Niet enkel Collier d’Ombre en Alex Poole zijn spilfiguren in de stortvloed aan fantastische releases die we de laatste jaren op vlak van USBM op ons afgevuurd kregen. Ook een mogelijks iets minder gekende muzikant als Taurus heeft sinds 2021 al een serieuze bijdrage geleverd aan deze opflakkerende scene middels bands als Fellwinter, Arbor en Gauntlet Ring. Van eerstgenoemde namen we reeds de sterke langspelers “Night of the blood” (2022) en “The dawn of winter” (2023) onder de loep. In het geval van Gauntlet Ring bogen we ons over diens “Promo tape ’24” en de lichtjes fenomenale vierde langspeler “Phantoms of dark symmetry” die zelfs een plaatsje opeiste in Jule’s eindejaarslijst. Over Arbor en Atheosophia gaven we onze mening nog niet, maar wat laatstgenoemde betreft, brengen we daar nu verandering in daar we reeds enkele dagen immens veel luisterplezier halen uit diens tweede full-length “How dark the heavens: Coronation in the blood of the innocent“.
Tijdens deze luisterbeurten overviel ons telkens een gigantisch gevoel van melancholie naar de tijden waarin we als een door puisten gepokte puber black metal ontdekten. We spreken dan over midden jaren ’90 toen het grootste deel van de klassiekers van het genre mekaar in sneltempo opvolgden. Net zoals de andere releases van de hand van Taurus zitten we voor vernieuwing bij Atheosophia aan het verkeerde adres. De geest van de eerste releases van bands als Gorgoroth en Satyricon oproepen, is waar het bij Taurus om lijkt te draaien.
De vocale invulling en klankkleur doen ons meermaals aan de jeugdige Satyr denken toen die het nog in zich had om overtuigend te screamen in plaats van duffe en voorspelbare meezingrefreintjes op zijn latere stadionblackmetal te plaatsen. Ook de vele middeleeuws aanvoelende passages (vertolkt op zowel akoestische gitaar als keyboard), doen de eerste twee langspelers van Satyricon herleven, hoewel het werk van Atheosophia soms ook een Keltisch randje meekrijgt in plaats van louter op duistere Noorse folklore te focussen. De regelmatig opduikende samples van gure wind, knetterend houtvuur, huilende wolven en opgefokte raven roepen dan ook enkele parallellen op met het betere werk van Graveland.
Atheosophia’s muziek wordt gekenmerkt door een compromisloze en rauwe productie die even dun is als de weinige haren die me nog resten op mijn scalp. Hoor die hondsdolle maar retestrakke snare-aanslagen maar eens “Under the sign of hell“-gewijs als een gek tekeer gaan, hoewel er meermaals ook voor galopperende ritmes wordt gekozen. Anderzijds voelt de muziek door de vele intermezzi deze keer ook wat meer ritualistisch en abstract aan. Ze dragen onherroepelijk bij aan de magnifieke atmosfeer die deze plaat uitstraalt, hoewel ze er soms ook wel wat de vaart uithalen.
Ideologisch gezien zet Atheosophia zich af tegen Abrahamitische religies en legt het de nadruk op heidense en esoterische symboliek. De band beschrijft zijn geluid dan ook als een “Nietzscheaanse aanval op Abrahamitische idealen en een wedergeboorte van heidense en arcane identiteit”. De vorige output van Atheosophia was al niet mis, maar met dit “How dark the heavens: Coronation in the blood of the innocent” trekken ze ons voluit over de streep met hun black metal for the elite. Alleen jammer van het wel héél sobere artwork.
JOKKE: 86/100
Atheosophia – How dark the heavens: Coronation in the blood of the innocent (Blood and Crescent Productions 2025)
1. Birthed of blasphemy
2. A night forgotten
3. Coronation in the blood of the innocent
4. Furor verborum
5. The sanguine sunrise
6. Darker than death or night
7. Deep blue of silver clouds
8. The Celtic moon
