Het hoeft geen betoog meer dat de Nederlandse blackmetalscene springlevend is, en al wie daar nog aan twijfelt raad ik (op absoluut niet arrogante wijze) aan onze site eens goed door te spitten. Tegenover onze Belgische scene gecontrasteerd vallen onze noorderburen op door hun wil om te breken met het gangbare, en wij willen daar uiteraard steeds het fijne van weten. De afgelopen jaren verhoorden we onder andere reeds Grey Aura, O, Meslamtaea, Ossaert, Terzij De Horde, Vaal, Verwoed en ja, ook het duo genaamd Fluisteraars passeerde reeds de revue ten tijde van hun tweede langspeler “Luwte“. Ondertussen zijn we twee albums, een heruitgave, en een heuse evolutie van de band verder, dus werd het dringend tijd dat we de heren opnieuw het vuur aan de schenen legden om uit te vissen hoe ze op dit punt zijn aanbeland. (CAS)

Alvorens op de nieuwe worp in te gaan wil ik eventjes terugkeren in de tijd. Vorig jaar brachten jullie de compilatie “Relaas” uit, met daarop nummers van jullie eerste demo’s “Beringheim” (2009) en “ ’t Hondslog” (2010), aangevuld met een bonustrack. Vanwaar de beslissing deze nummers opnieuw uit te brengen? Mijn vorige huisgenoot kocht de fysieke uitgave, en die omvat zowel een LP als een CD van de compilatie. Wat is daarbij de achterliggende gedachte?
Dit was het moment dat de samenwerking tussen A. de Vries en ons stopte. A heeft, vooral in de begintijd, als actief lid met ons samengewerkt. Samen met hem is het Fluisteraars geluid ontstaan. Zijn vertrek betekende voor Mink en mij het einde van een tijdperk. Dat wilde we afsluiten met een eerbetoon aan het werk wat we met A hebben gemaakt. Daarnaast was het ook een kleine jongensdroom om ons demo materiaal op vinyl uitgebracht te hebben. Al met al vormen de demo’s samen toch een gebalanceerd album.
Tussen de release van “Luwte” en “Bloem” lag een periode van vijf jaar. Tussen die laatste en het nieuwe “Gegrepen door de geest der zielsontluiking” ligt amper achttien maand. Waaraan valt dit verschil in het tempo van het schrijf- en opnameproces te wijten?
Het tempo was er altijd al. Niet om mensen te laten watertanden, maar we hebben ongeveer drie albums op de planken liggen die we alleen als pre-productie hebben opgenomen. Het probleem, als ik eerlijk ben, is dat we met zijn drieën waren. Tegenwoordig schakelen we erg snel en hoeven we het niet te overleggen met een derde persoon. Mink en ik zijn zeer bevlogen en altijd met Fluisteraars bezig. De band is een extensie van wie we zijn. Daarnaast zijn er ook studies afgerond, hebben we even rondgekeken in de maatschappij, heeft Mink wat andere projecten gehad, ik heb mijn kunstenaarspraktijk geactiveerd en hebben we samen veel live gespeeld in de band Dr. DUVAL. Al met al zijn we Fluisteraars nooit uit het oog verloren, ondanks dat het pitje soms wat lager stond. Nu is het een oven die naast de machinist in die hogesnelheidstrein staat te vlammen en te razen.
Uit puristische hoek kregen jullie heel wat gezeik ivm de hoes van “Bloem”, die sterk afwijkt van het gangbare. Vroeger wou de BM gemeenschap de buitenwereld choqueren middels hoezen met brandende kerken, grafschennis of zelfmoordtaferelen. Daartegenover staat een deel van die scene police even goed net zo snel zelf op hun achterste poten als een band een roze hoes of een cover zoals die van “Bloem” uitbrengt. Liggen jullie wakker van die kritiek? Besloten jullie als tegenreactie de nieuwe hoes obscuurder te maken?
We liggen absoluut niet wakker van die kritiek. Die kritiek vinden we goed om te lezen. Het laat ons steeds meer zien dat de gemeenschap uniform is en niet durft af te wijken van gangbare ideologieën. Uniformiteit en de gemaaktheid van de scene zijn dingen die ons laten zien dat de dragers ervan geen eigen ideeën hebben, maar vooral uitgekristalliseerde visies als sculpturen op een sokkel plaatsen en verheerlijken. Maar dat is niet hun eigen duisternis. Dat zijn gestaltes die vorm hebben gekregen door, met name, de Noorse scene in het begin van de jaren ‘90. Daar past die beeldtaal goed bij, omdat het personificaties zijn van de iconen en demonen van die lui. Waarom zou je je daar aan willen houden? Je kan ook in jezelf duiken, kijken wat je daar vindt en daar een nieuw gestalte voor bedenken. Op die manier blijft de muziek en het artwork bij jezelf staan en is het per definitie oorspronkelijk.
Het artwork voor ons nieuwe album is wellicht wat obscuurder, maar dat was “Bloem” ook. Zelf zie ik weinig verschil in de mate van obscuurheid. Het is misschien zwart-wit en de dood staat centraler, maar eigenlijk was de cover van “Bloem” ook erg obscuur. Dat zijn bloemen vlak voordat ze sterven. Op de cover van ons nieuwe album zie je een boom die langzaam wegrot van de schimmels en paddenstoelen. Op het internet circuleren foto’s die zijn gemaakt van mensen vlak voordat ze van een klif vallen of door de bliksem geraakt worden. Dat vind ik heftiger dan een foto van een lijk. De dood is daar namelijk nog niet aangekondigd en is dus onverwacht, net zoals bij die klaprozen op de cover van ons vorige album. De schoonheid voor de val is altijd intenser, vreselijker en aangrijpender dan de val zelf. Tot je in de diepere lagen van verval bent beland; daar heerst weer een hele andere esthetiek. Dat is weer goed te zien op de omslag van ons nieuwe album.

Naast het feit dat de hoes terug wat meer naar het traditionele – wat dat uiteindelijk ook mag betekenen in het versplinterde muzieklandschap anno 2021 – neigt, keerden jullie ook terug naar de roots wat opnametechnieken betreft. Alles analoog in één take, een nummer per dag: het lijkt me vrij impulsief en zo klinkt de plaat in mijn oren ook wel. Vanwaar de nood om het terug op sobere wijze aan te pakken? Welke manier van werken ligt jullie best; de meer intuïtieve aanpak, of een meer uitgedacht en tot in de details uitgewerkt project?
Ons album gaat over zelfoverstijging, het laten varen van de heersende moraal en het verslaan van de grip van de ‘ander’ in je innerlijke wereld. De innerlijke wereld vertalen we als een burcht. Die burcht kunnen we aanschouwen vanaf de buitenkant, maar hij wordt bewaakt door ideeën vanuit de buitenwereld. Die ideeën kun je, soms, beschouwen als demonen die je ziel in de klem houden. Het concept van dit album is; overwin de burcht door de ander te verslaan. Vervolgens kun je de burcht verkennen en ervoor kiezen om hem achter te laten. Net zoals een heremietkreeft van schelp naar schelp sluipt. Als je dit achter je laat kom je op een spirituele laag waar je zelf nieuwe waarden kan creëren, die gebaseerd zijn op jouw persoonlijke waarnemingen van je omgeving. Er is dan geen vertroebeling meer, maar puur een dialoog tussen een mens en de natuur. Taal is dus een barrière als je het zo bekijkt.
Dat was voor ons de grondslag om het spontaner aan te pakken. Toevalligheden toe te laten, fouten niet op te poetsen, veel experimentatie en onderzoek naar geluid. Intuïtie voerde de bovenhand. Dat konden we alleen bereiken door het bekende los te laten en een totaal nieuwe manier van werken te proberen. Niet geheel nieuw, want normaliter is dit de manier van werken voordat we studio ingaan. We sloegen nu eigenlijk een stap over.
Niet enkel qua studio-omstandigheden, maar ook qua stijl breekt “Gegrepen…” wat met “Bloem”: ondanks de vele details gaat het er op de nieuwkomer ietwat rechtlijniger aan toe dan op de voorganger het geval was, gezien dat jullie meest eclectische plaat tot op heden is, en dat terwijl jullie in feite nog nooit tweemaal hetzelfde pad hebben bewandeld. Valt er een rode draad naar waar jullie heen willen met Fluisteraars door jullie discografie te bespeuren, of werken jullie eerder in het moment zelf?
Voor onszelf hebben we niet echt een rode draad. Wat we wel altijd doen is; lange wandelingen in de natuur, muziek luisteren met elkaar en praten over het leven. Vanuit die ervaringen ontstaan er eigenlijk altijd wel concepten. Die schrijven we dan uit, en zo ontstaan er weer ideeën voor teksten, muziek en artwork. Als we dit dan samenvoegen is het soms steengoed en soms erg jammerlijk. Wat dus uiteindelijk de rode draad is; het proces wat nooit ophoudt. We zijn er altijd mee bezig. Bewust of onbewust.

De improvisatiestukken die soms uitmonden in lange instrumentale stukken vol percussie doen me soms wat denken aan het legendarische Led Zeppelin, bij wie live shows al snel de improvisatietoer opgingen en Bonham in lange solo´s verzeild geraakte. Is het bij de jaren ´60 en ´70 bands dat jullie hiervoor inspiratie vonden?
Dat is een mooie vergelijking! We raken zeker geïnspireerd door jaren ‘60 en ‘70 bands, maar dat was niet per sé de katalysator van de tussenstukken op dit album. Voor dit album hadden we ruime studio tijd, waardoor we veel aan het toeval konden overlaten. Het waren magische avonden waarin er een bepaalde trilling in de lucht hing. Het leek wel alsof Mink en ik seismologen waren die deze trilling opmerkten en het konden omzetten in een bepaald geluidsbeeld. We lieten ons leiden door de atmosfeer van die avonden en het algehele concept. Niet zozeer bewust geïnspireerd door de bands die je opnoemt. Ik kan me wel voorstellen dat de bands die je opnoemt een soortgelijk antwoord zouden kunnen geven. Het is machtig om je te laten leiden door de muziek en je innerlijke wereld te laten spreken via een instrumentarium. Dat zijn stemmen die we zelf ook niet eerder hebben gehoord. De tussenstukken kun je dus eigenlijk zien als een gesprek met de diepte.
De Nederlandse blackmetalscene kleurt al een tijdje buiten de regeltjes van het genre, en één van de opvallendheden is dat veel bands hun teksten in het Nederlands vertolken. De vorige keer dat jullie ons te woord stonden vertelden jullie dat je jezelf het best in je moedertaal kunt uitdrukken, dat je dan pas alle nuance in je tekst kunt leggen. Fluisteraars besteedt duidelijk veel aandacht aan lyrics, en dat lijkt voor veel van jullie landgenoten te gelden. Lezen jullie weleens lyrics van andere Nederlandstalige bands, en welke springen er voor jullie bovenuit?
Ik vind de teksten van T. van Turia wel te gek. Zeer beschrijvend, romantisch en dromerig. Daar kan ik wel vervoering in vinden. Voor de rest ben ik niet echt thuis met de teksten van andere Nederlandse bands. Als ik eerlijk ben, dan luister ik er ook niet zoveel naar. Trouwens, Alkerdeel heeft ook goede teksten! Maar dat is dan weer geen Nederlandse bodem, maar het ligt wel vlakbij. In België eten ze ook frites, dus misschien telt het daardoor wel mee.
De teksten op “Gegrepen…” lezen bijna als korte verhalen en barsten van de metaforen die veel aan de verbeelding van de lezer overlaten. Thematisch hangen de teksten ook goed samen en ondanks het feit dat ik liever een roman dan een poëziebundel ter hand neem heb ik ze met plezier gelezen. Wat was de thematische insteek voor de nieuwe langspeler, en puurden jullie uit specifieke inspiratiebronnen?
De thematische insteek is een metaforische beschrijving van een karakter die de massa probeert te ontvluchten. Het lukt hem echter niet omdat zijn ziel geketend is in zijn binnenwereld. Hij komt erachter dat hij zijn ziel alleen kan bevrijden door het te gaan beschouwen als een burcht die belegerd is door de gedachten en gevoelens van andere personen. Andere personen die via verhalen en overtuigingstechnieken een weg naar binnen hebben gevonden. Langzaam maar zeker weet hij een weg naar binnen te vinden en de valse heerser te verslaan. Vervolgens beschouwt hij als in een droom de verslagen burcht van boven. Het karakter vraagt zich af of hij wel zo’n burcht nodig heeft. Een burcht is namelijk gemaakt om te beschermen, te ontvangen en om comfortabel in te kunnen zitten. Als je dat weghaalt kom je in een zee met diepte. Een zee die drijft in jezelf. De overstijging is nu compleet en het karakter raakt geobserdeerd met de eindeloosheid. Dat drijft hem tot waanzin omdat hij alles wat hij kent verliest. Uiteindelijk vindt hij hier een nieuwe balans in en creëert een nieuwe taal.
Deze verscheuring vindt ook plaats in mij. De drang om in de natuur te leven, maar ook de noodzaak inzien van het leven in de stad. Zwijgen met de stenen, of schreeuwen op het marktplein. Dat was zo’n beetje het uitgangspunt. De inspiratie voor dit concept komt voort uit gesprekken die Mink en ik over de jaren heen hebben gevoerd.
Jullie hebben geen vast bandlogo, merkte ik op. Past dat binnen het kader van te willen breken met de regeltjes in de blackmetalwereld?
We willen niet persé breken met de regeltjes, we zijn tegen uniformiteit. Binnen uniformiteit verlies je namelijk je eigen karakter, en daarmee je ziel. Een vast logo is net zoiets. Waarom altijd schuilen onder hetzelfde beeldmerk als de muziek groeit. Daarnaast moet het ook passen bij de rest van het artwork en het concept. De letters die ik heb gemaakt voor het nieuwe album passen goed bij de intensiteit die willen bereiken. Het logo wat we voorheen gebruikten zou daar qua beeldtaal niet bij passen. Als we dat zouden gebruiken zou het een slechte keuze zijn, en vooral een keuze gebaseerd op ‘herkenbaar blijven’. Dat zou voortkomen uit angst, en angst zorgt ervoor dat artwork verstikt, breekbaar wordt en bleek wegtrekt en onder de bank wilt kruipen. Oftewel; artistieke zelfmoord. Artwork, logo’s, kleuren, foto’s en illustraties moeten zich uitspreken in een symbiose en gezamenlijk een sfeer uitdragen. Het zou tevens zomaar kunnen dat we ooit wel teruggrijpen naar een eerder gebruikt logo. Als ons concept er om vraagt.

De nieuweling wordt op vinyl uitgebracht in zowel rood als geel. Niet enkel de kleur van de platen zelf verschilt, maar ook die van de hoes zelf. Wat is de boodschap hierachter?
De kleur van de platen verschilt niet! Wel het folie wat op de hoes te zien is. Heel simpel gezegd; je kan de wereld op verschillende manieren bekijken, en het is aan jou hoe je dat wilt doen. Laat het een ander vooral niet bepalen en blijf sceptisch. Blijf sceptisch binnen elke overtuiging die je hebt. Alleen zo blijf je persoonlijk groeien en organisch. Innerlijke stilstand in de dood van bloei. Innerlijke stilstand zorgt ervoor dat je niet meer gelijk loopt met de natuur. Wees dus sceptisch en laat in je innerlijke wereld dingen opbloeien en sterven! Alleen dan kun je leven met de natuur. Daarnaast heeft de eerste uitgave van “L.A. woman” van The Doors ook een geel stuk folie op de omslag. Dat was naast het conceptuele gedeelte het uitgangspunt.
Ondertussen blijven jullie vasthouden aan de combinatie tussen het uitbesteden van vinyl- en CD-oplaves via Eisenwald, terwijl de tape steevast via Haeresis Noviomagi wordt uitgebracht – zo goed als in eigen beheer, zou je kunnen zeggen. Wat zorgt ervoor dat dit voor jullie de perfecte combinatie blijkt te zijn, en loopt de samenwerking met Eisenwald nog steeds even vlot als enkele jaren terug?
Naast dat we goed bevriend zijn levert O kwaliteit, komt afspraken na en kan op veel gebieden het neusje van de zalm onderscheiden. De samenwerking met Eisenwald loopt zeer vlot. We kennen elkaar goed en denken hetzelfde na over het proces en productiemethoden!
Bedankt voor jullie tijd, moeite, en vooral muziek!
Jij bedankt voor het interview.