Deze plaat is uw aandacht waard, tenminste als u van eerder melodieuze black metal houdt. Waarmee ik, evenals Asgrauw, met de voeten vooruit hun plaat aftrap. “Versplinterd hout” verspilt namelijk geen seconde en rost compleet met razende vocalen en beukende drums de boxen uit. Dat trekt de aandacht, absoluut. Het toont ook aan dat de insteek van de band niet veranderd is; men serveert hier black metal op hoog tempo met net genoeg melodie om het niet in chaos te laten ontaarden. Wat de vorige platen (al baseer ik me voornamelijk op “Schijngestalten” en “IJsval”) ook al kenmerkte en de band ondertussen een stevige reputatie bezorgde.

Het valt nog altijd niet te ontkennen hoe goed Kaos, Vaal en Batr weten waarmee ze bezig zijn. De riffs zijn precies, het drumwerk strak en zo goed getimed dat het op een paar momenten toch nog net dat beetje intensiteit kan bijleveren en de zang… de zang is erg aanwezig. Of dat reden tot fronsen of juichen is hangt volkomen af van uw persoonlijke smaak. Naar mijn idee klinkt het alsof de zanger boven zijn longen uit schreeuwt, wat voor mij afdoet aan het luisterplezier. Daarnaast zet men ook nog altijd ijle keyboards in, die het metalgeweld een toets epiek meegeven. Een schot in de roos, zou je zo zeggen.

Tot op grote hoogte is dat ook zo: Asgrauw slaagt erin om zich zowat temidden van de Zweedse en Nederlandse stijl op te houden. “Levenswaan” zou bijvoorbeeld bij vlagen niet misstaan hebben op “Nord” van Setherial en zelfs Dissection zou trots zijn op de dynamiek van “Zielloos”. Gelukkig zijn het nu eenmaal Nederlanders, dus is er ook een stevige scheut Laster, Unlord en, hoe kan het ook anders, Meslamthea te bekennen waardoor de plaat gered wordt van eentonigheid. Op naar de platenboer, dus.

Hoewel: hebt u ooit al eens een battlevest gehad, zo’n echte die al minstens vijf jaar meegaat en als een tweede huid op uw lijf valt? Daar vertoont de muziek van Asgrauw ook nogal wat gelijkenissen mee – en slecht is dat niet. Het mag niettemin wel gezegd worden. In Meslamthea zijn Kaos en Batr (daar Floris Velthuis) iets experimenteler gezind en, zoals u hier kunt lezen, daar was ik erg voor te vinden. Zet “Façade” daarnaast en je krijgt weliswaar een masterclass in hoe black metal hoort te klinken. Alleen brandt het niet. De weidse gitaarpartijen naar het einde van “Offerande” toe, het ronduit bloeddorstige begin van “Tussen willen en kunnen”, u hebt het eerder gehoord. Bij de bands die ik hierboven opnoemde.

Er zit meer dan genoeg verdienste in het reproduceren van een bepaalde muziekstijl zoals jij vindt dat ze hoort te klinken. Asgrauw speelt black metal: in die zin, dat zij, quasi tot in de perfectie, een plaat uitbrengen vol met hun interpretatie van hoe black metal dient gespeeld te worden. Aandachtige lezers zullen opmerken dat dit een ietwat anders verwoorde versie is van de redenering waarmee ik mijn recensie van Dark Funeral afsloot. Dit kun je onmogelijk slechte muziek vinden, alleen mis ik iets, hoe vaag ook, dat het van een heel goede black metal plaat verheft tot deel van mijn persoonlijke soundtrack.

Wat niet wegneemt dat het bijkans rockende stuk in de helft van “Hernemen” gewoon heel erg lekker is, de blazende drums in “Levenswaan” om van te smullen zijn en “Zielloos” in zijn geheel bijna ongezonde hoogten van epiek bereikt.

BERT: 83/100

Asgrauw – Façade (Death Prayer Records 2022)
1. Versplinterd hout
2. Geketend
3. Zielloos
4. Offerande
5. Tussen willen en kunnen
6. Hernemen
7. As van de doden
8. Levenswaan