De Zweden van Mortuus houden er niet het meest naarstige werktempo op na, zo blijkt uit een korte blik op hun discografie. Drie full lengths over een periode van vijftien jaar: we zouden het magertjes kunnen noemen, ware het niet dat voorgangers “De contemplanda morte; de reverencie laboribus ac adorationis” en “Grape of the vine” parels van platen zijn, en vooral die laatste lijkt de tand des tijds bijzonder goed te doorstaan. Neem daarbij dat hun show op het ter ziele gegane Aurora Infernalis festival in 2014 me steeds is bijgebleven: Mortuus had geen nood aan theatrale podiumopsmuk, geverfde tronies of andere verkleedpartijtjes, maar liet de muziek voor zich spreken en wist de hele zaal mee te krijgen. Uiterst benieuwd dus naar wat “Diablerie”, langspeler nummer drie, te bieden heeft.
Om met de deur in huis te vallen heeft “Diablerie” vanaf de eerste riff een monsterlijke sound meegekregen – en dat is een compliment. De dubbele basdrums klinken vol en rollen onvermoeibaar door, gesteund door een heldere maar in snellere stukken soms iets te stil gemixte bas. Gitaardetails zitten her en der in de songs verspreid en de diepe vocalen liggen heerlijk organisch in dat alles ingebed. Mortuus valt dus meteen met de deur in huis met als eerste wapen een productie die barst van de bombast. Laat dat nu echter net het geluid zijn dat perfect werkt bij dit soort – met recht en reden zo genoemde – orthodoxe black metal. De heren hebben op dit gebied duidelijk hun tijd genomen en laten geen steken vallen.
Zij die vertrouwd zijn met het oeuvre van Mortuus zullen bij de vorige alinea misschien even de wenkbrauwen gefronst hebben, verbaasd over het feit dat ik over ‘snellere’ stukken heb. Feitelijk teert het duo bestaande uit J. Kvarnbrink (Serpent Noir, ex-Ofermod, ex-Ondskapt en ex-Dödfodd) en M. Hinze (ex-Ondskapt) nog steeds grotendeels op down- en midtempo snelheden en écht ontploffen doet “Diablerie” naar goede gewoonte zelden, maar tegenover pakweg “Grape of the vine” zijn de blastbeats waarmee het titelnummer ingezet wordt even vreemd opkijken – en het gebruik hiervan doet ons inderdaad goedkeurend terugblikken naar de hoogtepunten van de bands waar de heren in actief zijn of waren. Nu, gezien Mortuus het meer van het oproepen van een esoterisch-occulte sfeer moet hebben en deze middels lang uitgesponnen, slepende composities (geen enkel nummer is korter dan negen minuten) oproept blijven ook de uitbarstingen uiterst beheerst, en dankzij de volle en afgewerkte sound gaat in mijn hoofd soms ook het Nidrosian-belletje rinkelen: met name de beheerste furie van een Whoredom Rife (“Diablerie”) of het ritualistische van Mare (“Furnace of sleep”).
Nu blijft Mortuus wel op haar best in de midtempo-regionen, en daarvan is het grotendeels instrumentale “In graves remote even the worthless have a meaning”, waarin die typische op klassiek Zweedse leest geschoeide leadlijnen alomtegenwoordig zijn, het perfecte voorbeeld. In dit elf minuten durende opus tonen de heren zich andermaal meester van de opbouwende spanning door steeds details toe te voegen en het meest gebalanceerde en begeesterende nummer van de plaat neer te pennen.
Mortuus komt na jaren aan relatieve stilte (een split met Serpent Noir en de befaamde ANTM-split) met wat ongetwijfeld hun beste album is, en bij het meermaals beluisteren wordt duidelijk waarom het zo lang heeft geduurd. Van de sound tot de composities: het is duidelijk dat de heren elk detail minutieus onder de loep hebben genomen. “Diablerie” mag dan enkele voor Mortuus voordien onbewandelde paden verkennen en wat harder van leer trekken, de focus ligt nog steeds op het meeslepen van de luisteraar. Het duo overspeelt zoals gewoonlijk hun hand niet, want ondanks dit alles klinkt “Diablerie” nog steeds op en top Mortuus, en dus per definitie uiterst berekend. Verplichte kost en een persoonlijk hoogtepunt in 2022 tot nu toe.
CAS: 90/100
Mortuus – Diablerie (World Terror Committee 2022)
1. Threefold harrowing of hell
2. Diablerie
3. In graves remote even the worthless have a meaning
4. Furnace of sleep