specifieke (goede of slechte) herinneringen uit het verleden. Is er een plaat of nummer waar je vroeger van hield, maar door een slechte connotatie niet meer kunt uitstaan of horen?
Ja natuurlijk. Luisteren naar oude nummers van Sparklehorse of Codeine maakt me depressief, hoewel ik van deze twee bands hou.
Ik heb Year Of No Light meerdere keren live zien optreden rond de release van de “Ausserwelt“in 2010, en ik heb de indruk dat de band tijdens deze tours snel de aandacht van een groter publiek aantrok. Wat is de belangrijkste plaat in je carrière geweest om de band naar een hoger niveau te tillen?
Ik denk dat dat inderdaad “Ausserwelt” is. Met het vertrek van de zanger wisten we niet of de groep echt door kon gaan. Maar toen we besloten de line-up uit te breiden en meer orchestratie en een bijzondere identiteit aan onze sound te geven, wisten we nog niet dat dit album echt een wedergeboorte zou zijn en dat het ons toegang zou geven tot een nieuw publiek.
Ongetwijfeld zijn ook festivals als Roadburn, Dunk! Festival en Hellfest belangrijk geweest in jullie muzikale carrière, al is het voor een instrumentale band met een focus op atmosfeer niet altijd gemakkelijk om het momentum op festivals écht vast te leggen in vergelijking met kleinere optredens. Wat voor soort concert of setting vind je ideaal voor een band als Year Of No Light en wat zijn enkele van de meest verbazingwekkende settings waarin jullie ooit hebt gespeeld?
We houden echt van alle soorten concertlocaties. We speelden in kunstcentra, forten in Roemenië, oude kerken in Engeland. Ik heb veel goede herinneringen aan onze concerten, ik denk in het bijzonder aan de twee shows die we hebben gespeeld in St Vitus in New York, een geweldige plek gerund door ongelooflijke mensen. Ik denk dat ik niet echt een voorkeur heb qua locatie zolang het concert maar goed gaat. Ik heb bijvoorbeeld heel goede herinneringen aan het laatste concert dat we gaven in Magasin 4 in Brussel vóór de Covid-crisis.
Bij het voorbereiden van dit interview viel het me op dat elke full-length is uitgebracht door een ander label. Was het een bewuste beslissing om de band nooit voor meer dan één volledige release aan een platenlabel te binden?
Veel van de labels die ons steunden verdwenen gewoon met de platencrisis, ik denk aan Crucial Blast of Conspiracy Records. We hebben erg genoten van het werken met de verschillende labels die onze platen uitbrachten. Van Music Fear Satan tot Debemur Morti, het is altijd een genoegen geweest. We hebben altijd met verschillende labels gewerkt, afhankelijk van de mogelijkheden en onze capaciteiten om nieuwe albums te maken en te touren.
Voor “Consolamentum” werken jullie samen met Pelagic Records. Hoe is deze samenwerking ontstaan?
Ze boden ons aan de plaat uit te brengen en omdat we weten dat het een label is dat wordt beheerd door muzikanten, wisten we dat we met het volste vertrouwen aan de slag konden.
Vijf langspelers lijkt misschien niet veel voor een band met 20 jaar activiteit, maar jullie hebt ook veel split-releases uitgebracht. Is dit een formaat dat jullie in de toekomst zullen blijven gebruiken, of focussen jullie je voortaan liever op langspelers?
Een van de problemen die we tegenkwamen met de splits is het feit dat we niet genoeg nummers hebben om regelmatig albums uit te brengen. Daarom denk ik dat we deze in de nabije toekomst niet kunnen doen, zelfs al is het een formaat dat het mogelijk maakt om met nieuwe dingen te experimenteren. We hebben vaak veel methodologische problemen om te componeren, dat maakt het proces erg lang, maar als we deze problemen oplossen en we erin slagen om veel nummers te produceren, zullen er misschien nieuwe split-releases komen. Voor nu concentreren we ons op de volgende plaat aangezien “Consolamentum” al twee jaar geleden is opgenomen.

Er zit een kloof van acht jaar tussen “Tocsin” en “Consolamentum” uit 2013 en dat is vrij lang. Het nummer “Réalgar” werd voor het eerst uitgebracht in 2019, dus het wekt inderdaad de indruk dat de nieuwe plaat veel eerder moest uitkomen. Was “Consolamentum” een moeilijke plaat om te maken?
Ja, we hadden moeite om veel nummers af te maken. We hebben er veel weggegooid, en we hadden moeite om elkaar te zien om te oefenen. Zonder de problemen van het dagelijks leven mee te tellen, werd de release ook met 1 jaar uitgesteld vanwege Covid. “Réalgar” werd uitgebracht in april 2021, ik geloof niet dat het nummer eerder beschikbaar was hoor.
Sinds het begin van jullie carrière hebben jullie een obsessie voor de val van de mens en redding door duisternis. De term ‘consolamentum’ beschrijft het sacrament, het inwijdingsritueel van de Katharische Kerk, dat bloeide in Zuid-Europa in de 12e tot 14e eeuw, een ritueel dat eeuwige soberheid en onderdompeling in de Heilige Geest bracht. Hoe verhoudt de albumtitel zich tot de songtitels en het (vrij abstracte) artwork?
Eens we een plaat af hebben, komt er altijd een moment waarop we namen moeten vinden voor de nummers, voor de plaat en om consistentie met het artwork te vinden. Op dit moment laten we ons leiden door de muziek en proberen we een thema te vinden dat we ontwikkelen met abstracte of zeer literaire elementen. De muziek komt altijd op de eerste plaats en de concepten worden gaandeweg onthuld. Ik hou van het idee dat mensen met de elementen die we aanreiken op hun eigen reis kunnen gaan. Ik zou niet meer zeggen, maar het algemene doel van de groep draait inderdaad om dit idee van redding in het donker. Ik denk dat jezelf in duistere kunst onderdompelen, een behoorlijk gezonde manier is om met deze harde wereld om te gaan.
Er lijkt een rode draad door al jullie albums te lopen: een verkenning van de gevoelige wereld die gehoorzaamt aan een bepaald telos. Kun je hier iets meer over uitweiden? Wat is de telos of het uiteindelijke doel van Year Of No Light?
Ik denk dat elk lid van de groep zijn eigen antwoord zou kunnen hebben. Voor mij gaat het om het maken van krachtige, sonische, hypnotiserende en dichte muziek. Een kunstvorm waarin je kunt verdwalen. Iets dat me overstijgt en me uitdaagt met geluid. De wereld is iets moois en engs en voor mij is deze muziek het medium om er betekenis in te vinden.
Een van de nummers is getiteld “Alétheia“, wat waarheid of onthulling in de filosofie betekent. Het werd gebruikt in de oude Griekse filosofie en in de 20e eeuw nieuw leven ingeblazen door Martin Heidegger, die er verschillende (behoorlijk gecompliceerde, moet ik zeggen) essays over schreef om te onderzoeken of aletheia al dan niet gelijk staat aan “waarheid”. Zijn essay “The origin of the work of art” beschrijft de waarde van het kunstwerk als middel om een ”open plek” te openen voor het verschijnen van dingen in de wereld, of om hun betekenis voor de mens te onthullen. Heidegger legt de essentie van kunst uit in termen van “zijn” en “waarheid”. Hij stelt dat “kunst niet alleen een manier is om het element van waarheid in een cultuur tot uitdrukking te brengen, maar ook het middel om het te creëren en een springplank te bieden van waaruit “dat wat is” kan worden onthuld. Kunstwerken zijn niet alleen representaties van hoe de dingen zijn, maar brengen in feite het gedeelde begrip van een gemeenschap voort.” Ga je hiermee akkoord? Beschouw je je muziek als een kunstwerk? Wat ligt aan de oorsprong van de muziek van Year Of No Light?
Ja, ik denk dat Year Of No Light een kunstvorm is. Bovendien denk ik dat kunst iets is dat tegelijkertijd heel eenvoudig, ongelooflijk complex en specifiek voor de mensheid is, het is een middel dat we hebben gevonden om de dood acceptabel te maken, plezier te hebben, om te gaan met leegte en een link te creëren over generaties heen.
Heidegger gebruikt het voorbeeld van een Griekse tempel om zijn opvatting over”wereld” en “aarde” te illustreren. “Zulke werken als de tempel helpen bij het vastleggen van deze essentie van kunst terwijl ze een overgang doormaken van kunstwerken naar kunstobjecten, afhankelijk van de status van hun wereld. Als de cultuur eenmaal is veranderd, is de tempel niet langer in staat om actief deel te nemen aan zijn omgeving en wordt passief – een kunstobject.” Hij stelt dat “een werkend kunstwerk cruciaal is voor een gemeenschap en dus moet kunnen worden begrepen. Maar zodra de betekenis is vastgepind en het werk geen weerstand meer biedt aan rationalisatie, is het engagement voorbij en is het niet meer actief.” Instrumentale muziek staat open voor interpretatie. De wereld die voor mij opengaat, hoeft niet per se dezelfde te zijn als voor andere luisteraars. Denk je dat de muziek van Year Of No Light over 100 jaar anders zal worden geïnterpreteerd dan nu?
Ik weet niet of de muziek van Year Of No Light over 100 jaar nog steeds te horen zal zijn, maar als dat zo is, zal het zeker gevoeld worden door de ervaring van mensen in de volgende generatie. Als je een artistieke discipline beoefent die zo abstract is als muziek, moet je verwachten en willen dat mensen het overnemen. Dat mensen hun eigen reis kunnen maken en er betekenis en iets positiefs in kunnen vinden, is een geweldige prestatie voor een muzikant. Het zou geweldig zijn als mensen over 100 jaar nog steeds betekenis vinden in onze muziek.

Het mooie aan muziek is dat het op vele manieren kan worden geïnterpreteerd. Sommige doorgewinterde componisten zijn meer bedreven en controleren of sturen de luisteraar naar wat hij of zij moet voelen. De luisteraar zal de muziek echter ‘kleuren’ tot iets waar hij zich wel (of niet) mee kan identificeren. Iemand zou iets kunnen schrijven om eenzaamheid uit te stralen. Een luisteraar kan ontevredenheid, leegte, zinloosheid en hopeloosheid voelen, of zelfs denken dat het impliceert dat er een daadwerkelijke fysieke gebeurtenis heeft plaatsgevonden. Ben je het eens met de stelling dat we in een postmoderne samenleving leven waar de intentie van de componist net zo belangrijk is als de interpretatie?
Ja, ik denk het wel, maar ik denk dat het altijd zo was.
Het toppunt van componeren is wanneer iemand de luisteraar direct kan sturen over wat hij moet voelen. Ben je het daarmee eens? Is dit wat je wilt doen met de muziek van Year Of No Light of wil je de muziek liever open houden voor interpretatie? Misschien een interessant punt is dat de muziek hetzelfde kan klinken, maar dat je die elke keer op een andere manier ervaart.
Enkele dingen die ik vooral leuk vind aan muziek zijn de timing, de interpretatie en de luisterervaring. Het is een veranderingsproces, heel cerebraal en heel fysiek. Soms heb ik bij de muziek de indruk dat ik dans als een architect die orgasmes heeft. Dus ja, hoe rijker en opener de muzikale ervaring, hoe interessanter het is, als luisteraar of als musicus. Daarom hou ik erg van hedendaagse orkestmuziek, van Kaija Saariaho tot Georg Friedrich Haas, maar ik hou ook van Jeff Mills. Misschien is de perfecte muziek een mix van trance en architectuur terwijl je orgasmes in slow motion hebt.
Laatste filosofische vraag: kan muziek datgene uitdrukken wat woorden niet kunnen?
Ongetwijfeld, en ik denk dat elke artistieke discipline zijn eigen betekenis produceert.
We hebben dit al kort aangehaald, maar de meest drastische verandering in de line-up van de band vond plaats in 2008, toen jullie zonder zanger Julien Perez verder gingen. Year Of No Light werd een zeskoppige entiteit met twee drummers, een bassist en drie gitaristen, ondersteund door enkele vintage synths. In de tijd dat instrumentale postrock en postmetal aan populariteit wonnen en ik vrienden probeerde te overtuigen om naar een paar bands te luisteren, kreeg ik vaak de reactie dat het op de een of andere manier vreemd was dat er geen zang was. Nu zijn instrumentale bands en muziek echter algemeen geaccepteerd en verschijnt het genre vaak als soundtrack in films en documentaires. Hoe heb je deze genres door de jaren heen zien ontwikkelen? Ik heb bijvoorbeeld de indruk dat de top al een paar jaar geleden is bereikt (en dat de beste albums reeds geschreven zijn) en dat nu alleen de belangrijkste en beste bands er nog toe doen?
Het is moeilijk om deze vraag te beantwoorden omdat we onszelf nooit als een postrock of postmetal band hebben beschouwd, deze definities ontstonden nadat we de band begonnen. Het enige wat we willen doen is muziek maken waarin we ons kunnen onderdompelen. Ik hou echt van de investering die mensen hebben gedaan in de postrock- en postmetalscene, ik denk bijvoorbeeld aan Dunk! Festival in België of het Vivid Fest in Noorwegen. Ik kan alleen maar zeggen dat het altijd een plezier is om op deze festivals op te treden, de mensen zijn gewoon zo geweldig. Maar ik heb het gevoel dat we eindelijk een psychedelische metalband zijn.

Door de jaren heen zijn enkele instrumentale bands zoals Caspian en Long Distance Calling begonnen met het incorporeren van zang. Is er ook een mogelijkheid dat Year Of No Light dit gaat doen of zal de band altijd een instrumentaal collectief blijven?
Ik denk dat we weer nummers met zang zullen doen, we hebben een paar vrienden met wie we dit soort ervaringen kunnen proberen, maar ik zie ons niet weer een band worden met een frontman.
Zangers zijn vaak degenen met het grootste ego in de band daar ze in de schijnwerpers staan. Year Of No Light opereert echter meer als een collectief, zo lijkt het. Hoe belangrijk is het ego in Year Of No Light? Zijn alle leden even belangrijk als het gaat om het schrijven van muziek en het bepalen van de muzikale richting of zit er een bandleider tussen?
Er zijn altijd kleine ego-problemen in een groep, dat hoort bij het spel. Maar we wisten altijd hoe we verder moesten gaan. Iedereen heeft zijn rol en zijn eigen vaardigheden in de band, wat een van de redenen is voor onze duurzaamheid. Van mijn kant vind ik het erg leuk om aan de arrangementen en de compositie te werken, hoewel ik duidelijk niet de enige componist in de band ben. Ik werk ook veel aan de pre- en post-productie van het album. Het is echt mijn ding ook al waren de andere leden meer aanwezig dan normaal op de laatste plaat.
De “Vampyr“-plaat neemt een speciale plek in jullie discografie in omdat het een soundtrack is die is geschreven voor de stille horrorfilm “Vampyr” uit 1932, geregisseerd door de Deense regisseur Carl Theodor Dreyer. Jullie hebben ook een originele soundtrack aangeleverd voor de kortfilm “Les maîtres fous” van Jean Rouch uit 1955. Welke andere films zouden volgens jou perfect zijn voor een Year Of No Light-soundtrack?
Het zou heel gaaf zijn om iets te doen voor de meest fucked-up afleveringen van het laatste seizoen van Twin Peaks.

Soms nam Year Of No Light de structuur aan van een open collectief en werkte het samen met hedendaagse Franse kunstenaars zoals Christian Vialard voor een video-installatie die de “Monotone symphony” van Yves Klein opnieuw interpreteerde. Deze artistieke modus operandi en jullie grote aandacht voor visuele representatie doet me vaak denken aan een band als Amenra. Welke andere soorten speciale samenwerkingen of soundtracks of speciale shows zou je in de toekomst willen doen?
Van mijn kant zou ik graag willen dat we concerten kunnen aanbieden met veel gastmuzikanten, zoals een orkest, een beetje zoals Glenn Branca deed.
Een tournee voor 2022 werd reeds aangekondigd, hoewel data in België en Nederland op dit moment ontbreken. Ben je van plan om ze toe te voegen aan de planning?
Ja natuurlijk, we spelen graag in België en Nederland, de mensen zijn geweldig. Er zullen binnenkort aankondigingen zijn, maar meer kan ik er niet over zeggen, sorry.
Zal de setlist zich concentreren op de nieuwe plaat, of wordt het een showcase van de 20-jarige carrière van de band, inclusief ouder materiaal? Hoe moeilijk is het om een setlist samen te stellen met hele lange nummers en maar een beperkte speelduur?
Ik denk dat we zeker drie nummers van de nieuwe plaat zullen spelen en minstens één nummer van “Ausserwelt” en “Tocsin“. Op dit moment proberen we een coherent geheel te vinden en dat is niet eenvoudig.
Als je samen met drie andere bands, maar uit totaal verschillende genres, een touraffiche zou mogen samenstellen, wie zou je dan meenemen op tour en waarom?
Krypts uit Finland en Fuoco Fatuo uit Italië omdat ze mijn twee favoriete huidige deathmetalbands zijn. Voor de derde zou ik vrienden als Sordide uit Rouen kiezen.
Bedankt voor het interview!
Heel erg bedankt voor je steun en tot snel, cheers!!!!