Tijd om nog eens een dikke streep funeral doom door mijn stereoboxen te jagen. Beide protagonisten van deze review, het Noorse Nathr en het Mexicaans/Zuid-Koreaanse Ordo Cultum Serpentis, passeerden hier al eerder de revue. Nathr’s debuut EP “Beinahrúga” bestempelden we vorig jaar als een aangename eerste kennismaking, over de “Derej najash” EP van Ordo Cultum Serpentis waren we iets minder te spreken. Benieuwd of de Noren uit Trondheim opnieuw bevestigen en of het multi-nationale gezelschap ons nu meer weet te bekoren.
Beide bands hebben voor deze gespleten aangelegenheid één track aangeleverd die respectievelijk een dikke negentien en bijna zeventien minuten duren. De funeraldoomliefhebber/-hebster wordt op deze manier ondanks de korte tracklist toch een dik half uur plezier gegund, die mannen en vrouwen zijn dat natuurlijk gewoon, want op een minuutje meer of minder wordt er in het genre doorgaans niet gekeken.
Nathr, met leden van ondermeer Ritual Death en Funeral Harvest, bijt de spits af. Nu is Trondheim in eerste instantie gekend voor zijn fantastische blackmetalscene; het zal u dus niet verbazen dat we het mystieke aura van ons geliefde muzikale genre ook in de funeral doom van dit trio terug horen. Het prefix ‘zwartgeblakerd’ kan dus van stal gehaald worden om de traag uitgesponnen muzieknoten van Nathr te omschrijven, althans nadat we meer dan halfweg zijn in “The burial“. Het eerste deel van dit kolossale nummer klinkt met zijn cleane gitaarmelodie, subtiele orgelspel, minimale percussie en sporadische fluisterzang immers nogal vreedzaam en etherisch, maar toch met een verontrustend ondertoon, alvorens het explodeert in een slo-mo verliefdheid die je kan vergelijken met een afbrokkelende kosmos, bedrieglijk vredig in zijn berustende vergetelheid. De drumslagen vellen traag hun oordeel maar zouden wat organischer mogen klinken, de gitaarlead meandert gestaag verder, het orgel zorgt voor een sacrale ondertoon en de vocalen brengen hun troosteloze boodschap op een apocalyptische manier totdat een plensbui en het luiden van klokken na bijna twintig minuten een einde brengt aan deze begrafenisstemming.
Ordo Cultum Serpentis pikt met “Fillii serpentis nigri” haast naadloos in op de uitluidende klanken van Nathr’s begrafenisplechtigheid en dit met een rituele opening van het graf dat net door voorgaande gedelfd was. Onwelriekende lijkdampen stijgen uit het vers gegraven graf op en verspreiden zich op de ritmische tonen van log beukende drums. Donderende buldervocalen, afgewisseld met sporadische helder gezongen tonen en lugubere rituele gezangen vormen het vocale spectrum van Ordo Cultum Serpentis. Net als hun Noorse bondgenoten verrast het duo halfweg met een schokgolf van rituele explosies waarbij het tempo gevoelig omhoog gaat. Ook hier kan de kritische bemerking gemaakt worden dat de drums te digitaal en daardoor niet massief genoeg klinken. De vocalen klinken wel lekker sappig en sepulchraal en geven het nummer een doodsmetalen atmosfeer mee waarna Ordo Cultum Serpentis de tombe met uiterste finaliteit terug afsluit.
“Shadows crawl” zal liefhebbers van funeral doom hoogstwaarschijnlijk wel kunnen bekoren. Pas op: geen melancholische of zeemzoete doomklanken hier, maar doom die een lugubere, rituele, onheilspellende en verdorven atmosfeer neerzet waarbij beide bands niet alleen complementair zijn maar ook aan elkaar gewaagd zijn.
JOKK: 78/100 (Nathr: 79/100; Ordo Cultum Serpentis: 77/100)
Nathr/Ordo Cultum Serpentis – Shadows crawl (Signal Rex 2022)
1. Nathr – The burial
2. Ordo Cultum Serpentis – Fillii serpentis nigri