Er zijn van die tijden waarop je platen liggen te verstoffen en de stapel ‘nog-te-recenseren’ gemoedelijk steeds hoger tegen je aanschurkt. Tijden die veel met recalcitrante loodgieters en het ontbreken van enige verwarming te maken hebben waardoor je je pas herwonnen avonden niet spendeert in gezelschap van Wein, Weib und Gesäng maar in drie plaids gewikkeld terwijl de bouwvakkersradiator naast je brult als een getergde gorilla. Dit gezegd zijnde, u vindt de verontschuldiging tussen de lijnen, Wesenwille.

Ik vond “II: A material God” al zeer aanbevelenswaardig, zowel vanwege de potige black metal als de niet mis te verstane maatschappijkritische boodschap – niet dat ik niet van een ouderwetse slachtpartij hou, je kan me eveneens verleiden met een zinnig betoog. Uiteindelijk raakte “II” toch op de achtergrond vanwege Wesenwille’s neiging om de black metal onder een progressief raamwerk te bedelven wat voor mij te mathematisch correct aanvoelde. Ondertussen zijn we een live-album en een single verder en komt Wesenwille met “III: The great light above”. En wat mij betreft komt dit toch vrij dicht bij de homerun die de band nodig had.

Aan het basisrecept van de voorganger werd niet onnodig getornd. En meesterbrein R. Schmidt houdt er zich ook aan. De gitaren komen voldoende gruizelig uit de boxen gestormd, de basgitaar bromt een loodzwaar fundament en Schmidt beschikt nog altijd over een rauwe, iets zwaardere zangstijl dan je normaal hoort – al klinkt hij bij momenten evengoed als een jonge Ghaal. Het is me niet geheel duidelijk of David Shermann hier de drums inspeelt; hoe het ook zij, het moge duidelijk zijn dat Wesenwille’s sterktes op gitaar en zang liggen.

Nu heet het misschien even goed black metal als Immortal of Winterfylleth: Wesenwille paart muziek aan boodschap en klinkt dus een heel stuk desperater. Op “III” is het ver zoeken naar een vrolijk steigerende riff of een triomfantelijk moment waarop het lekker meebrullen is. Wesenwille brengt meer een algemene sfeer over, een wanhopig verhaal over de wereld waarin we leven. Een boodschap van haat, gecombineerd met tristesse – het had allemaal zo mooi kunnen zijn, nietwaar? En daar ligt de sterkte van deze plaat; het lukt hen nog beter dan de vorige keren. Klinkt single “Revelation of the construct” nog als een razende aanklacht neemt “Transformation” al wat gas terug en kan de malaise zich beginnen verspreiden. Het valt op dat Wesenwille meer dan vorige platen aandacht besteedt aan tempowisselingen, wat de sfeer enkel maar ten goede komt. Neemt u bijvoorbeeld het begin van “Eclipse” of het vrij briljante, statige schreien-tot-de-hemel in het midden van “Our sole illuminator”.

Dat alles leidt ertoe dat het een plaat is geworden om je tanden in te zetten: zowel helder als (net) vuil genoeg geproduceerd, met heel weinig vet aan de randen en een duidelijke identiteit. Zoals ik hierboven zei, homerun. Inderdaad, je zou kunnen zeggen dat men zich wel graag warmt aan de dissonantie zoals hen voorgedaan door Blut Aus Nord en co, al maakt men zich de zaken wel zodanig eigen dat het niet stoort. Met “III” plaatst Wesenwille zich naar mijn inziens aan de top van de sowieso al levendige Nederlandse black.

BERT: 92/100

Wesenwille – III: The great light above (Les Acteurs de l’Ombre 2022)
1. Revelation of the construct
2. Transformation
3. The legacy of giants
4. Trinity
5. Our sole illuminator
6. Eclipse
7. The specular gaze