Het Nieuw-Zeelandse Verberis kruiste ergens in 2016 reeds mijn pad omdat het artwork van hun net uitgebrachte debuut “Vexamen” me meteen in het oog sprong. Dat er in 2018 met “Vorant gnosis” nog een EP van een dik halfuur is verschenen is dan weer compleet aan mij voorbijgegaan. Ik herinner me vooral van verwrongen riffwerk doorspekte oer-death metal met een zwartgeblakerd randje waar ik wel lauwwarm van werd, maar toen ik zag dat Jaimie Saint Merat de drumknuppels op “Adumbration of the veiled logos” ter hand nam, was mijn interesse gezien zijn waanzinnig drumwerk bij Ulcerate meteen gewekt – ook al duurde het te lang voor ik me echt in de plaat kon verdiepen, hij kwam reeds in juni uit. Beter laat dan nooit denk ik dan, want langspeler twee verdient het zeker om op de valreep van het jaar nog op dit platform te pronken. Als na jaren geheimdoenerij dan blijkt dat Verberis ook hun zanger met Heresiarch deelt, kunnen we niet anders dan deze laatstgeborene aan ons oor(deel) te onderwerpen.
De muzikale evolutie die Verberis sedert “Vexamen” heeft doorgemaakt valt eigenlijk perfect te omschrijven aan de hand van de labelswitch die de heren doorvoerden: van Iron Bonehead naar Norma Evangelium Diaboli. Van relatief ongecompliceerd rechtdoor naar doordacht en onheilspellend, met de nodige dissonantie die vettige knipogen richting het geniale “Paracletus” van broodheer/labelbazen Deathspell Omega niet probeert te verhullen maar waar ook de deathmetalinsteek van Ulcerate onmiskenbaar is, en het mysterieuze van Ascensions “Consolamentum” ook om de hoek komt piepen. Toch is “Adumbration of the veiled logos” meer dan de som van de delen, want Verberis slaagt erin toch een relatief eigen sound ten berde te brengen die meer inhoud heeft dan simpelweg een dwarsdoorsnede van beide bovengenoemde bands.
Met bovenstaande referenties hoeft het dus ook niet te verbazen dat “Adumbration of the veiled logos” zijn geheimen maar mondjesmaat prijsgeeft: om de klepper van achtenvijftig minuten volledig te doorgronden zijn ettelijke luisterbeurten nodig, en Verberis schrijft geen muziek die je zomaar eventjes op repeat zet – daar is de plaat gewoon te druk voor. Verberis vereist volgehouden aandacht, zoniet word je als luisteraar makkelijk overrompeld. Het spat er dan ook vanaf dat aan elk detail minutieuze aandacht is geschonken, want los van de kenmerkende variatie in Saint Merats drumspel (alhoewel iets rechtlijniger dan bij zijn hoofdband) is doorheen de hele plaat veel aandacht geschonken aan dynamiek en het uitdragen van een bedreigende, mysterieuze sfeer. Dat die sfeer op rammende wijze kan neergepoot worden bewijzen opener “Sepulchre of shattered saints” en hekkensluiter “I am the father and the tomb of the heavens”, maar met een nummer als “Ennoia” of “Severed paragon” toont het kwartet dat het ook in de tragere registers weet te boeien. “Adumbration…” zit boordevol interessante tempowissels en Verberis weet goed wanneer het tijd is de remmen volledig los te laten om de aandacht niet kwijt te spelen.
Daarbovenop krijgt “Adumbration of the veiled logos” ook een messcherpe productie toegemeten die elk van de vele details goed tot zijn recht laat komen, al hebben we er het raden naar wie deze op zich heeft genomen. Ook het artwork van Ars Alchymiae (alias Anna Frigati) is op zijn minst gezegd in het oog springend en is een mooie weergave van het hiervoor beschreven spanningsveld dat ook in de muziek terugkeert. Alles bij elkaar is de tweede full van Verberis een schot in de roos voor eenieder die het graag wat ingewikkelder, onvoorspelbaarder en beklemmender heeft: het dissonante subgenre lijkt al eventjes over haar hoogtepunt heen te zijn en de stijl bulkt van de projecten die graag aan copy-paste doen, maar daarvoor hoef je in het geval van “Adumbration of the veiled logos” niet wakker te liggen: het is simpelweg een topplaat die weliswaar zijn tijd nodig heeft om te gisten.
CAS: 87/100
Verberis – Adumbration of the veiled logos (Norma Evangelium Diaboli 2022)
1. Sepulchre of shattered saints
2. Adamantine amidst transience
3. Severed paragon
4. Ennoia
5. I am the father and the tomb of the heavens