We wisten Trhä’s derde EP “Inagape” in de hectiek van het eindejaar gelukkig nog net bij de lurven te grijpen alvorens geruisloos aan ons voorbij te gaan. De mysterieuze allesdoener Thét Älëf koos deze keer qua songtitel eens niet voor een tongbreker, nochtans horen we het nog steeds in Keulen donderen als we de tracklist doornemen.

Een klein half uur lang worden we mee in Trhä’s mysterieuze droomwereld gezogen om na afloop verdwaasd in het niets te blijven nastaren. Het duurt dan ook steeds meerdere luisterbeurten alvorens we alle elementen uit Trhä’s unieke sound een plaats kunnen geven want de bouwstenen zijn legio: depressieve vocale uithalen en getergde pijnkreten, groezelige riffstructuren die dissonant of repetitief kunnen zijn, mystieke ambient, bombastische toetsen, sacrale orgelklanken en newwave-elementen. Het meest opvallende dat we op deze EP te horen krijgen, is echter de bezwerende vrouwelijke zang die aan het elf en een halve minuut omspannende en heel dynamisch opgezette “Tegëndë dicámbrhëha” een heuse dromerige postpunkvibe meegeeft. Maar laat je vervolgens ook maar van je sokken blazen door een allesvernietigende riff die zelfs niet op een Marduk-plaat zou misstaan. Bij het eindmotief dat even voorbij de zeven minuten ingezet wordt, moet ik dan weer heel erg hard aan het experimentele Gehenna-nummer “Ad arma ad arma” denken. En hoe scherp en snerpend de gitaarsound ook moge wezen, een warmbloedige bassound zorgt voor extra diepte en structuur.

Vim nedanhh në gadënesan camisë ëlh” is heel erg uptempo en gitaargedreven en start als het ware met een verloren gewaande Akhlys-riff. In de eerste drie minuten wordt er geen millimeter toegegeven aan de dromerige atmosfeer van de voorganger totdat bombastische toetsen voor een break en adempauze zorgen waarna er opnieuw als een bliksemschicht uit de startblokken wordt geschoten. Even voor halfweg gaat de storm liggen voor meer groovend gitaarspel en een chaotisch aandoend slotstuk. “Dënnem” is met vijf minuten speeltijd niet alleen de helft van elks van de twee andere composities, het slotnummer staat muzikaal haaks op de rest daar het volledig uit spookachtige toetsen en religieuze orgelmelodieën opgetrokken is wat het een ideale soundtrack voor één of andere lugubere begrafenisscene uit een horrorfilm maakt.

Het is weinig muzikanten gegeven om met zo veel frisse ideeën voor de dag te blijven komen, maar Thét Älëf slaagt er telkens weer in om ons te verrassen. Op “Inagape” is het vooral de indrukwekkende opener die ons hart gestolen heeft en ons hoofd op hol doet slaan.

JOKKE: 84/100

Trhä – Inagape (Eigen beheer 2021)
1. Tegëndë dicámbrhëha
2. Vim nedanhh në gadënesan camisë ëlh
3. Dënnem