De mythe van Prometheus verhaalt dat de mens er bij de toebedeling van gaven en vaardigheden door de Griekse goden maar bekaaid afkwam. Zowel op het vlak van de overlevingsinstincten als op het vlak van de natuurlijke verdedigingsmiddelen waren de andere levende wezens er veel beter aan toe. Uit liefde voor de mensheid stal Prometheus het vuur bij de Olympische goden en schonk het aan de mensen. Hij leerde de mens er metaal mee te bewerken en leerde hun technische vaardigheden toe te eigenen. Het drietal Esophis (gitaar, bas, synths), Aggelos (zang) en Nodens (drums) werd op vlak van ‘metaalbewerking’ goed bedeeld want wat de heren op hun tweede langspeler “Resonant echoes from cosmos of old” laten horen, kan ons uitermate bekoren.
Waarom het promopraatje de band als blackmetal labelt, ontging me aanvankelijk wel een beetje want de strot van Aggelos situeert zich in het openende “Gravitons passing through Yog-Sothoth” en het loodzware groovende “Azathoth” toch vooral in diepere deathmetalregionen. Ook muzikaal horen we heel wat esoterisch doodsmetaal echoën in de muziek van deze Grieken, die in het vaarwater van een band als Sulphur Aeon opereren. De Lovecraftiaanse themathiek delen ze trouwens ook met deze Duitsers. De blackmetalreferentie slaagt hier met andere woorden eerder op de hoge dosis duistere atmosfeer die in de muziek geïnjecteerd is en op de dissonante riffjes die in de monsterlijke composities zoals het slepende “Astrophobos” verstopt zitten. Dit is het eerste nummer dat in zijn totaliteit meer naar zwart- dan doodsmetaal overhelt en vanaf de zevenminutengrens ook ruimte laat voor een ingetogen heavymetalachtige gitaarlead. Het is een melodieuze aanpak die teruggrijpt naar de eerste twee Rotting Christ platen die zowat de blauwdruk voor de Helleense blackmetalsound vormen. Met het daaropvolgende titelnummer gooit het trio het lichtjes over een andere boeg daar er hier ook aandacht is voor een zeker majestueus en symfonisch gevoel. Gaandeweg trapt Nodens op het gaspedaal en lanceren de heren zichzelf in furieuze blackmetalversnellingen, om dan plots schril te contrasteren door al het muzikale geweld te laten stilvallen en opnieuw op melodieuze hypnotiserende gitaarmelodieën over te schakelen waarvoor de Helleens scene zo gekend staat. Ook meer naar het einde van deze negen minuten durende compositie laat Prometheus nog verschillende gezichten zien; we horen zelfs even een Emperor-achtig stukje terug. Het maakt dat we bij de les blijven en ons niet snel vervelen met deze plaat. Het Grieks getitelde nummer “Ανεμοι των Αστρων” (‘ik weet het niet’) is een atmosferisch mystiek klinkend intermezzo dat een brug bouwt naar het afsluitende “The crimson tower of the headless God” waarin het beste van black- en deathmetal gecombineerd wordt tot een beklijvend epos waarin naarmate het einde nadert een heuse plaats is weggelegd voor majestueuze synths die de zintuigen prikkelen en een ruimtelijk vacuüm creëren dat psychedelische ambient-allures aanneemt. Voeg daar nog feërieke vrouwelijke engelenzang bij en we lijken ons haast even van het aardse bestaan te kunnen losmaken.
Prometheus weet zich met “Resonant echoes from cosmos of old” resoluut op mijn radar te spelen. Dit is immers een avontuurlijke plaat waarop een band te horen is die niet voortdurend uit hetzelfde vaatje tapt maar verschillende gedaantes aanneemt wat bijdraagt aan het luisterplezier.
JOKKE: 87/100
Prometheus – Resonant echoes from cosmos of old (I, Voidhanger Records 2020)
1. Gravitons passing through Yog-Sothoth
2. Azathoth
3. Astrophobos
4. Resonant echoes from cosmos of old
5. Ανεμοι των Αστρων
6. The crimson tower of the headless God