Lokale mythes, saga’s en historische verhalen vormen al sinds begin jaren ’90 een perfecte voedingsbodem voor tal van blackmetalbands die tekstueel niet louter de Gehoornde willen aanbidden. Ook in de lage landen vinden we zo tal van voorbeelden. Zo vindt in Belgisch Limburg Rituals Of The Dead Hand inspiratie bij de legende van de Bokkenrijders en oude mythes en folklore uit de regio van Aalst vinden al jaar en dag hun weg naar de lyrics van Kludde. Over de landsgrens is er bv. Erscheinung dat zich verdiept in Gelderse nachtsagen en recent was er nog de “Verloren vertellingen” split van Asgrauw, Duindwaler, Hellevaerder en Schavot waarop gegrasduind werd in allerhande lokale verhalen uit Oost- en West-Nederland. In de vorm van Suol is bij onze noorderburen wederom een blackmetalband opgestaan die zijn heil zoekt in lokale verhalen.
De bandnaam is een toponiem met de betekenis ‘heuvel’. In ruimere zin is dit een hoger gelegen plek die bewoonbaar is in vergelijking met het verder moerassige landschap en de Nederlandse stad Zwolle is daar een mooi voorbeeld. Het zal dan ook niet verbazen dat Suol tekstueel de mosterd is gaan halen bij tal van folkloristische verhalen en dramatische gebeurtenissen uit de regio rond Zwolle en de IJssel. Suol mag dan wel een spiksplinternieuwe band zijn, de individuen J. en P. die erachter schuilgaan, kennen we reeds van bands als Ossaert, Shagor, Dinbethes en Weerzin. Om het lokale karakter van Suol verder te onderstrepen zocht en vond het duo verdere hulp bij drummer Elshschappij Tovenaere (Terdor). De anonieme H. en S. stonden de heren verder bij op zang en een zekere D. verzorgde nog wat spoken word.
De zes songs op dit self-titled debuut nemen de luisteraar mee op een reis van Zwolle over de IJssel richting de Zuiderzee, langs verhalen over brandstichtende roversbaronnen, oeverduivels, zwarte schaduwen, verslonden dorpen en moordenaars die de dood vonden in ophanging. Zo gaat “Slot van Voorst” over de baroniale familie Van Voorst die in de 13de eeuw leefde. De baronnen Van Voorst waren zeer ambitieus, werden gevreesd door zowel stadsmensen als handelaren en wisten met allerlei tactieken een eigen zelfstandig machtsgebied rond Zwolle op te bouwen om hun rijkdom te vergroten. Opererend vanuit Slot van Voorst en hun reputatie van roofridder verdienend, leidde dit onvermijdelijk tot de botsing tussen baron Zweeder van Voorst en de stad Zwolle. Dit leidde ertoe dat het stadsbestuur de hulp inriep van de bisschop van Utrecht, Jan van Arkel. Baron Zweeder van Voorst was hier echter niet blij mee en, heethoofdig als Zweeder van Voorst was, escaleerde het snel met de brandstichting van Zwolle als gevolg. Het nummer speelt volop op onze zintuigen in met beangstigende, maar ook tragische black metal. Het is een meeslepende en panoramische compositie die een sombere en ellendige atmosfeer weet te verheffen naar een hoger niveau door voortreffelijke mannelijke opera-achtige koorzang die de tekstregel “Ruiten ende roven is gheen schande, dat doen die heren al die besten van den lande” extra beladenheid meegeeft, dynamisch drumspel en een verpletterende intensiteit van demonische screams en een doordringende riffbarrage.
“Over de Geute“, waarvan u hieronder de lyric video kan bekijken, vertelt het verhaal van een kapitein en zijn scheepsknecht op hun botter bij de monding van de IJssel, de Geute. ’s Nachts hoort de scheepsknecht mooie maar droevige zang. Beide individuen bewegen zich bovendeks om vervolgens geconfronteerd te worden met donkere schaduwen die hun botter op sleeptouw trekken. Muzikaal gezien vertaalt het verhaal zich in de eerste helft, net als albumopener “Hellevaart“, naar eerder conventionele black metal die de spanning en angst van de twee protagonisten perfect weet te vertalen in een sinistere atmosfeer die de rillingen over de huid doet lopen. Verderop in het nummer wordt de toon betovender wanneer een beklijvende sopraanstem uit de wervelende gitaarmaalstroom opduikt en een verdrietige en wanhopige stemming creëert. De zinsnede “‘De lamp die brandt, maar wij gaan liever over zand.” vat de teneur van dit nummer mooi samen.
“Vrouwe IJssel” laat het tempo zakken en zet volop in op meerstemmige heldere zang wat het nummer een dromerig cachet geeft, alhoewel ijselijke screams en vurige tremolo’s de rust verstoren. “Wetterman’s waanzin” buigt zich over de levensloop van Albert Wetterman, een Nederlandse moordenaar die zijn vrouw Gerritdina Lankhorst met rattenvergif om het leven bracht. Hij was de laatste persoon die in Overijssel in vredestijd door de officiële autoriteiten ter dood werd gebracht. In 1870 werd in Nederland de doodstraf in vredestijd afgeschaft, een thematiek die enigszins vergelijkbaar is met het verhaal achter het Noorse Ekrom. Het is eveneens een mid-tempo gespeeld nummer dat gaandeweg naar een meer galopperende punky drumbeat overschakelt.
Het bijna elf minuten durende “Bodemdrift” start met ingetogen clean gitaarspel dat wat aan het Ierse Primordial refereert waarna een gure distorted gitaarriff het overneemt en het epos in gang stuwt om een synthese te laten horen van waar Suol voor staat, namelijk beklijvende black metal met een knappe interactie tussen blackmetalkrijswerk, geslaagde mannelijke en vrouwelijke heldere vocalen en heel wat verhalende spoken word. Parallellen met de sound van Shagor en Ossaert zijn onvermijdelijk, zeker het veelvuldig integreren van dramatische, al dan niet religieus getinte en helder gezongen koorpassages knipoogt naar de andere projecten van het duo, maar toch heeft Suol op basis van dit knappe debuut en de tekstuele invalshoek absoluut bestaansrecht. Puik werk jongens (en meisje)!
JOKKE: 88/100
Suol – Suol (Swarte Yssel 2023)
1. Hellevaart
2. Slot van Voorst
3. Over de Geute
4. Vrouwe IJssel
5. Wetterman’s waanzin
6. Bodemdrift
