Wie reeds voet aan wal zette op het machtige IJsland zal beamen dat de wind daar als een gek rond scheert. Op vlak van IJslandse black metal is het de laatste tijd echter bijna windstil. We zijn bovendien nog steeds aan het bekomen van het feit dat Svartidauði, in 2012 zo wat de katalysator van de explosie van IJslands zwartmetaal met diens magistrale “Flesh cathedral“-album, blijkbaar de pijp aan Maarten heeft gegeven, maar we kijken wel reikhalzend uit naar de derde langspeler van Misþyrming die nog voor het einde van het jaar zou moeten uitkomen. In afwachting daarvan bijten we onze tanden vast in “Nóttin” (“De nacht“), de tweede full-length van Óreiða.

Het had niet veel gescheeld of de mensheid had nooit kennis kunnen maken met deze plaat want Þórir G. Jónsson, de man die Óreiða in zijn eentje vorm geeft, was de opnames (die dateren van eind 2016) op één of andere manier kwijt gespeeld – de IJslander blijkt met andere woorden een even groot computergenie als mezelf te zijn -, maar plots doken ze uit één of ander technologisch zwart gat terug op waardoor we nu met de vier songs (voorlopig enkel digitaal) kennis kunnen maken.

De muziek op dit “Nóttin” zou dus – indien ik de tijdslijn correct samenstel – ouder moeten zijn dan wat we hoorden op de self-titled debuutlangspeler uit 2019, die we trouwens erg te pruimen vonden. En dat voelt zo ook wel aan. Net zoals op het debuut krijgen we een instrumentale blend voorgeschoteld van rauwe atmosferische black metal en beklijvende haast postrockachtige melodieën die als een aanlokkelijke sirene doorheen de lange composities waren. De productie is wel nog iets primitiever, maar geen lofi brei, en de gitaren zoeken soms ook nog wel wat atonale akkoorden op en verwijzen daarmee naar de demo’s. Het hypnotiserende effect is nog steeds aanwezig maar de algemene atmosfeer is – zeker op de eerste helft – wat neerslachtiger en bedrukter te noemen vergeleken met de soms triomfantelijke crescendo’s die we op het debuut hoorden. “III” vormt hier de uitzondering op en is voor ondergetekende het beklijvende hoogtepunt van de plaat, hoewel ook de drie andere composities absoluut onder je vel weten te kruipen.

Hoewel “Nóttin” toch nipt de duimen moet leggen ten opzichte van het geweldige debuut, ben ik heel blij dat deze opnames uiteindelijk nog boven water zijn gekomen. Óreiða slaagt er immers wederom in om ons een half uur lang op een beklijvende en hallucinogene trip mee te sleuren. Ideale soundtrack voor de late uurtjes en de albumtitel past dan ook als gegoten. Hopelijk verschijnen “Nóttin” ook nog als fysieke release.

JOKKE: 83/100

Óreiða – Nóttin (Eigen beheer 2022)
1. I
2. II
3. III
4. IV