World Terror Committee is de laatste tijd niet meer het meest actieve label op deze aardkloot, maar als deze Duitse underground activist iets op de markt brengt is het doorgaans wel de moeite waard. Zoals steeds out of the blue, was daar in januari plots een splitrelease tussen het Griekse Serpent Noir en het Finse Sargeist, twee bands die al enkele releases via W.T.C. achter de rug hebben. Het fijne aan deze split is dat het idee erachter veel verder gaat dan twee bands die het wel kunnen vinden met mekaar, beide enkele nummers schrijven of songs nemen die nog ergens rond slingerden en dan maar besluiten deze samen te bundelen.
Neen, achter “Transcendental black magic” schuilt een gedeelde visie omtrent Dragon Rouge, een internationale occulte orde en esoterische academie die in 1989 door Dr. Thomas Karlsson (ex-Therion) werd opgericht. Dragon Rouge benadrukt de originele klassieke Griekse traditie van de academische wereld als een school van zowel Lichaam als Geest, het vleselijke en het spirituele leven van de mens. Het doel van Dragon Rouge is om het bewustzijn van de verborgen dimensie van het bestaan te bereiken en leden te helpen hun dromen waar te maken en hun optimale potentieel te bereiken. De zeven nummers handelen over levensveranderende gebeurtenissen die zich de afgelopen twee jaar hebben voorgedaan op fysiek, metafysisch en magisch niveau, allemaal voortkomend uit verschillende, maar met elkaar verweven onthullingen van de duistere machten die het bestaan van een magiër beheersen. Voor de gelegenheid werden alle teksten – ook die van de drie Sargeist songs – geschreven door Serpent Noir gitarist/bassist Yiannis K.
De Grieken trappen deze split op gang en van meet af aan wordt duidelijk dat de muzikale lijn van de laatste langspeler “Death clan OD” wordt verdergezet want om de klassieke heavymetalinvloeden in Serpent Noir’s sound te ontdekken heb je geen speurneus nodig. Anderzijds klinkt de band dan weer meer atmosferisch, sinister, origineel en dieper dan op die plaat en ligt het tempo terug wat lager. Tevens is de productie behoorlijk anders uitgevallen. “Death clan OD” klonk veel gepolijster en digitaler terwijl deze vier nummers een gortdroge sound aangemeten kregen. Het is even wennen, maar het doet de heren alvast heel wat meer organisch klinken. Samen met de vele warmbloedige gitaarmelodieën die in de songs opduiken, doet het Serpent Noir aansluiting vinden bij de oervaders van de Helleense blackmetalsound. Niet alleen het gitaargeluid en de vele roffels op de toms van drummer George Dovolos klinken droog, dat kan ook van de strot van Kostas K. gezegd worden, maar om verveling tegen te gaan, gooit de man ook af en toe zijn heldere, dramatisch klinkende stembanden in de strijd zoals in “Epiklisis tou eosforou“. Leuk weetje nog over de old-school klinkende openingstrack “Throne of Satanas“: de riffs werden aanvankelijk 10 à 11 jaar geleden geschreven voor een Grieks/Zweeds project dat nooit van de grond kwam. De naam van dit project zou Reviving Tehom zijn en de leden waren Y.K van Serpent Noir op gitaar en Tommie Eriksson van Saturnalia Temple op drums en zang. Zo zie je maar dat een kwalitatieve song vroeg of laat altijd komt bovendrijven.
Wanneer de aanstekelijke melodielijn van “Daemon behind the bars” uitsterft, nemen Shatraug en zijn kompanen het over. Het moet gezegd worden dat deze Finnen er toch wel een heel andere muzikale benadering van het zwarte genre op na houden: veel puurder, traditioneel, duister en op een serieus hoger tempo gespeeld. “God of the darkest dawn” en “Spirit nox famuli” moeten met hun gemiddelde speelduur van negen minuten zowat de langste composities uit het omvangrijke oeuvre van de band zijn. Het moge gezegd worden dat Sargeist met Markus Tuonenjoki aka Profundus achter de microfoon zijn beste werk tot op heden heeft uitgebracht: langspeler “Unbound“ uit 2018 en de “Death veneration” EP uit 2019. En deze drie composities gaan nóg verder want Sargeist excelleert hier in het neerzetten van een gitzwarte duisternis die allesomvattend is: pakkende gitaarmelodieën die onderhuids een branderig gevoel opwekken in combinatie met de angstaanjagende stembanden van de heer Profundis (check zeker ook diens werk met Desolate Shrine, Embryonic Slumber en Olio Tähtien Takana). Wat het geval was voor de Grieken, geldt ook voor deze Finse veteranen: het karakteristieke geluid van diens eigen blackmetalschool is heel duidelijk in het riffwerk hoorbaar. Ook wanneer het tempo al eens daalt, komt die melodieusheid bovendrijven en de lange songs zijn voorbij voor je het goed en wel beseft. De albumtitel resoneert dan ook perfect met de titel van deze split. Als uitsmijter is er nog het wat meer compacte “The eleventh claw” dat teruggrijpt naar het oudere werk van Sargeist zoals de “Satanic black devotion“-plaat.
Het contrast qua stijlen op deze split is best groot en de kans bestaat dat fans van de A-kant minder met de B-kant kunnen aanvangen (en vice versa). Voor mij persoonlijk was de liefde voor het Sargeist-materiaal op deze split er instant, terwijl de Serpent Noir-inbreng wat meer tijd nodig had om te groeien. Na de nodige luister- en rijpingstijd kunnen we concluderen dat “Transcendental black magic” een uitstekende split is die misschien wel het beste werk van beide bands bevat.
JOKKE: 85/100 (Serpent Noir: 83/100, Sargeist: 87/100)
Serpent Noir/Sargeist – Transcendental black magic (World Terror Committee 2022)
1. Serpent Noir – Throne of Satanas
2. Serpent Noir – Endless night of Lilith
3. Serpent Noir – Epiklisis tou eosforou
4. Serpent Noir – Daemon behind the bars
5. Sargeist – God of the darkest dawn
6. Sargeist – Spirit nox famuli
7. Sargeist – The eleventh claw