Swartadauþuz: De man is ondertussen zo bekend dat je een review simpelweg met zijn naam kunt openen. Niet dat je daar direct veel meer mee weet, tussen Musmahhu en Digerdöden zit nogal wat verschil. Maar je kan wel met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid verwachten dat er een stevige, kwalitatief hoogstaande pot metal op je af komt denderen. Als bewijsstuk van de dag ligt Greve op tafel. Drie jaar na “Nordarikets strid” en met als belangrijkste verschil dat hij niet langer wordt bijgestaan door Lik, wiens stem de vorige plaat nogal beheerste. Deze is vervangen door een zekere Korgath. Waar op de vorige plaat geen drummer vermeld stond speelt nu Juhos deze in, die ook al drumde op “Genom dödens svarta törst” van Digerdöden.

Greve plaatste zich met “Nordarikets strid” duidelijk aan de melodische kant van het blackmetalspectrum – meer Dissection dan Setherial – en trekt die lijn loodrecht door. “Bortom berget, svälttid komma” opent de plaat op een omineuze noot, waarna “Skapelse ur fiendeskapets mödrar” uit de boxen kan knallen. Want op het eind van de dag, en het is misschien wat vooruitlopen op de conclusie, is één van de grote kwaliteiten van Swartadauþuz dat hij zich altijd bewust blijft van de grenzen waarbinnen hij opereert. Net zoals bands als Shores of Ladon of Drudkh het kunnen, slaagt de man er in deze incarnatie in om met black metal een helder beeld over te brengen, zonder het genre uit het oog te verliezen. Wie bij het titelnummer geen met donkere dennenwouden befronste heuvels ziet opdoemen tegen een achtergrond van met eeuwige sneeuw bedekte bergen heeft geen hart. Ik spreek overigens geen Zweeds, geen idee waar het echt over gaat.

Hoe de band tot dit resultaat is gekomen gaat aan mij voorbij. Gardghastr, nog één van Swartadauþuz’s projecten, heeft in die optiek hetzelfde effect. En iets van het chaotische dat Gardghastr kenmerkt kun je ook hier horen. “Träsktalets gåfva en rituell reflektion” lijkt in zijn acht minuten durende looptijd een keer of twee op hol te slaan. Met de beheersing die hem eigen lijkt houdt Swartadauþuz de teugels echter in handen. Het einde van “Träskalets…” is één uitgerekte, elegante beweging waarmee de voorgaande chaos wordt afgesloten.

Beide nieuwe kompanen mogen dan vrij onbekend zijn, over Korgath is bijna niks terug te vinden en ook hier kun je je afvragen hoe groot hun inbreng was. Dat ze hun respectieve rol goed vervullen mag duidelijk zijn. Zeker Juhos bewijst zich een inventieve drummer; het zou me niet verbazen mochten we hem nog meer zien opduiken in de toekomst. Korgath blijft van alle drie het meest in één dimensie hangen: zijn zang mag dan bij de muziek passen als bier bij een barbecue, het neemt niet weg dat hij als zanger minder de spotlights opeist dan Lik.

Veel negatiefs kan ik hier kortom niet over zeggen: dit is gevarieerde, melodische black metal die de gloriedagen van Dissection en zelfs Emperor in herinnering roept. Als ik me naar de platenboer begeef, hoop ik met dit terug te komen. Je moet de keizer geven wat hem toekomt, dus hierbij: Swartadauþuz strikes again. En dan moet de dubbele debuut-cd van Trolldom binnenkort nog landen!

BERT: 94/100

Greve – Föllo af svavel, lifvets dimridå (Purity through Fire 2022)
1. Bortom berget, svälttid komma
2. Skapelse ur fiendeskapets mödrar
3. Lögnarens gryning, svältföddas bestar
4. Åska i himmlavalvets förljugna
5. Föllo af svavel, lifvets dimridå
6. Träsktalets gåfva en rituell reflektion
7. Mördade stigar, funnit i mitt grepp
8. Dödens tid, evigt de vila