Wij hebben sinds een dik jaar te kampen met de COVID-19 pandemie maar in de veertiende eeuw teisterde de zwarte dood de mensheid. In Noorwegen ontbrandde de pandemie als een vuurstorm in het jaar 1349. Binnen enkele maanden stierf naar schatting 60 procent van de bevolking, als een ramp van Bijbelse proporties. In Noorse folklore en oude volksverhalen werd de pest vaak afgebeeld in de vorm van een oude vrouw met een asgrauw gezicht. Haar naam was Pesta, een Noors woord voor de pandemie zelf. Ze kleedde zich in een rode rok en bracht schrik aan bij iedereen die haar zag. Het gevreesde wezen reisde van gemeenschap naar gemeenschap, met een bezemsteel en een hark. Als je Pesta tegenkwam met haar hark, dan wist je dat ze een aantal van je mensen zou sparen. Maar begon ze te vegen met haar bezemsteel, dan had het geen zin om te rennen; geen ziel zou nog leven tegen de tijd dat ze klaar was. Pesta dook reeds in veel blackmetalartwork op, dikwijls van de hand van de Noorse kunstenaar Theodor Severin Kittelsen (1857–1914). Het hoesontwerp “Pest at the dock” dat de debuutplaat “Far beyond insanity” van het Russische Hymnr siert, is sterk schatplichtig aan Kittelsen (ik vermoed dat het niet door hem getekend is). Conceptueel gezien beschrijft Hymnr de ondergang van de wereld, mensheid en religie. Vermits Pesta een hark vast heeft, wordt het vermoeden gesterkt dat enkelen blijkbaar de teloorgang zouden overleven, hoewel de uitluidende sample van gillende mensen toch niet veel goeds lijkt te voorspellen. Hymnr’s black metal is vrij bleek, grauw en mistroostig qua sfeer. Ruimte voor vrolijke fratsen of melodieën die ook maar enig lichtpuntje van positivisme doen uitstralen, is er hoegenaamd niet. Melancholie, zwaarmoedigheid en zwaar op de hand liggende emoties regeren in de asgrauwe setting en riffs die gitarist VI 43 minuten lang portretteert. De sound, waarin alle instrumenten duidelijk hun plaats hebben gekregen, is kurkdroog, net als de verhalende growls van zanger V; wat meer variatie of krijszang had welgekomen geweest. De tempo’s die drummer VII lost, beslaan dan weer wel alle uithoeken van het spectrum. De sound van Hymnr kan zeker niet als een kopie van een bestaande band omschreven worden. Ik hoor aanvankelijk in “Part III” wat Thorns-light, “Wolf lair abyss“-era Mayhem (evenals een halfslachtige Attila-imitatie) of mid-era Satyricon en net over het midden recente Gehenna, in andere nummers dan weer een van toeters en bellen ontdane Batushka of subtiele postblackinvloeden. De sterkte van Hymnr ligt in de dynamische structuur van elk van de vier uitgesponnen nummers die om de paar minuten een nieuwe wending nemen, hoewel “Part IV” wel wat te langdradig is in de mid-tempo passages. Desalniettemin valt dit debuut in de categorie van de sterke middenmotoren.
JOKKE: 78/100
Hymnr – Far beyond insanity (Saturnal Records 2021)
1. Part I
2. Part II
3. Part III
4. Part IV