Net wanneer je denkt dat het onnavolgbare Trhä ons met diens vorige release, de “Inagape” EP, een gemakkelijker te onthouden en behappen titel voorschotelt (hoewel ik nog steeds geen snars van dit (verzonnen?) taaltje versta), komt bezieler/allesdoener Thét Älëf doodleuk met een plaat met de welluidende titel “Tálcunnana dëhajma tun dejl bënatsë abcul’han dlhenisë ëlh inagat, jahadlhë adrhasha dauzglën nu dlhevusao ibajngra nava líeshtamhan ëf novejhan conetsë danëctsë kin, ëf tu dlhicadëtrhënna bë ablhundrhaba judjenan alhëtangrasë shidandlhamësë inkom” op de proppen. Deze smeekt erom om op een radioshow als De Pankraker gespeeld en aangekondigd te worden. En alsof dat nog niet genoeg is, prijkt er in de vorm van het titelnummer slechts één compositie op deze derde full-length, maar deze klokt wel op een kloeke, zeg maar gerust monumentale, speelduur van 44:40 af. Benieuwd waaraan we ons deze keer muzikaal gezien mogen verwachten aangezien Trhä voor de invulling van diens black metal ook veelvuldig uit ambient en new wave tapt.

Het titelnummer start in elk geval met rustgevende en glinsterende Burzumeske ambient waarbij we ons in één of andere magische ijsgrot lijken te bevinden. Na iets meer dan vijf minuten mengen repetitieve en atmosferische blackmetalklanken zich op het strijdtoneel, maar het zijn de frivool huppelende, als een smeltende stalagtiet druppelende en glinsterachtige keyboardklanken die een heus Efteling-karakter aan de muziek toevoegen…en dat bedoel ik deze keer positief (hoewel ik me perfect kan inbeelden dat dit kolderiek randje aan de muziek voor velen als een afknapper werkt). Op tijd en stond verdwijnen de toetsen wat meer naar de achtergrond en dan is het aan de – vaak atonale – gitaarriffs om wat prominenter de hoofdrol te vertolken in dit mystieke intrigerende verhaal. Zo ergens tussen de veertiende en vijftiende minuut vertaalt zich dat plotsklaps in een kortstondige psychedelische, ietwat jazzy overstuurde kakofonie waarna speelse orgelklanken zich terug in het strijdgewoel mengen om wat later opnieuw in een dissonante furie te ontaarden. Halfweg dit monumentale nummer vertaalt het toetsenspel zich in meer intergalactische taferelen die zelfs ook minutenlang de alleenheerschappij verwerven om ons alzo in een droomstaat te vervoeren. We hebben echter nog een kwartier te gaan, dus zoals te verwachten komen de blackmetalelementen terug bovendrijven waarbij de vocalen overstuurd en maniakaal klinken. Het geeft iets bevreemdends en onrustig aan de atonale gitaarriffs. Emotie en atmosfeer zijn de kernwoorden hier in plaats van techniciteit en een gemakkelijk te behappen toegankelijkheid. Niet alle passages weten even hard te beklijven en soms verslapt de aandacht al eens, maar dat geldt voor platen met afzonderlijke tracks evenzeer.

Op deze derde langspeler klinkt Trhä’s onwereldlijke lofi black metal – ondanks de epische speelduur – wat conventioneler en wordt er vooral veel beroep gedaan op meditatieve ambient en frivole feeërieke, soms zelfs romantische dungeonsynth, wat maakt dat de dissonante gitaargerichte partijen deze keer sterk in de minderheid zijn. Ideaal luistervoer voor de late uurtjes en de dromers onder ons die hun gading vinden in bands als het reeds eerder aangehaalde Burzum, Darkspace of Paysage d’Hiver. Wie de fysieke releases zal verzorgen is op het moment van schrijven nog onduidelijk, maar laat je in afwachting daarvan gerust maar al digitaal in dromenland brengen.

JOKKE: 80/100

Trhä – Tálcunnana dëhajma tun dejl bënatsë abcul’han dlhenisë ëlh inagat, jahadlhë adrhasha dauzglën nu dlhevusao ibajngra nava líeshtamhan ëf novejhan conetsë danëctsë kin, ëf tu dlhicadëtrhënna bë ablhundrhaba judjenan alhëtangrasë shidandlhamësë inkom (Eigen beheer 2022)
1. Tálcunnana dëhajma tun dejl bënatsë abcul’han dlhenisë ëlh inagat, jahadlhë adrhasha dauzglën nu dlhevusao ibajngra nava líeshtamhan ëf novejhan conetsë danëctsë kin, ëf tu dlhicadëtrhënna bë ablhundrhaba judjenan alhëtangrasë shidandlhamësë inkom