Het Tsjechische Inferno hoort allesbehalve thuis in het hokje van bands die keer op keer dezelfde laat uitbrengen. Het is haast amper te geloven dat we overdezelfde band spreken als we de eerste volwaardige langspeler “Duch slovanské síly” uit 2001, de band was dan al een jaar of vijf actief, naast het nagelnieuwe “Paradeigma (Phosphenes of apothic eternity)“, de achtste full-length alweer, leggen. De rauwe, snerpende Darkthrone worshipping black van de begindagen, heeft plaats gemaakt voor een erg atmosferisch, hypotiserend en ietwat psychedelisch geluid. Zanger, oprichter en enig overgebleven oerlid Adramelech heeft zich door de jaren heen dan ook met een stel uitmuntende muzikanten weten omringen. Zo weet nieuwbakken drummer Lord Sheafraidh best wel hoe hij op een drumstel overweg moet en gitarist Ska-Gul ontpopte zich sinds diens inlijving in 2008 tot een onmiskenbare kracht voor de meer recente incarnatie van de band.

Wat mij betreft, werd Inferno pas écht interessant met “Omniabsence filled by his greatness” uit 2013 waarop de heren een geluid verkenden dat gestoeld was op het legendarische “De mysteriis dom sathanas“, maar vol overtuiging en wilskracht gebracht. De formule werd verder verfijnd en op smaak gebracht met de nodige psychedelica op opvolger “Gnosis kardias (of transcension and involution)” en de split met Devathorn. En nu is er dus “Paradeigma (Phosphenes of apothic eternity)”, titelsgewijs alvast een vette kluif, waarop thema’s als psychologie, kosmologie en horror verkend worden die beïnvloed werden door “The cosmos as self-creation” van de Tsjechische schrijver Michal Ajvaz, “Time reborn” van fysicus Lee Smolin en vooral “The red book” van Carl Jung.

Inferno anno 2021 zet niet zo zeer in op individuele songs, maar meer op het geheel waarbij ook de muzikanten zelf zelden in de spotlights treden, maar in dienst van het geheel musiceren. Meerdere gitaarlagen zijn tiramisugewijs opeengestapeld, overgoten met ambientachtige geluidstexturen en besprenkeld met diepzinnige vocalen. Het levert een betoverend en dynamisch gecomponeerd hoorspel op, soms cinematografisch van aard, dat best langer dan 35 minuten had mogen duren en waarin we heen en weer geslingerd worden tussen de meditatieve eigenschappen van black metal en ambient en de meer verontrustende dreiging die van beide genres kan uitgaan. Hekte Zaren maakt o.a. op “Phosphenes” haar opwachting en wie deze dame van bv. Adaestuo kent, weet dat de sfeer dan uitermate akelig wordt. “Ekstasis of the continuum” en de de monumentale afsluiter “Stars within and stars without projected into the matrix of time” verdienen dan weer gerust de stempel orchestraal alsof een duivelse infernale symfonie zich in het heelal uitstrekt.

Inferno overdondert ons wederom, hoewel de plaat de nodige luisterbeurten nodig heeft om volledig onder je vel te kruipen. De Tsjechen behoren niet langer tot de grote groep nostalgische zielen die het liefst terug geteleporteerd wordt naar de jaren ’90, maar maakt nu deel uit van het selecte clubje bands dat vooruit denkt. Inferno is daar in goed gezelschap van acts als Blut Aus Nord, The Ruins Of Beverast en Rebirth Of Nefast (diens Stephen Lockhart zat ook opnieuw achter de knoppen in de IJslandse Studio Emissary), drie referenties die we min of meer in het hedendaagse geluid van Inferno terughoren. Wat Ulcerate, niet toevallig een labelcollega, voor death metal is, is Inferno ondertussen voor black metal: een uitdagende, avontuurlijke, atmosferische grenzenverlegger.

JOKKE: 89/100

Inferno – Paradeigma (Phosphenes of aphotic eternity) (Debemur Morti Productions 2021)
1. Decaying virtualities yearn for asymptopia
2. The wailing horizon
3. Descent into hell of the future
4. Phosphenes
5. Ekstasis of the continuum
6. Stars within and stars without projected into the matrix of time