Ván Records en death metal, het is geen link die we doorgaans leggen daar het Duitse label veelal focust op sfeervolle black metal, speciallekes en de langlopende samenwerking met het Noorse Terratur Possessions. Het label liet haar oog echter op landgenoten Sulphur Aeon vallen nadat hun tweede album “Gateway to the antisphere” via Imperium Records uitkwam. Geef hen maar eens ongelijk, getuige ook Flps enthousiasme anno 2015 dat ik volmondig deel. Apart beestje bij Ván dus, zo lijkt het, moest het doodsmetaal geen Behemothiaans zwartgallig randje hebben.

Vierde album voor het vijfhoofdig gedrocht alweer, opnieuw voorzien van fenomenaal artwork – dat begint zowat een herkenbaar trademark te worden. Deze keer is dat echter niet van de hand van Ola Larsson maar het resultaat van de minutieuze penseelstreken van Italiaans meester Paolo Girardi en voor titelnummer “Seven crowns and seven seals” werden Laurent Leubl (Chapel of Disease) en Michael Zech (ex-Secrets Of The Moon) ingeschakeld. Voor de rest lijkt er weinig gewijzigd aan de modus operandi van de Cthulhu-aanbidders: wederom zat Simon Werner achter de knoppen tijdens het inblikken en verzorgde Triptykons V. Santura de mastering –  en dat levert een majestueus en haast cinematografisch klankenpalet op. Dat mag ook wel met twee koppen die de laatste jaren regelmatig bij oerdegelijke albums achter de knoppen zaten, al is hiermee nog niet alles over de productie gezegd.

Muzikaal lijkt Sulphur Aeon onderhand hun formule wel gevonden te hebben om de kosmos’ meest onwezenlijke entiteiten aan te roepen en die bestaat uit punchy riffs en ratelende drums, aanleunend bij pakweg Nile, Immolation en Ulcerate maar steeds sfeer en songwriting boven technische hoogstandjes plaatsend. Sulphur Aeon legt een grote focus op melodie en al is die melodie bijwijlen ferm verwrongen, toch liggen de zes middellange nummers vlot in het gehoor. Vergis u echter niet, “Hammer from the howling void”, dat op de korte intro “Sombre tidings” volgt, en “Arcane cambrian sorcery” komen met momenten verrassend pittig uit de hoek en M’s verrotte strot krijst diep maar verrassend verstaanbaar zijn incantaties.

Retestrak gemusiceer van dit Duits gezelschap dus: ik zie deze plaat door velen geloofd worden en kan perfect verstaan waarom. De songs zitten knap ineen, elk instrument is perfect hoorbaar en de liefhebber van onbenoembare interstellaire maalstromen zit bij Sulphur Aeon eigenlijk al jaren aan het juiste adres. En net dat formulaïsche is waar ik bij dit “Seven crowns and seven seals” over lijk te struikelen. Niet dat Sulphur Aeon elke keer exact hetzelfde probeert te doen, al vallen bijvoorbeeld de heldere gezangen in het titelnummer en de epische afsluiter “Beneath the ziqqurats” bij mij absoluut niet in goeden aarde. De focus op melodie neemt de overhand tegenover de cataclysmische suckerpunch die “Gateway to the antisphere” was en de songwriting op voorganger “The scythe of cosmic chaos” blijft toch ook een tikkeltje straffer en uitdagender. Gecombineerd met de wel heel cleane productie mist deze nieuwe langspeler wat panache. Minder neuzelen, meer mokerslagen uitdelen denk ik dan. Sulphur Aeon brengt een ontegensprekelijk kwalitatieve plaat maar lijkt precies ook op een breder publiek te mikken waardoor het geheel soms iets te braaf overkomt. Waar is die geschifte onderdompeling in Lovecrafts universum gebleven?

CAS: 80/100

Sulphur Aeon – Seven crowns and seven seals (Ván Records 2023)
1. Sombre tides
2. Hammer from the howling void
3. Usurper of the earth and sea
4. The yearning abyss devours us
5. Arcane cambrian sorcery
6. Seven crowns and seven seals
7. Beneath the ziqqurats