Ten tijden van “Mass VI” hadden we Amenra zo goed als opgegeven. Die plaat bevatte met “A solitary reign” slechts één song die ons wist te overtuigen. De andere nummers leken ons flauwe herkauwsels van het eigen verleden te zijn. Ook live wist de band uit de Vlaanders me niet meer zo te boeien, in contrast met de superlatieven die het vijftal van het immer groeiende legioen fans wereldwijd nog steeds kreeg. Een gepland interview werd de kop ingedrukt daar sommige vragen te kritisch waren. Zou de foto van de dode zwaan van de geweldige fotograaf Stefan Vanfleteren symbool staan voor Amenra’s zwanenzang? Even dachten we van wel, maar kijk, vier jaar en enkele demo’s, live-albums, singles, compilaties en concerten later is er toch nieuw plaatwerk gekomen.
Verrassend is dat de heren alvast niet met een zevende “Mass” op de proppen zijn gekomen alsof ze zelf nood leken te hebben aan een minder strak keurslijf en voorspelbaarheid de kop wilden indeuken. De nieuweling werd als “De doorn” boven het doopvont gehouden en is de eerste plaat voor het geroemde Relapse Records. Wie denkt dat de heren daarmee muzikaal een knieval aan de commercie doen, moet ik lik op stuk geven want de teksten van de vijf nieuwe composities werden volledig in het Nederlands geschreven, hoewel Engelstalige versies van de knappe poëtische schrijfsels bijgevoegd werden (maar daarin gaat toch wel wat finesse verloren). Op deze manier wordt toch nog enigszins voortgeborduurd op de voorganger waarop korte poëtische intermezzi met Nederlandstalige teksten aanwezig waren. Een andere verrassing is dat bassist Levy Seynaeve ondertussen het schip verlaten heeft – met een nieuwe Wiegedood-plaat in de stijgers, zal diens concertagenda wederom tot aan het gaatje gevuld zijn – en vervangen werd door Tim De Gieter van o.a. Doodseskader, die tevens achter de knoppen zat tijdens het opnameproces.
“De doorn” komt met “Ogentroost” traag dronend, dreigend en vergezeld door de pakkend geschreven, melancholische poëzie van zanger Colin H Van Eeckhout op gang. De spanning stijgt want je weet dat hij elke moment zijn oerschreeuw uit de kast kan halen. Die laat onverwachts lang op zich wachten en weet niet zo hard door merg en been te gaan als we van de excentrieke frontman gewend zijn. De begeleidende hemels klinkende vrouwelijke vocalen van Oathbreaker’s Caro Tanghe zorgen dan weer wel voor een aangenaam contrast met de krijsende zang. Het meer op ritmisch gedrum steunende tussenstuk haalt de vaart wat uit het nummer, maar naar het einde toe, herpakken de heren zich.
Het korte, serene “De dood in bloei” klinkt als een epiloog van de opener en laat de rust over de luisteraar wederkeren als voorbode voor “De evenmens (We zijn even mens)“, het eerste nummer van “De doorn” dat naar voor geschoven werd en een knappe videoclip van Treha Sektori aangemeten kreeg. Het melodieuze karakter van het nummer doet denken aan “A solitary reign” en Van Eeckhout lijkt vocaal alvast dieper te gaan dan in de opener. De met heldere stem vertolkte spoken word passage zorgt keer op keer voor de nodige portie kippenvel en de mooi geplaatste woordenstroom brandt zich als littekens in mijn ziel. Daarna blijft het crescendo gaan wanneer Van Eeckhout met heldere stem verder zingt en ook Caro zich met haar kenmerkende scream vocaal in de strijd gooit. Knappe beklijvende compositie! Amenra kan het nog.
Met het aanvankelijk repetitieve en doomy “Het gloren“, waarin Caro in de gotisch aanvoelende melodieuze finale nogmaals haar vlijmscherpe stembanden laat gelden en het treurende maar berustende “Voor immer“, dat pas heel laat tot uitbarsting komt, volgen nog twee composities die op een double digit speelduur aftikken en grote lappen tekst bevatten die heel wat levenspijnen blootleggen, maar de wonden ook trachten de stelpen. Amenra rijkt een helpende hand uit naar zij die het nodig hebben, en ik kan me inbeelden dat er zo heel wat mensen zijn na het vervreemdende afgelopen jaar.
Amenra klonk nog nooit zo vol als op “De doorn“, maar de scherpe kantjes zijn er wel wat afgevijld. Sowieso zijn de harde beukpassages in de minderheid daar de songs eerder rondom Van Eeckhout’s poëzie lijken te zijn opgebouwd en échte, haast kleinkunst-achtige luistersongs zijn waar je best voor gaat zitten om ze volledig te laten absorberen. Wanneer de versterkers dan toch voluit opengaan is het meer “doom” dan “sludge” of “post-metal” dat zich laat optekenen, waarbij ook de zwaar ronkende basgitaar zich positief laat opvallen. De gitaren focussen tevens meer op melodie dan sloom groovende riffs waarvoor Amenra bekend stond.
Wij zijn alvast aangenaam verrast door “De doorn“. Muzikaal wederom niet écht grote verrassingen vergeleken met hun eigen muzikale erfgoed, hoewel de band toch duidelijk nieuwe invalshoeken opzocht. Het zijn vooral de prachtig geschreven Nederlandstalige teksten en pakkende melodieën die er als vanouds terug inhakken. “Mass III” en “Mass IIII” blijven vooralsnog onovertroffen, maar met “De doorn” levert Amenra wel haar beste plaat van het afgelopen decennium af.
JOKKE: 85/100
Amenra – De doorn (Relapse Records 2021)
1. Ogentroost
2. De dood in bloei
3. De evenmens (We zijn even mens)
4. Het gloren
5. Voor immer
Ik had helemaal hetzelfde gevoel bij die vorige plaat.
Ze waren mij kwijt aan het geraken, maar door dit schitterende album hebben ze mij opnieuw volledig in hun grip.