Tome Of Misanthropical Experience of kortweg T.O.M.E. is een band waarover in de wandelgangen wordt gefluisterd dat er veteranen uit de Finse blackmetalscene deel van uitmaken. Metal Archives zegt ons dat er een eerste teken van leven werd genoteerd in 2009 met de demo “I-III“. Of het dezelfde drie composities zijn die meer dan een decennium later op het self-titled debuut opduiken, moet ik schuldig blijven (hoewel een vergelijking van de respectievelijke speelduur van de nummers dat wel lijkt te bevestigen). We kregen nog mee dat ook de opvolgende albums telkens drie songs zullen bevatten. Continuïteit lijkt met andere woorden verzekerd. Dat naast een (on)gezonde dosis misantropie ook de Scandinavische natuur tot inspiratie van de band dient, leiden we af uit het bandlogo.

De drie composities op dit debuut zijn verre van Eurovisiesongfestivalmateriaal getuige de double digit speelduur die elk nummer laat optekenen. T.O.M.E. meent dan wel black metal te spelen, toch komt dit slechts zelden naar de oppervlakte geborreld. Om te beginnen is het tempo doorgaans down- tot mid-tempo, terwijl het gros van de blackmetalbands met blastbeats om de oren slaagt. Ten tweede zijn de lange songs overwegend instrumentaal te noemen, ze hebben dan ook de nodige tijd gekregen om zich te ontwikkelen en bevatten heel wat lang uitwaaierende passages. Het is pas wanneer er dan toch zang opduikt, dat het gekwelde gekrijs de muziek als black metal labelt. De screams klinken erg getormenteerd en gekweld en situeren T.O.M.E. daardoor in het DSBM-straatje. In de groovende en rockende passages van de opener moeten we – daar is de warme sound ook zeker debet aan – soms wel eens aan het meest recente werk van een Satyricon denken, maar of dat nu zo’n goede referentie is, laat ik even in het midden. Wanneer de repetitiviteit opgezocht wordt en er een trance-opwekkende effect beoogd wordt, kunnen we dan weer niet om een Burzum als ijkpunt heen.

In de eerste helft van “II” passeren heel wat dissonante riffs en wordt door het afwijken van een standaard 4/4-maat een nogal generieke riff plots veel avontuurlijker gemaakt. Het tweede deel is dan weer grotendeels opgebouwd uit minimale ambient waarover kille gitaarlijntjes, duister en angstaanjagend gefluister en verlepte screams de atmosfeer nog verder verzieken. Dit had gerust een intermezzo kunnen zijn, maar de band wil zoals vermeld een stramien van platen met drie nummers brengen.

De koele ambient waait nog even verder door richting “III” alwaar een trage, logge gitaarpartij langzaam aanzwelt. Om bij de les te blijven, wordt subtiele heldere zang als verrassingselement ingezet waarna extra schwung geïnjecteerd wordt middels wat je als black ’n roll riffs en ritmes zou kunnen omschrijven. De meerstemmige heldere zang treedt meer op de voorgrond en ook in de finale wordt uit verschillende vaatjes getapt. Zo worden we nog op een psychedelische gitaaruitloper getrakteerd, die naadloos lijkt aan te sluiten met de openingstonen van de plaat. De cirkel is rond. T.O.M.E. waakt er duidelijk over dat de lange nummers boeiend blijven, hoewel de muziek geen rocket science is. Als het gevoel maar juist zit natuurlijk.

De sound is – zoals reeds aangehaald – warm en bevat een zekere crunchy korrel en voldoende ruimte voor de basgitaar. Enkel de basdrum klinkt wat te digitaal. En ondanks het ontoegankelijke karakter van T.O.M.E.’s muziek, noteren we toch wel enkele onverwachte catchy hooks en headbangmomenten waarbij we aan een band als Khold moeten denken. Speciaal album dit “T.O.M.E.” dat heel a-typisch Fins klinkt en dat zich qua sound en tempo distantieert van het gros aan platen dat hier tegenwoordig de revue passeert.

JOKKE: 79/100

T.O.M.E. – T.O.M.E. (Spread Evil 2021)
1. I
2. II
3. III