Kort na het uitbrengen van de “Belong” EP in 2019 kondigde Ultha aan er op zijn minst tijdelijk een punt achter te zetten. Bleiten, bleiten, en nog eens bleiten, want het is geen geheim dat de Keulenaars het hier al sinds het begin van hun carrière, en zeker sinds het magische “Converging sins”, bijzonder goed doen. Die laatste blijft trouwens nog steeds mijn favoriet in hun uitgebreide discografie. Dat er na voornoemde EP nog een split met Morast en een  nieuwe EP onder de naam “Floors of heaven” zouden uitkomen, konden we in onze stoutste dromen niet bevroeden. Ook op het livefront werd een Ultha concert een schaarse aangelegenheid, en meesterbrein Ralph Schmidt liet zich meer dan eens ontvallen dat het vaatje nu echt wel leeggetapt was.

Fast forward naar één april 2022. Tussen het schrijven van het ene IQ-verslag en het fietsen naar mijn volgend overleg tijdens de laatste werkdag voor de paasvakantie door waagde ik het een blik op smoelenboek te werpen: daar stond zowaar een nieuwe full length te prijken, en dat was niet eens een grap. Blijkbaar had het vijfkoppig gezelschap, met Ralph op kop, dan toch nog de energie gevonden om een plaat bijeen te schrijven en zonder enige vorm van aankondiging of promo op de wereld los te laten. Wij bij Addergebroed, die albums doorgaans enige tijd voor releasedatum te horen krijgen, vielen dus even hard van onze stoel als eenieder die de band een warm hart toedraagt.

Naar eigen zeggen is de langspeler, die met een speeltijd van een uur flirt en “All that has never been true” gedoopt werd, de moeilijkste en meest persoonlijke plaat die het kwintet, met Ralph op kop, ooit heeft neergepend. Thematisch gaat het om Ralphs strijd met mentale moeilijkheden, en hoe hij zich soms een bedrieger voelt als het op het herkennen en voelen van emoties aankomt – de titel van de plaat spreekt boekdelen voor de goede verstaander en ook het artwork is een mooie representatie van wat een gevoel van imposter syndrome of klinische depressie met een mens kan doen. Zoals steeds weer een uitgekiend concept dus.

Met een wedergeboorte gaan steevast ook veranderingen gepaard, en in het geval van “All that has never been true” uiten die zich vooral in de diepere gitaar- en bassound, waardoor de plaat af en toe wat meer de sludgy kant uitgaat dan vroeger het geval was. Nu heeft de black metal van Ultha er steeds een eclectische sound op nagehouden, maar ditmaal blijven de uitstapjes richting postpunk en dergelijke wat minder uitgesproken dan op pakweg “The inextricable wandering” en heeft het geheel een iets beklemmender en hopelozer gevoel. Waar een ziedend nihilisme altijd wel door hun werk raasde (de slogan “you exist for nothing” die de band al eeuwen uitdraagt komt niet uit de lucht vallen), komen gevoelens van bedrukking, wanhoop maar ook klaarheid en berusting naar voor, zoals bijvoorbeeld in de als postrock aandoende opbouw halfweg “Haloes in reverse” of de zich in je oor nestelende riff naar het einde van “Bathed in lightning, bathed in heat”. Zelfs de woeste grunts die in laatstgenoemd nummer de kop opsteken klinken dieper dan voorheen, al zijn ook de kenmerkende hemeltergende krijsen die Ultha’s sound zo herkenbaar maken meer dan voldoende aanwezig.

Zoals steeds is een Ultha album een afgewerkt geheel, een flow zo je wil – feit blijft dat geen enkel nummer op zichzelf staat en het dus ook de moeite niet loont deze afzonderlijk te bespreken. Voor “All that has never been true” moet je even gaan zitten, en de plaat over je heen laten spoelen, want er zit wel degelijk een rode draad in. Van de mistroostige en wanhopige opener “Dispel” wordt gestaag opgebouwd tot middels heldere synths (een instrument dat de Duitsers in hun hart dragen, zonder de clichétoer op te gaan) hekkensluiter “Rats gorged the moon… and it fell down” een zweem van hoop en, durf ik het woord in de mond nemen, gemoedsrust uitstraalt.

Is dit de beste Ultha plaat? Tijd zal het uitwijzen, want “Converging sins” staat daarvoor reeds te diep in mijn gehoorgang gegrift. Dat Ultha hier voorgangers als “The inextricable wandering” en de navolgende EP’s ruimschoots overtreft staat echter buiten kijf, en deze surprise plaat zal dan ook hoog in de jaarlijst eindigen. De reis waar de heren ons op meenemen is een emotionele trip van jewelste, exact zoals we het graag horen van de heren. Ondanks de lichte verandering in sound blijft “All that has never been true” onmiskenbaar van de hand van de heren Schmidt en co, en de plaat voelt aan als een logische progressie en vooral synthese van al wat eraan voorafging. Kan ik objectief zijn wat deze band betreft? Absoluut niet, maar wat de heren te berde brengen is dan ook steevast uitermate goed. Ultha is lang niet dood. Lang leve Ultha!

CAS: 91/100

Ultha – All that has never been true (Vendetta Records 2022)
1. Dispel
2. Der alte Feind (Jeder Tag reißt Wunden)
3. Bathed in lightning, bathed in heat
4. He knew and did not know
5. Carrion (to walk among the spiders)
6. Haloes in reverse
7. Rats gorged the moon… and it fell down