Dat duurde wel even he, voor Mannveira met een debuut op de proppen kwam. Volgens het feit dat de band in 2010 werd opgericht en pas in 2014 de “Von er eitur” EP van nog geen twintig minuten uitbracht, en ze daarna nog eens een kwartiertje van zich lieten horen middels een split met Ellorsith, werd het onderhand wel dringend tijd om eens echt een statement neer te poten. Nog eens wat IJslands geweld, want het was vanuit die hoek vrij stil het afgelopen halfjaar. Met een mengelmoes van leden van onder andere Naðra, Andavald, 0, Örmagna en Abominor, waarvan er enkele ook live meedoen met Wormlust en Almyrkvi, is het vijftal alvast niet aan hun proefstuk toe. Desondanks wordt dit nieuwe “Vítahringur” pas de echte vuurdoop voor Mannveira.
Waar de andere IJslandse bands het hoofdzakelijk bij eigen of Europese labels houden verbaast Mannveira alvast door in zee te gaan met Dark Descent Records, een Amerikaans label dat haast niet meer weg te denken is uit de death metal. Opvallende keuze, gezien Dark Descent amper blackmetalbands in huis haalt, of het moeten er al zijn die opvallend veel overlappen met de metalen des doods. Naar goeie gewoonte wordt de zang van de naar Mannveira’s doen lange nummers in de moederstaal vertolkt en ook van de titels worden we niet veel wijzer, maar gezien “Vítahringur” zoveel betekent als “vicieuze cirkel” kunnen we toch nog iets uit de albumhoes opmaken.
Dat Svartidauði, Wormlust en co een sound gecreëerd hebben die ondertussen als trademark IJslands geluid kan worden omschreven was al langer duidelijk, hoewel veel bands zich die sound toch nog op een unieke manier toe-eigenen. Mannveira echter leunt nog zeer dicht aan bij de kenmerkende claustrofobische mist van dissonanten, hese screams van Illugi (het enige bandlid dat niet in andere bands opereert), stuwende drums en bovenal onheilspellende of zelfs ronduit bedreigende sfeer. Mede door de vele variatie in het drumspel doen de slepende, omineuze passages denken aan het debuut van Sinmara, niet in het minst omdat de zang erg gelijkaardig klinkt, maar dan misschien een tikkeltje ongeremder. Zoals we van IJslanders gewend zijn, zijn de drums vaak de drijvende kracht achter de progressie in de nummers, maar uiteraard vliegen ook de foutief klinkende noten ons om de oren: Mannveira leeft van dissonantie. Dankzij hun keuze voor het schrijven van iets langere nummers laat de plaat meer ruimte voor opbouw en schaarse momentjes om even naar adem te happen. Mannveira gunt ons echter maar heel kortstondig rust, want de ene eenzame riff ontaardt, zoals op “Kverkatak eilífra martraða”, binnen de kortste momenten terug in een nietsontziende maalstroom. Opnieuw zoals we het van black metal van het ijselijke eiland gewoon zijn.
Waarin Mannveira wél verschilt van de klassiekers van aldaar, is de enorm uitmuntende mix waarin vooral de basgitaar op de voorgrond treedt, de beslissing om de distortionknop van de gitaren niet volledig open te draaien. Mannveira heeft met “Vítahringur” ontegensprekelijk vakmanschap afgeleverd en de songs zitten dynamisch in elkaar, maar ikzelf ga vrees ik sneller teruggrijpen naar de albums die de sound in het begin van de jaren 2010 vorm hebben gegeven. Waarom? Die waren nog net dat tikkeltje beter, en Mannveira raapt precies enkele kenmerkende ideeën van de vroegere werken van Wormlust, Sinmara en Svartidauði bijeen, maar onderscheidt zich er naar mijn mening niet genoeg van.
CAS: 75/100
Mannveira – Vítahringur (Dark Descent Records 2021)
1. Ópin rjúfa þögnina
2. Í köldum faðmi
3. Vítahringur
4. Framtíðin myrt
5. Kverkatak eilífra martraða